Laat je stem horen!

15 maart 2023
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

15 maart 2023

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Studenten weten dat politieke besluitvorming plaatsvindt op verschillende niveaus.
  • Studenten weten wat Provinciale Statenverkiezingen zijn.
  • Studenten ervaren dat zij het vermogen hebben om het gesprek over politiek te kunnen voeren.
  • Studenten leren over verschillende argumenten om wel/niet te participeren in de politiek.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wel of niet gaan stemmen?
Je bent 18 jaar of je wordt straks een keer 18 jaar.

  • Ga je zelf stemmen?
  • Waarom wel of niet?

Bespreek het met zijn drieën/vieren (5 minuten) en schrijf zoveel mogelijk redenen op bladzijde 2 (opdrachtenblad in Teams bestanden).
Vul ook de vragen op bladzijde 3 in (alleen). 


Slide 4 - Slide

Redenen om te gaan stemmen [1]

Macht:
Er zijn in Nederland ongeveer 1,5 miljoen jongeren (18-25). Als die allemaal gaan stemmen, betekent dat jongeren invloed hebben op 11% van de Statenzetels en 8 Eerste Kamer-zetels!

Jongeren en ouderen: ouderen gaan vaker stemmen en ze stemmen op andere partijen dan jongeren. De stem van jongeren wordt dus echt niet gehoord als jongeren niet gaan stemmen!

Sneeuwbaleffect: Als jij gaat stemmen gaan mensen uit jouw omgeving misschien ook wel stemmen.




Kloof: Er wordt vaak gezegd dat er een grote afstand is tussen de politiek en jongeren. Door te stemmen, wordt de kloof tussen jou en de politiek kleiner.



Jouw eigen leven!: De keuzes die politici in de Provinciale Staten en de Eerste Kamer maken zijn van invloed op jouw leven. Kies dus een partij die bij jou past, en stem!


Slide 5 - Slide

Redenen om te gaan stemmen [2]

(Her)kiezen: Politici maken ook fouten. De verkiezingen is het moment om af te rekenen met deze fouten. Of juist te stemmen op politici die het goed deden.

Kleine moeite: Het kost niet veel tijd om te gaan stemmen. Je bent vaak binnen vijf minuten op een stembureau bij jou in de buurt.

Voorrecht: Er zijn heel veel landen waar je niet mag stemmen en alles door andere mensen wordt besloten. In Nederland mag dat wel. Doe dat dus ook!

Niet zeuren: Als je niet gaat stemmen, mag je eigenlijk niet zeuren over de politiek. Aan jou dus de keuze




Wat vind je van al deze redenen? Overtuigen zij of niet?

Slide 6 - Slide

Redenen om te niet te gaan stemmen

Niemand stemt: “Niemand in mijn omgeving stemt, ik dus ook niet”

Doet er niet toe: “Mijn stem maakt toch geen verschil.”

Onvoldoende kennis: “Ik weet niet waarop ik moet stemmen.”

Gebroken beloften: “politici doen toch niet wat ze beloven.”

Kloof: “politici weten toch niet wat er speelt in mijn leven.”







Wat vind je van deze redenen? Overtuigen zij of niet?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Je krijgt een stempas thuisgestuurd.
Uiterlijk 14 dagen voor de verkiezingen (dus begin maart).

Slide 9 - Slide

Je kiest een partij en kiest een persoon van die partij.

Slide 10 - Slide

Naar het stembureau!
Neem mee: 
- Je identiteitskaart, paspoort of rijbewijs mee 
   (mag maximaal 5 jaar verlopen zijn). 
- Je stempas.

Slide 11 - Slide

Op het stembureau:

  • Er staan lijsten per partij (van links naar rechts)
  • Voor elke partij een rij personen (van boven naar beneden)
  • Kleur één bolletje rood
  • Kras niets door, schrijf er niet op
  • Verkeerd gegaan? Niet erg: je mag één keer vragen om een nieuw stembiljet!

Slide 12 - Slide

Tot slot:
  • Vouw je stembiljet op
  • Doe hem in de stembus
  • Je hebt gestemd!



Slide 13 - Slide

Opdracht voor deze week:
Interview je ouders, verzorgers, grootouders, docent...
  • Bedenk welke 2 personen je gaat interviewen.
  • Waarom interview je hen?

Stel hen sowieso de volgende vragen:
  • Ga je stemmen bij de Provinciale Statenverkiezingen op 15 maart?
  • Ga je bij andere verkiezingen ook stemmen?
  • Waarom doe je dat?
  • Bespreken van redenen om te gaan stemmen uit de les die jij belangrijk vindt om te gaan stemmen. Wat vinden zij hiervan?

Vul voor deze opdracht bladzijde 4, 5, 6, 7 én 8 in van het opdrachtenblad.

Slide 14 - Slide