This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
8.1 Alles werkt samen
Slide 1 - Slide
leerdoelen
Je leert:
waar je lichaam uit bestaat en hoe alles samenwerkt
hoe je cellen aan energie komen
Slide 2 - Slide
Weet je het nog? Wat is de goede volgorde van klein naar groot?
A
cel < weefsel < organisme < organenstelsel < orgaan
B
cel < weefsel < orgaan < organenstelsel < organisme
C
cel < orgaan < weefsel < organenstelsel < organisme
D
cel < orgaan < organenstelsel < weefsel < organisme
Slide 3 - Quiz
Bij welk stelsel hoort dit orgaan
A
Uitscheidingsstelsel
B
Spijsverteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Ademhalingsstelsel
Slide 4 - Quiz
Cellen
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.
Deze werken allemaal samen om je lichaam te laten werken
Onderdelen cel
Celkern, celmembraan, cytoplasma
Slide 5 - Slide
Weefsel
Groep cellen met dezelfde taak en vaak dezelfde vorm.
Slide 6 - Slide
Orgaan
Een groep weefsels die samen een taak uitvoeren.
Een onderdeel van je lichaam met een specifieke taak
Slide 7 - Slide
Orgaanstelsel
Een groep organen die samen een taak uitvoeren
Slide 8 - Slide
Dit hoofdstuk
8.1: Je lijf werkt: Hoe werkt je lichaam? Wat zijn orgaanstelsels? Welke orgaanstelsels zijn er? Hoe werken orgaanstelsel samen? Verbranding, welke stoffen nodig en wat zijn de afvalstoffen? Hoe raakt je lichaam deze kwijt?
In de volgende paragraaf gaat het steeds over een orgaanstelsel:
8.2: ademhalingsstelsel
8.3, 8.4: bloedvatenstelsel
Slide 9 - Slide
nummer 5
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag
Slide 10 - Quiz
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Zuurstof in het lichaam brengen
Stoffen naar alle organen brengen
Voedingsstoffen kleiner maken tot glucose
Slide 11 - Drag question
Startopdracht:
Kijk je opdrachten na, antwoorden it's learning
(8.1 1 t/m 7)
Klaar? werk vast door aan de opdrachten 8.1
Slide 12 - Slide
Weet je het nog? Wat is de goede volgorde van klein naar groot?
A
cel < weefsel < organisme < organenstelsel < orgaan
B
cel < weefsel < orgaan < organenstelsel < organisme
C
cel < orgaan < weefsel < organenstelsel < organisme
D
cel < orgaan < organenstelsel < weefsel < organisme
Slide 13 - Quiz
Zorg dat je lichaam afvalstoffen kwijtraakt
Maakt voedsel zo klein dat de voedingsstoffen in het bloed kunnen worden opgenomen
Laat alle organen werken en samenwerken
Neemt zuurstof op en geeft koolstofdioxide af
Vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel
Ademhalingsstelsel
Slide 14 - Drag question
Je kunt uitleggen hoe de verschillende orgaanstelsels samenwerken.
Hoe werken je ademhalingsstelsel, verteringsstelsel, spierstelsel, en uitscheidingsstelsel samen?
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Energie voor alle organen
Elke cel doet aan verbranding om zichzelf van energie te voorzien.
De formule voor verbranding moet je kennen!
Slide 17 - Slide
Demonstratie kaars
Wat denk je dat er gaat gebeuren? (Hypothese)
Hoe kun je dit verklaren?
Uitproberen
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen
ademhalingsstelsel: inademen
ademhalingsstelsel: uitademen
spierstelsel
verteringsstelsel
uitscheidingsstelsel
bloedvatenstelsel
Slide 20 - Drag question
Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose: