Formatieve Test Kort H6.1 Licht & schaduw en H6.2 Spiegelbeelden - Havo 2

Een voorwerp dat licht geeft is geen lichtbron.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 31
next
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Een voorwerp dat licht geeft is geen lichtbron.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quiz

Een ............. lichtbron is gemaakt door de mens.
Vul het ontbrekende woord in.

Slide 2 - Open question

De zon is een ..
A
Natuurlijke Lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron

Slide 3 - Quiz

In de afbeelding zie je drie lichtbronnen.
Welke lichtbron is juist getekend?
A
A
B
B
C
C

Slide 4 - Quiz

Een lichtstraal is altijd een rechte lijn met een pijlpunt erin.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Je ziet een voorwerp als er licht van dit voorwerp in je oog komt.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Op de grond licht een rugbybal. Je ziet de rugbybal omdat die licht ....... teruggekaatst.
Vul het ontbrekende woord in.

Slide 7 - Open question

In de foto zie je maanlicht.
Wat voor licht is dat?
A
direct licht
B
indirect licht

Slide 8 - Quiz

Je gaat de schaduw van een voorwerp tekenen.
Hoe heten de lichtstralen die je dan moet tekenen?
Let op! Schijf één woord op.

Slide 9 - Open question

Wat heb je echt nodig om de schaduw van een voorwerp tekenen?
A
Een pen.
B
Een potlood.
C
Een gum.
D
Een geodriehoek.

Slide 10 - Quiz

Een lamp hangt boven een bank.
Er ontstaat een schaduw van de bank op de vloer.
In welke figuur zie je de juiste schaduw?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

In de tekening zie je de een schaduw
die ontstaat door twee lampen (L1 en L2).
Hoe heet schaduw B?
Let op! Schijf één woord op.

Slide 12 - Open question

Jij zet de lamp dichter bij de gele bal.
Wat gebeurt er met de schaduw op het scherm?
A
De schaduw blijft even groot
B
De schaduw wordt groter
C
De schaduw wordt kleiner

Slide 13 - Quiz

Een zebra staat in een stal waarin twee lampen hangen.
In welke tekening is de schaduw van de zebra juist?
juist

Slide 14 - Drag question

In een ruimte met twee lampen staat een kast. Daardoor ontstaat er een schaduw van de kast.
Wat kun je zeggen over de kernschaduw ervan?
A
Daar komt licht van beide lampen.
B
Daar komt licht van één van de lampen.
C
Daar komt geen licht van de lampen.
D
Daar komt een beetje licht van beide lampen.

Slide 15 - Quiz

Welke regel wordt de spiegelwet genoemd?
A
hoek van terugkaatsing = hoek van inval + 90 graden
B
hoek van terugkaatsing = hoek van inval + 45 graden
C
hoek van inval = hoek van terugkaatsing + 90 graden
D
hoek van inval = hoek van terugkaatsing

Slide 16 - Quiz

Hieronder zie je Karel die een rugzak draagt voor een spiegel staan.
Karel staat links in elk plaatje.
In welke figuur is het spiegelbeeld van Karel goed getekend?
juist

Slide 17 - Drag question

In de tekening wordt een lichtstraal teruggekaatst door een spiegel.
Welke hoek in de tekening is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek 1
B
hoek 2
C
hoek 3
D
hoek 4

Slide 18 - Quiz

Hieronder zie je een spiegel waarbij een lichtstraal weerkaatst wordt. Wat hoort er bij elk onderdeel te staan? Sleep de woorden/zinnen op naar de juiste plek.
Hoek van inval
Spiegel
Hoek van terugkaatsing
Invallende lichtstraal
De normaal
Teruggekaatste lichstraal

Slide 19 - Drag question

Kijk naar de tekening van terugkaatsing van licht.
Waarvan is dit een voorbeeld?
A
spiegelende terugkaatsing.
B
diffuse terugkaatsing

Slide 20 - Quiz


In de tekening hiernaast staat een figuur voor een spiegel (de rode lijn). Achter de spiegel (rechts van de rode lijn) komt het spiegelbeeld ervan te staan.
Welk spiegelbeeld is het juiste spiegelbeeld?
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Welk oranje bal is het spiegelbeeld van de rode bal?
A
Bal A
B
Bal B
C
Bal C
D
Bal D

Slide 22 - Quiz

Hoe ziet je spiegelbeeld eruit in een gewone spiegel?
A
even groot als jezelf
B
groter dan jezelf
C
kleiner dan jezelf

Slide 23 - Quiz

Dimitri kijkt in de spiegel.
Van welk punt op Dimitri's hoofd zal het spiegelbeeld zich het dichtst bij de spiegel bevinden?
A
Punt L1
B
Punt L2
C
Punt L3
D
Punt L4

Slide 24 - Quiz

Welke letter ziet er precies hetzelfde uit in spiegelbeeld?
A
B
B
Z
C
A
D
R

Slide 25 - Quiz

Hieronder zie je vijf zinnnen.
Geef bij elke zin aan of die juist of onjuist is.
Juist
onjuist
Een spiegel weerkaatst het licht in één richting
Om een teruggekaatste lichstraal te tekenen heb je een liniaal nodig.
Een spiegelbeeld heeft geen diepte.
Bij een ruw oppervlakte geldt de spiegelwet ook.
in een lichstraal zit altijd een pijltje

Slide 26 - Drag question

Welke voorwerpen heb je echt nodig als je met de spiegelwet wilt tekenen hoe een lichtstraal teruggekaatst wordt.
A
geodriehoek
B
gum
C
liniaal
D
potlood

Slide 27 - Quiz

Bij de spiegel in de tekening
is de rode lichtstraal een
teruggekaatste lichtstraal.
Welke invallende lichtstraal
hoort bi j de rode lichtstraal?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 28 - Quiz

Bekijk de tekening.
Hoe groot is de hoek van inval? Let op! Schrijf alleen het getal op.

Slide 29 - Open question

Bekijk de tekening van
terugkaatsing van een lichtstraal.
Hoe groot is de hoek van inval?
A
50 graden
B
25 graden
C
40 graden
D
20 graden

Slide 30 - Quiz

De hoek van inval in de tekekening
is 65 graden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz