Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Wat moet ik weten en kunnen?
Weten wat het asielbeleid van Nederland inhoudt.
Weten wat de gevolgen zijn van het asielbeleid van Nederland.
Weten wat de argumenten van de voor- en tegenstanders van het asielbeleid zijn.
Slide 2 - Slide
Wat is IND
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is een onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Zij onderzoeken en beoordelen alle aanvragen van vluchtelingen en zorgen er uiteindelijk voor dat iemand in Nederland kan verblijven.
Wat is COA
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), dat niet onder een ministerie van de overheid valt, is verantwoordelijk voor de plaatsing en opvang van asielzoekers in heel Nederland.
Slide 3 - Slide
Kan iedereen zich aanmelden als asielzoeker?
A
ja, maar dat betekent niet dat je asiel krijgt
B
ja, iedereen is welkom in Nederland
C
nee, je mag je alleen aanmelden als je uit Europa komt
D
nee, alleen mannen mogen zich aanmelden
Slide 4 - Quiz
Als je binnenkomt in Nederland als vluchteling, begint dan meteen je asielprocedure?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Wat ging er mis?
Corona (mensen konden niet meer reizen - terug naar gezin)
Personeelstekort
Wooncrisis. Er zijn te weinig huizen
Beleid kabinet. Door het beleid van kabinet Rutte III, dat flexibel wil omgaan met de aanvragen. Dit betekent (kort door de bocht) dat het kabinet niet meer geld dan nodig is, wil uitgeven aan de asielprocedure. Toen de instroom kleiner werd, moesten veel locaties sluiten. Nu de instroom weer stijgt blijkt het lastig te zijn om snel weer locaties te openen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Waarom kon familie van vluchtelingen niet makkelijk nareizen?
A
Ze hadden geen geld
B
Apenpokken
C
Corona
D
Ze konden Nederland niet in komen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Stel je voor dat er in jouw buurt een opvang voor asielzoekers zou komen. Wat zou jij daarvan vinden? Leg je antwoord uit met een argument.