This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Een voorwerp dat licht geeft is geen lichtbron.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 1 - Quiz
Een ............. lichtbron is gemaakt door de mens. Vul het ontbrekende woord in.
Slide 2 - Open question
De zon is een ..
A
Natuurlijke Lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
Slide 3 - Quiz
In de afbeelding zie je drie lichtbronnen. Welke lichtbron is juist getekend?
A
A
B
B
C
C
Slide 4 - Quiz
Een lichtstraal is altijd een rechte lijn met een pijlpunt erin.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Je ziet een voorwerp als er licht van dit voorwerp in je oog komt.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Op de grond licht een rugbybal. Je ziet de rugbybal omdat die licht ....... teruggekaatst. Vul het ontbrekende woord in.
Slide 7 - Open question
In de foto zie je maanlicht. Wat voor licht is dat?
A
direct licht
B
indirect licht
Slide 8 - Quiz
Je gaat de schaduw van een voorwerp tekenen. Hoe heten de lichtstralen die je dan moet tekenen? Let op! Schijf één woord op.
Slide 9 - Open question
Wat heb je echt nodig om de schaduw van een voorwerp tekenen?
A
Een pen.
B
Een potlood.
C
Een gum.
D
Een geodriehoek.
Slide 10 - Quiz
Een lamp hangt boven een bank. Er ontstaat een schaduw van de bank op de vloer. In welke figuur zie je de juiste schaduw?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
In de tekening zie je de een schaduw die ontstaat door twee lampen (L1 en L2). Hoe heet schaduw B? Let op! Schijf één woord op.
Slide 12 - Open question
Jij zet de lamp dichter bij de gele bal. Wat gebeurt er met de schaduw op het scherm?
A
De schaduw blijft even groot
B
De schaduw wordt groter
C
De schaduw wordt kleiner
Slide 13 - Quiz
Een zebra staat in een stal waarin twee lampen hangen.
In welke tekening is de schaduw van de zebra juist?
juist
Slide 14 - Drag question
In een ruimte met twee lampen staat een kast. Daardoor ontstaat er een schaduw van de kast. Wat kun je zeggen over de kernschaduw ervan?
A
Daar komt licht van beide lampen.
B
Daar komt licht van één van de lampen.
C
Daar komt geen licht van de lampen.
D
Daar komt een beetje licht van beide lampen.
Slide 15 - Quiz
Welke regel wordt de spiegelwet genoemd?
A
hoek van terugkaatsing = hoek van inval + 90 graden
B
hoek van terugkaatsing = hoek van inval + 45 graden
C
hoek van inval = hoek van terugkaatsing + 90 graden
D
hoek van inval = hoek van terugkaatsing
Slide 16 - Quiz
Hieronder zie je Karel die een rugzak draagt voor een spiegel staan.
Karel staat links in elk plaatje.
In welke figuur is het spiegelbeeld van Karel goed getekend?
juist
Slide 17 - Drag question
In de tekening wordt een lichtstraal teruggekaatst door een spiegel. Welke hoek in de tekening is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek 1
B
hoek 2
C
hoek 3
D
hoek 4
Slide 18 - Quiz
Hieronder zie je een spiegel waarbij een lichtstraal weerkaatst wordt. Wat hoort er bij elk onderdeel te staan? Sleep de woorden/zinnen op naar de juiste plek.
Hoek van inval
Spiegel
Hoek van terugkaatsing
Invallende lichtstraal
De normaal
Teruggekaatste lichstraal
Slide 19 - Drag question
Kijk naar de tekening van terugkaatsing van licht. Waarvan is dit een voorbeeld?
A
spiegelende terugkaatsing.
B
diffuse terugkaatsing
Slide 20 - Quiz
In de tekening hiernaast staat een figuur voor een spiegel (de rode lijn). Achter de spiegel (rechts van de rode lijn) komt het spiegelbeeld ervan te staan. Welk spiegelbeeld is het juiste spiegelbeeld?
A
B
C
D
Slide 21 - Quiz
Welk oranje bal is het spiegelbeeld van de rode bal?
A
Bal A
B
Bal B
C
Bal C
D
Bal D
Slide 22 - Quiz
Hoe ziet je spiegelbeeld eruit in een gewone spiegel?
A
even groot als jezelf
B
groter dan jezelf
C
kleiner dan jezelf
Slide 23 - Quiz
Dimitri kijkt in de spiegel. Van welk punt op Dimitri's hoofd zal het spiegelbeeld zich het dichtst bij de spiegel bevinden?
A
Punt L1
B
Punt L2
C
Punt L3
D
Punt L4
Slide 24 - Quiz
Welke letter ziet er precies hetzelfde uit in spiegelbeeld?
A
B
B
Z
C
A
D
R
Slide 25 - Quiz
Hieronder zie je vijf zinnnen.
Geef bij elke zin aan of die juist of onjuist is.
Juist
onjuist
Een spiegel weerkaatst het licht in één richting
Om een teruggekaatste lichstraal te tekenen heb je een liniaal nodig.
Een spiegelbeeld heeft geen diepte.
Bij een ruw oppervlakte geldt de spiegelwet ook.
in een lichstraal zit altijd een pijltje
Slide 26 - Drag question
Welke voorwerpen heb je echt nodig als je met de spiegelwet wilt tekenen hoe een lichtstraal teruggekaatst wordt.
A
geodriehoek
B
gum
C
liniaal
D
potlood
Slide 27 - Quiz
Bij de spiegel in de tekening is de rode lichtstraal een teruggekaatste lichtstraal. Welke invallende lichtstraal hoort bi j de rode lichtstraal?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 28 - Quiz
Bekijk de tekening. Hoe groot is de hoek van inval? Let op! Schrijf alleen het getal op.
Slide 29 - Open question
Bekijk de tekening van terugkaatsing van een lichtstraal. Hoe groot is de hoek van inval?