What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
20220207 VEPL419QH niveau 4 leerjaar 1v2 voorbereiding examen schrijven
Nederlands
VEPL419QH
07 februari 2022
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
VEPL419QH
07 februari 2022
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Planning VEPL419QH
1. CENTRAAL EXAMEN LEZEN & LUISTEREN – LOCATIE SPORTLAAN – 120 MINUTEN: 31-01-2022
2. EXAMEN SCHRIJVEN – LOCATIE HOFSTRAAT – 120 MINUTEN en drie opdrachten: nog niet bekend
3. EXAMEN SPREKEN – LOCATIE HOFSTRAAT – PRESENTATIE 4-6 MINUTEN: nog niet bekend
4. EXAMEN GESPREKKEN – LOCATIE HOFSTRAAT – GESPREK 6-8 MINUTEN: nog niet bekend
Onderdeel LEZEN & LUISTEREN: 50% eindcijfer Nederlands
Onderdeel Schrijven, spreken en gesprekken: 50% eindcijfer Nederlands
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Voorbereiding op het examen schrijven.
Slide 4 - Slide
Hoofdletters
Slide 5 - Slide
Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
J
e begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
's
O
chtends sta ik vroeg op.
't
W
as vanochtend wel erg koud.
Slide 6 - Slide
Regel 1: begin van een zin
Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je
geen
hoofdletter aan het begin van de zin.
€15 betaalde hij voor het boek.
86 jaar geleden werd mijn opa geboren.
Slide 7 - Slide
Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.
Slide 8 - Quiz
Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen
geen
hoofdletter.
fam. Berkmans
Bert van den Brink
Slide 9 - Slide
Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel
geen
voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel
wel
een hoofdletter.
meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
mevrouw Van de Ven - de Vries
Slide 10 - Slide
Wat is goed geschreven?
A
meneer Jansen
B
Meneer Jansen
C
meneer jansen
Slide 11 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot
Slide 12 - Quiz
Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
Apple
Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
iPhone
Slide 13 - Slide
Wat is goed geschreven?
A
pepsi max
B
Pepsi Max
C
Pepsi max
Slide 14 - Quiz
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
Eindhoven
Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
Fransman
Limburgs dialect
Slide 15 - Slide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je
geen
hoofdletter.
Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je
wel
een hoofdletter.
Noordelijke IJszee
Slide 16 - Slide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
Arme landen krijgen steun van het Westen.
Slide 17 - Slide
Wat is goed geschreven?
A
Westelijke zeestroom
B
westelijke zeestroom
Slide 18 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
amstellaan
B
Amstellaan
Slide 19 - Quiz
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Koude Oorlog
Vaderdag
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je
geen
hoofdletter:
vaderdagontbijt
Slide 20 - Slide
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen
geen
hoofdletter.
zaterdag
januari
Ook een historische periode krijgt
geen
hoofdletter.
renaissance
prehistorie
Slide 21 - Slide
Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Religieuze en culturele stromingen en woorden die daarvan zijn afgeleid krijgen
geen
hoofdletter.
jodendom
jood
Maar heilige begrippen die bij de stroming horen
wel
.
God
Bijbel
Slide 22 - Slide
Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Een woord dat is afgeleid van een heilig begrip krijgt
geen
hoofdletter.
Hij ziet er goddelijk uit.
Er ligt een bijbel op het nachtkastje.
Slide 23 - Slide
Zelfwerktijd: Schrijven
Starttaal Compact Werkboek 3F: Starttaal Compact Handboek:
Opdracht 1 op pagina 200-201. Pagina 60-89.
Opdracht 3 op pagina 202-203. nvt.
timer
15:00
Slide 24 - Slide
Werkwoordspelling
Slide 25 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
enkelvoud
ik
....jij/je
gebiedende wijs
stam
u
hij/zij/het
jij/je
namen
stam+t
meervoud
wij/we
zij
jullie
...
hele werkwoord
Het hele werkwoord -en noemen we de stam.
Meervoud van dingen telt ook als meervoud
De honden lopen
over straat.
Alle planten hebben
water gekregen.
Alle stopcontacten zijn
beveiligd.
Een moeilijk woord voor hele werkwoord is
infinitief
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Persoonsvorm verleden tijd
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
enkelvoud
meervoud
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden.
Je moet ze onthouden.
lopen - liepen
slapen - sliepen
geven - gaven
+te
+de
+ten
+den
In de verleden tijd gebruik je het 't ex-kofschip
om zeker te weten of je +te of +de moet schrijven.
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Verleden tijd
In de verleden tijd verandert alleen de persoonsvorm:
ik
bracht
je naar huis
ik
smurfte
je naar huis
ik
werd
naar huis gebracht
Slide 30 - Slide
Werkwoordspelling - Voltooide tijd
Gebruik het hele werkwoord.
Haal daar 'en' vanaf. Dit is de stam.
Staat de stam in het taxikofschip?
Dan volgt er T.
Staat de stam niet in het taxikofschip?
Dan volgt er een D.
Slide 31 - Slide
Zelfwerktijd: Schrijven
Starttaal Compact Werkboek 3F: Starttaal Compact Handboek:
Opdracht 4a op pagina 203-204. Hoofdletters: pagina 70-72 en leestekens: pag. 80-81
Opdracht 5 op pagina 204-205 Pagina 70-71.
timer
15:00
Slide 32 - Slide
Terugblik
Voorbereiding op het examen schrijven.
Slide 33 - Slide
More lessons like this
20220321 VEPL419QH niveau 4 leerjaar 1v2 voorbereiding examen schrijven
March 2022
- Lesson with
49 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
20220919 DVLG221BK niveau 2 leerjaar 2 luisteren en hoofdletters
September 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
20220131 VIGV321SH leerjaar 1 schrijven
January 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
20211213 GEMA320MH leerjaar 1 lezen en luisteren en schrijven
December 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
20220110 VIMZ319MK 3v3 schrijven
January 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
20211213 VEPL419QH niveau 4 leerjaar 1v2 voorbereiding examen lezen en luisteren
December 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,3
20211206 VIGV321SH leerjaar 1 schrijven
December 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
20220601 GPSVo21EZ niveau 2 lezen en luisteren herhaling
May 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1