1. Je kunt benoemen welke anorganische stoffen een plant opneemt en welke organische stoffen bij fotosynthese worden gevormd.
2. Je kunt beschrijven welke stoffen er uit glucose kunnen worden gevormd en waarvoor deze stoffen vooral worden gebruikt.
3. Je kunt uitleggen wat assimilatie is
Slide 2 - Slide
De vorming van organische stoffen
-
* Glucose kan worden omgezet in koolhydraten (suikers). Suiker kan (opgelost in water) via bastvaten naar alle delen van de plant worden vervoerd. Zo komt het bijvoorbeeld in bladeren en bloemen.
Slide 3 - Slide
* Glucose kan ook worden omgezet in het koolhydraat zetmeel. Zetmeel wordt tijdelijk opgeslagen in de bladeren. Voor een langere tijd kan het worden opgeslagen in verdikte plantendelen.
Slide 4 - Slide
* Glucose kan ook in het koolhydraat cellulose worden omgezet. Cellulose komt voor in de celwanden van plantencellen, vooral bij houtvaten en vezels. Dit geeft de plant stevigheid.
Slide 5 - Slide
* Glucose kan samen met nitraat worden omgezet in eiwitten. Nitraat is een voedingsstof voor de plant. Ze nemen dit op uit de bodem. Het cytoplasma van de cellen bevat veel eiwitten. Eiwitten kunnen ook worden opgeslagen in bijvoorbeeld zaden
Slide 6 - Slide
* Glucose kan ook in vetten worden omgezet. Bij sommige planten komen er veel vetten voor in de zaden. Bijvoorbeeld zonnebloempitten of pinda's
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Het doel van assimilatie is het vormen van organische stoffen waaruit een organisme bestaat.
Alle omzettingen samen worden assimilatie genoemd. Er worden energierijke stoffen opgebouwd (het tegenovergestelde van verbranding)
Slide 9 - Slide
De energierijke stoffen die zijn gevormd door assimilatie kunnen worden gebruikt als brandstof. Ze worden dan verbruikt bij de verbranding.
Veel organische stoffen die door assimilatie ontstaan , doen dienst als bouwstof. Ze worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels
Slide 10 - Slide
Het deel dat overblijft na de assimilatie en niet wordt gebruikt als brandstof of bouwstof wordt opgeslagen als reservestof.
- Elke cel bevat een klein beetje reservestof
- Grote hoeveelheden reservestoffen worden opgeslagen in de cellen van verdikte delen en zaden. De mens gebruikt dit vaak als voedsel.