Dinsdag 7 juni

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Link

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1e lesuur:
8:45 - 09:30
Nederlands


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Je leert schrijven voor publiek 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Schrijven voor publiek 
Als je schrijft, houd je rekening met je publiek, je lezers:

- Vraag je af: wat weten mijn lezers al en wat moeten zij (nog meer) weten?
- Spreek jongere lezers aan met ‘je’ en gebruik woorden en zinnen die bij jongeren passen. Bijvoorbeeld: Chillen, gamen, sporten en dansen op de camping? Dan check je onze ChillZone!
- Spreek volwassen lezers aan met ‘u’ en zeg alles wat netter. Bijvoorbeeld:
Meer informatie over onze camping kunt u aanvragen via de website.
- Houd ook bij je lay-out rekening met je lezers. In een tekst voor jongeren kun je verschillende afbeeldingen, grote koppen en veel kleuren en lettertypen gebruiken (maar overdrijf niet!). Gebruik in een tekst voor volwassenen een rustige lay-out.





Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Herschijf de volgende zin. Maak deze zin geschikt voor jongeren: Deze unieke ervaring blijft geruime tijd in uw herinnering hangen.

Slide 10 - Mind map

bv. dit blijf je je hele leven herinneren, zo geweldig is het. 
Herschijf de volgende zin. Maak deze zin geschikt voor ouderen: Hardgaan doe je in onze nieuwste achtbaan. Koop online tickets voor een vette dag vol adrenaline.

Slide 11 - Mind map

Als je wilt genieten van onze snelle achtbanen, is het raadzaam de tickets online te kopen 
Aan de slag!
timer
30:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2e lesuur:
9.15 - 9.40
Wiskunde

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

3e & 4e lesuur:
10.00 - 12.00
Techniek Bogerman



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Pauze

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

5e lesuur:
12.30 - 13.15
Engels

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

6e lesuur:
13.15 - 14.00
Biologie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Je kunt voorbeelden van toepassing van biotechnologie noemen 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Biotechnologie betekent het gebruik maken van levende wezens. Biotechnologie is ook een techniek in de biologie. Biotechnologie is heel breed. Met biotechnologie wordt voedsel gemaakt, maar ook dingen aan levende wezens wordt erdoor veranderd. Omdat het zo breed is wordt biotechnologie in tweeën verdeeld, oude en moderne biotechnologie.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Klassieke biotechnologie
De klassieke biotechnologie bestaat al eeuwenlang. Deze vorm van biotechnologie is vrij eenvoudig. Men leerde dat je met behulp van dingen uit de natuur nieuwe producten kon maken. Een goed voorbeeld van biotechnologie is het maken van kaas. Men ontdekte toen als de melk nam en je gooide er iets bij dat er kaas ontstond. Bij yoghurt werd er steeds een stukje van de oude yoghurt bij de nieuwe gedaan. Zo zorgde de bacteriën ervoor dat de yoghurt steeds zuur en stevig bleef. Wijn en bier zijn ook door biotechnologie ontstaan.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Moderne biotechnologie 
Moderne biotechnologie is staat vooral in het teken van het knippen en plakken van genen en DNA. DNA en gen zijn de erfelijke eigenschappen (de eigenschappen van een dier of plant dat geërfd wordt van de voorouders), deze worden dan veranderd. Er wordt niet letterlijk met een schaar in de genen en het DNA geknipt en het wordt ook niet daarna weer met lijm of plakband aan elkaar geplakt, maar het idee is wel hetzelfde. Moderne biotechnologie is in het einde van de twintigste eeuw ontstaan. Moderne biotechnologie staat ook wel bekend als genetische modificatie. Door moderne biotechnologie zijn er al veel planten beschermd tegen bijvoorbeeld droogte en vraat. Dieren werden veranderd om bijvoorbeeld te zorgen dat ze meer vlees hebben. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bij de productie van brood wordt biotechnologie toegepast.

Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je de techniek om het genotype van een organisme te veranderen?


Hoe noem je de techniek om het genotype van een organisme te veranderen?


Hoe noem je de techniek om het genotype van een organisme te veranderen?

Hoe noem je de techniek om het genotype van een organisme te veranderen?

Hoe noem je de techniek om de genotype van een organisme te veranderen?









A
biotechnologie
B
Genetische modificatie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Bij klassieke biotechnologie wordt het genotype van organismen wel of niet veranderd.
A
wel
B
niet

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

14.00 - 14.30
SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 31 - Slide

This item has no instructions