Les Paragraaf 3.4
1 / 46
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
De beschikbaarheid van water is op aarde....
A
gelijk verdeeld
B
ongelijk verdeeld
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
De aarde maakt op dit moment een periode van....door.
A
opwarming
B
afkoeling
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
In gebieden op .....zal de beschikbaarheid van water juist niet afnemen.
A
lagere breedte
B
hogere breedte
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Waterstress zal vooral voorkomen in....
A
dichtbevolkte gebieden
B
dunbevolkte gebieden
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Mensen gebruiken gemiddeld
A
30 liter water per dag
B
50 liter water per dag
C
100 liter water per dag
D
120 liter water per dag
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Waar gaat wereldwijd het meeste water aan 'op'?
A
huishoudelijk water
B
landbouw
C
industrie
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Waterstress ontstaat door watertekorten. Soms is er vanwege natuurlijke redenen te weinig water. We spreken dan van een....
A
fysiek watertekort
B
economisch watertekort
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Waterstress ontstaat door watertekorten. Soms is er vanwege financiële redenen te weinig water. We spreken dan van een....
A
fysiek watertekort
B
economisch watertekort
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Rivieren stromen vaak....
A
door één land
B
door meerdere landen
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
De bouw van een waterdam door Ethiopie in de Nijl ........op een wateroorlog.
A
verkleint de kans
B
vergroot de kans
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Met de bouw van stuwdammen .....je de watervoorraad ter plaatse.
A
vergroot
B
verklein
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
De beschikbaarheid van schoon drinkwater zal in de toekomst....
A
groter worden
B
kleiner worden
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Het gebruik van irrigatiewater door de landbouw zal de komende jaren....
A
afnemen
B
toenemen
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
De landbouw kan .......met water omgaan.
A
slimmer
B
niet slimmer
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Mensen kunnen in huis .....met water omgaan
A
slimmer
B
niet slimmer
