WO: thema 7 mijn lichaam

WO: thema 7 mijn lichaam
1 / 164
next
Slide 1: Slide
WoLager onderwijs

This lesson contains 164 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

WO: thema 7 mijn lichaam

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

LES 1 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

doelen
1) enkele beenderen en gewrichten aanduiden
2) functies van het skelet verwoorden 
3) nut van gewrichten verwoorden 

4) werking van de spieren uitleggen 
5) verwoorden hoe je spierletsels kan vermijden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

SKELET

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

inleiding
Heb je al eens iets gebroken? 

Wat moest je toen doen? 

Wie heeft thuis foto's? Vraag maar eens aan de mama's. Stuur maar door. 

Slide 5 - Slide

- naar de dokter
- naar spoed
- foto's = röntgenfoto's laten maken
Röntgenfoto's
Wat zie je op de foto? 
Waar is dat in ons lichaam? 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van het skelet?
- skelet = ? 
- Wat zijn alle beenderen of botten samen? 
- Wat als we geen skelet hebben? 


- Wat zijn de belangrijkste functies van het skelet? 

Slide 7 - Slide

1) stevigheid geven aan het lichaam 
2) onze organen beschermen 
opdracht 1 en 2 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Doel 3 
  1. De volgende types wonden verzorgen: brandwonde, blaar, schaafwonde, snijwonden
dfds

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ons hand
  • Deel van het skelet 
  • --> Teken je hand 
  • --> Voel goed! 
  • Hoeveel stukjes heeft elke vinger?  En de duim?
  • Waarom?
  • Hoe noemen de stukjes? 



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Skelet
  • juiste namen beenderen en gewrichten --> wb p 3

  • uit hoeveel delen arm? 
  • Waarom? 
  • Wat zit er tussen de delen? 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Rug
Ga staan --> rug bol 
Hoe komt dat we kunnen plooien? 

Ruggengraat = 33  wervels

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Doel 1 : beenderen en gewrichten aanduiden
studeren!!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Doel 2: functies van het skelet

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Doel 2: functies van het skelet
1) Stevigheid geven aan het lichaam 
2) organen beschermen 

--> botten zijn licht maar sterk 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Doel 3: nut van gewrichten? 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Doel 3: nut van gewrichten? 
Zorgt ervoor dat je je ledematen kan bewegen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

opdracht 3 en 4 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Spieren

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

opdracht 5 en 6

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

functie spieren 
zorgt ervoor dat we kunnen bewegen

- je kan dit zien 
- je kan dit voelen  

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Werking van de spieren 
--> buiger 
biceps --> wordt korter en dikker 
doordat ze samentrekt, buigt onze arm 
(triceps wordt langer en slapper) 
--> strekker
triceps --> wordt korter en steviger 
doordat ze samentrekt, strekt onze arm 
(biceps wordt dan langer en dunner)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Doel 4: wat is de functie van spieren? 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Doel 4: wat is de functie van spieren? 
Onze botten laten bewegen 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Doel 4: Hoe werken spieren? 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Doel 4: Hoe werken spieren? 
Je hebt naast elkaar buigers en strekkers. 
- de ene wordt dikker en sterker en korter 
- de andere gelijktijdig langer slapper dunner 

Wanneer de buiger dikker wordt, buigt ons ledemaat
Wanneer de strekker dikker wordt, strekt ons ledemaat

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Blessures
  • Wat? scheur of ontsteking
  • Vermijden? 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

linkerhand
  • 2 middenhandsbeentjes gebroken
(verkleuring tussen de pinnen)
  • 2 dunne stalen pinnen worden door de vingerbotten gestoken en vastgemaakt 
  • nadien --> gips 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

opdracht 7

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Doel 5: Blessures vermijden 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Doel 5: Blessures vermijden 
  • opwarmen 
  • geen bruuske bewegingen maken 
  • spieren niet overbelasten 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

LES 2 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

hersenen 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Doelen 
  1. functie hersenen en zenuwen verwoorden 
  2. hersenen en ruggenmerg aanduiden 
  3. gevolgen van beschadigd ruggenmerg verwoorden 
  4. verwoorden hoe we hersenen kunnen beschermen  

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Functie van hersenen 
Onze spieren aansturen 

Door een signaal te sturen 
- signaal van de hersenen naar de spieren 
- via zenuwen 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Doel 1: 
wat is de functie van de hersenen en de zenuwen? 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Doel 1: 
Wat is de functie van de hersenen en de zenuwen? 

Onze spieren aansturen 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

proefje 1 + 2 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

reactiesnelheid 
signaal 
- je ziet iets, de prikkel gaat via de oogzenuw naar de hersenen
- de hersenen sturen via de zenuwen dat signaal naar de spieren in de arm/hand
= razendsnel, 
= toch enkele tienden v/e seconde.
= Dat is de reactiesnelheid. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

proefje 3

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Zenuwen 
Wat kan je met je huid voelen? 
- temperatuur 
- druk 
- aanraking 
- pijn 
Hoe komt dat? 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Zenuwen 
Wat kan je met je huid voelen? 
- temperatuur 
- druk 
- aanraking 
- pijn 
Hoe komt dat? Via de zenuwen/zenuwuiteinden

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

wb. p6

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

proefje 4

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

WB. P. 7 

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

bescherming hersenen 
hersenen = computer = besturen hele lichaam 
heel belangrijk 
veel bescherming nodig 


Proefje 5

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Ruggenmerg 
  • zenuwen komen hier samen 
  • vormen een bundel 
  • zo dik als pink 
  • zenuwbundel gaat door een kanaal in de rugwervels 
  • gaat tot aan de hersenen 

  • beschadigd? --> verlamd  

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

hersenzones
  • verschillende zones = verschillende functies 
  • deel om te zien
  • deel om te horen
  • deel om te spreken 
  • .... 

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

werkboek p. 7-8-9

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Doel 2
hersenen en ruggenmerg aanduiden  

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Doel 3
wat zijn de gevolgen van een beschadigd ruggenmerg?

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Doel 4
hoe kunnen we hersenen beschermen  

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

LES 3 
https://schooltv.nl/video-item/je-huid-van-dichtbij-een-dermatoloog-weet-veel-over-de-huid-en-huidziekten

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

4 doelen 
  1. de eigenschappen van de huid verwoorden
  2. de functie van zweten verwoorden
  3. de functie van pigment verwoorden 
  4. enkele tips geven voor een goed onderhoud van de huid. 

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

De huidcellen 
  • onze huid bestaat uit cellen 
  • je verliest cellen en je maakt cellen bij

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

zweten 
waarom zweten we? 

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

zweten 
waarom zweten we? 

--> We zweten om af te koelen. 
Zweet komt door onze poriën naar buiten. 
Poriën zijn gaatjes in de huid. 
Water op je huid verdampt. 

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

Doel 1 
  1. de functie van zweten verwoorden

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Doel 1 
  1. de functie van zweten verwoorden
--> De huid afkoelen 

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

vingerafdrukken 
Vingerafdrukken = uniek
Niemand heeft dezelfde
3 soorten vormen 
waarvoor gebruiken? 

wb. p 10-11 

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

doel 2 
  1. de eigenschappen van de huid verwoorden

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

eigenschappen van de huid
  • behaard
(behalve handpalm en voet)
  • rekbaar, veerkrachtig
  • waterafstotend, waterdicht
  • vet
  • verandert van kleur: pigment neemt toe of af 
  • dikker op sommige plaatsen 
  • kan zichzelf herstellen 

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Doel 3
  1. de functie van pigment verwoorden

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

bescherming/verzorging
Belangrijk om te beschermen
  • tegen zon: zonnecrème + pet 
  • tegen vuil en zweet: wassen met water en zeep
  • tegen zeep: niet overdrijven, niet te vaak
  • tegen bacteriën: wondjes niet openkrabben.
                                          Korstje = herstellen van de huid

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Doel 4
  1. enkele tips geven voor een goed onderhoud van de huid. 

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Les 4 deel 1
spijsvertering

https://schooltv.nl/video-item/de-spijsvertering-de-weg-die-het-voedsel-in-het-lichaam-aflegt-van-mond-tot-einddarm

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

huiswerk: Lees de minisite

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

doelen 
  1. de weg die het eten aflegt verwoorden
  2.  gebruik maken v/e schematische voorstelling + v/d passende begrippen
  3. de organen van het spijsverteringsstelsel situeren op het eigen lichaam
  4. de functie van het spijsverteringsstelsel verwoorden
  5. tips geven voor gezond gedrag m.b.t.  het spijsverteringsstelsel

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

de weg van het voedsel 
Mond 
keel 
slokdarm
maag
dunne darm 
dikke darm
endeldarm
anus 

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

doel 1 
  1. de weg die het eten aflegt verwoorden 

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

doel 2 en 3
gebruik maken van een schematische voorstelling en van de passende begrippen

de organen van het spijsverteringsstelsel aanduiden op een prent 

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

Functie van het spijsverteringsstelsel 
  1. voedsel in piepkleine stukjes afbreken via mond/tanden
  2. voedingsstoffen uit het eten halen 

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

Functie van de tong
om te slikken
om het eten in de slokdarm naar beneden te duwen 

wb. p. 15 opdracht 1

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

Weetjes darm
dunne darm = 6  meter 
alle darmen samen = 8 meter 


niet: opdracht 2,3,4 
wel aanduiden

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

Functie van delen spijsverteringsstelsel 
opdracht 5 +7 

mond = voedsel fijn malen 
slokdarm = voedsel vooruit duwen 
maag = voedsel kneden 
dunne darm = voedingsstoffen opnemen in het bloed 
dikke darm = vocht en zout opnemen in het bloed 
slijm (speeksel, maagslijm, slijm slokdarm....) = voedsel beter laten glijden  

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

doel 4 
de functie van het spijsverteringsstelsel verwoorden
- algemeen (2) 
- mond
- slokdarm
- maag
- dunne darm 
- dikke darm 
- slijm 

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

Gezond gedrag m.b.t. spijsverteringsstelsel 
goede brandstof voor het lichaam 
vs 
slechte brandstof voor het lichaam 

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Doel 5 
Tips geven voor gezond gedrag m.b.t. het spijsverteringsstelsel.

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

Les 4 deel 2
ademhalingsstelsel 

Slide 80 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk: Lees de minisite

Slide 81 - Slide

This item has no instructions

  • https://schooltv.nl/video-item/ademhaling-de-hele-dag-haal-je-adem-maar-wat-gebeurt-er-dan-eigenlijk-in-je-lichaam
  • https://schooltv.nl/video-item/ademen-ademhalen-is-belangrijk-maar-waarom-eigenlijk
  • https://www.youtube.com/watch?v=OYqYEmcfi7I

Slide 82 - Slide

This item has no instructions

doelen 
  1. De weg die de lucht aflegt bij de ademhaling verwoorden + gebruik maken van de passende begrippen.
  2. De organen van het ademhalingsstelsel situeren op het eigen lichaam.
  3. De functie van de ademhaling verwoorden.
  4. Verwoorden welk voordeel ademen door de neus heeft + het verband leggen met de eigenschappen van de neus.
  5. Tips geven voor gezond gedrag met betrekking tot de luchtwegen.

Slide 83 - Slide

This item has no instructions

Weg + Delen van het ademhalingsstelsel
neus
mond
luchtpijp
luchtpijptakken       == longen
longblaasjes 
 

Slide 84 - Slide

This item has no instructions

wb. p. 17-18-19

Slide 85 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt de ademhaling
ademhaling verloopt automatisch dankzij middenrif 
= tussen buik en borstkast   = grote spier 
middenrif trekt samen: 
  • wordt platter, gaat naar onder 
  • longen worden volgezogen met lucht = inademen 
middenrif ontspant: 
  • wordt boller 
  • lucht wordt naar buiten geduwd = uitademen
    https://schooltv.nl/video-item/ademhalingsproef-een-proef

Slide 86 - Slide

This item has no instructions

Doel 1 
De weg die de lucht aflegt bij de ademhaling verwoorden 

Gebruik maken van de passende begrippen

Hoe werkt ademhaling? 

Slide 87 - Slide

This item has no instructions

Doel 2
De organen van het ademhalingsstelsel situeren op het eigen lichaam

Slide 88 - Slide

This item has no instructions

Functie van het ademhalingsstelsel 
1. zuurstof uit de lucht halen 
2. zuurstof afgeven aan het bloed 

waarom? 
-->zodat onze spieren en organen goed kunnen werken 

bij inspanning --> sneller ademhalen 
reden? spieren hebben meer lucht nodig 

Slide 89 - Slide

This item has no instructions

Doel 3 
De functie van de ademhaling verwoorden

Slide 90 - Slide

This item has no instructions

Neus: voordeel ademhalen
  • Neus = filter 
  • op de juiste vochtigheid brengen
  • op de juiste temperatuur brengen
  • reinigen van kleine stofdeeltjes  

Slide 91 - Slide

This item has no instructions

Doel 4
Verwoorden welk voordeel ademen door de neus heeft + 
het verband leggen met de eigenschappen van de neus

Slide 92 - Slide

This item has no instructions

Onderhoudstip
hoe kan je zorgen dat je voldoende frisse lucht inademt?

Slide 93 - Slide

This item has no instructions

Onderhoudstip
zorgen dat je voldoende frisse lucht inademt
  • sporten in groene omgeving 
  • niet spelen in drukke straat/stad  
  • vensters regelmatig open = verluchten 

Slide 94 - Slide

This item has no instructions

Doel 5  
Tips geven voor gezond gedrag met betrekking tot de luchtwegen

Slide 95 - Slide

This item has no instructions

Les 4 Deel 3 
De bloedsomloop 

Slide 96 - Slide

This item has no instructions

Slide 97 - Slide

This item has no instructions

Slide 98 - Video

This item has no instructions

Slide 99 - Video

This item has no instructions

huiswerk: ministite lezen 

Slide 100 - Slide

This item has no instructions

doelen 
  1. De functie van de bloedsomloop verwoorden.
  2. De weg van het bloed verwoorden. 
  3. De werking van de bloedsomloop op eenvoudige manier verwoorden, gebruik makend van de passende begrippen.
  4. Uitleggen waarom onze hartslag hoger is bij een inspanning.
  5. Het hart situeren op het eigen lichaam.
  6. Tips geven voor gezond gedrag met betrekking tot het hart en de bloedvaten.

Slide 101 - Slide

This item has no instructions

De functie van de bloedsomloop
Het bloed (en dus zo zuurstof en voedingsstoffen) naar de spieren en organen brengen.

Waarom hebben spieren en organen zuurstof en voedingsstoffen nodig? 
--> zodat ze kunnen werken 

Slide 102 - Slide

This item has no instructions

Doel 1
de functie van de bloedsomloop verwoorden.


Slide 103 - Slide

This item has no instructions

De weg van het bloed.
ader : 
-> blauw 
-> zuurstofARM bloed wegvoeren
slagader: 
-> rood 
-> zuurstofRIJK bloed aanvoeren

hart: bloed rondpompen 
haarvaten: kleine vertakkingen 

Slide 104 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt de bloedsomloop

Het hart is een pomp. 
Pompt = duwt bloed rond
               --> zo vervoert het bloed allerlei stoffen 
kleine bloedsomloop: via hart komt zuurtstofarm bloed in de longen 
                                               zuurstofrijk bloed verlaat de longen en gaat naar het hart
grote bloedsomloop: zuurstofrijk bloed verlaat het hart en gaat naar de organen 
                                             zuurstofarm bloed komt toe in de organen 
Dan begint de kleine bloedsomloop opnieuw 

Slide 105 - Slide

This item has no instructions

Slide 106 - Video

This item has no instructions

wb p20

Slide 107 - Slide

This item has no instructions

doel 2
De weg van het bloed uitleggen 

Slide 108 - Slide

This item has no instructions

doel 2
de werking van de bloedsomloop op eenvoudige manier verwoorden, gebruik makend van de passende begrippen.

Slide 109 - Slide

This item has no instructions

Hartslag
= geeft weer hoe snel het bloed door de aders slaagt
= geeft weer hoe snel het hart pompt 

--> wb. p. 21 
proefje 

Slide 110 - Slide

This item has no instructions

Doel 3
Uitleggen waarom onze hartslag hoger is bij een inspanning.

Slide 111 - Slide

This item has no instructions

Waar ligt het hart?

Slide 112 - Slide

This item has no instructions

doel 4 
het hart situeren op het eigen lichaam.

Slide 113 - Slide

This item has no instructions

Hoe houd je je hart gezond?
- gezond eten
- veel sporten/bewegen 

Slide 114 - Slide

This item has no instructions

doel 5
tips geven voor gezond gedrag met betrekking tot het hart en de bloedvaten.

Slide 115 - Slide

This item has no instructions

LES 5 
EHBO

Slide 116 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  1. De volgende types wonden herkennen: brandwonde, blaar, schaafwonde, snijwonde.
  2. Bij verschillende verwondingen beoordelen welke hulpverlening aangewezen is en of ze de hulp van een volwassene/hulpverlener moeten inroepen.  
  3. De volgende types wonden verzorgen: brandwonde, blaar, schaafwonde, snijwonde.
  4. Passende hulp geven bij een verstuiking.
  5. Inschatten of een verstikking licht of ernstig is en daarbij gepast handelen door de techniek ‘op de rug slaan’ correct toe te passen.
  6. Een spiraalverband en een drukverband aanleggen.
  7. Het pictogram van een AED (defibrilatietoestel) herkennen.
  8. De functie van een AED verwoorden.
  9. De geschreven instructies van het AED begrijpen.
  10. De kenmerken van volgende letsels kennen: verstuiking, ontwrichting en breuk.

Slide 117 - Slide

This item has no instructions

Verschillende type wonden herkennen

Slide 118 - Slide

This item has no instructions

Slide 119 - Slide

This item has no instructions

Slide 120 - Slide

This item has no instructions

Slide 121 - Slide

This item has no instructions

Slide 122 - Slide

This item has no instructions

Doel 1 
De volgende types wonden herkennen: brandwonde, blaar, schaafwonde, snijwonde.

Slide 123 - Slide

This item has no instructions

Welke hulp is nodig?

Slide 124 - Slide

This item has no instructions

EHBO
brandwonden
blaar 
schaafwonde 
ernstige wonde die veel bloed
verslikken --> ademnood 
voet verstuiken 
ontwrichting/breuk
hartstilstand 
ernstig verkeersongeval

Slide 125 - Slide

This item has no instructions

Wat doe ik? 
ik doe het zelf
ik ga naar de dokter
ik bel 112 
brandwonde
ernstige wonde die bloed
ernstig auto ongeval 
blaar 
Te ernstig? Onzeker? Dokter
hartstilstand
schaafwonde
verslikt + ademnood
? verslikt + ademnood
verstuikt

Slide 126 - Slide

This item has no instructions

Wat doe ik? 
ik doe het zelf
ik ga naar de dokter
ik bel 112 
brandwonde
ernstige wonde die bloed
ernstig auto ongeval 
blaar 
Te ernstig? Onzeker? Dokter
hartstilstand
schaafwonde
verslikt + ademnood
? verslikt + ademnood
verstuikt

Slide 127 - Slide

This item has no instructions

Doel 2 
Bij verschillende verwondingen beoordelen welke hulpverlening aangewezen is 

beoordelen of ze de hulp van een volwassene/hulpverlener moeten inroepen.



Slide 128 - Slide

This item has no instructions

Brandwonden
EERST WATER, DE REST KOMT LATER 

was handen
1) 10 tot 20 min. water 
2) brandwondezalf en steriel gaasje
3) pleister 

Slide 129 - Slide

This item has no instructions

Brandwonden
EERST WATER, DE REST KOMT LATER 

was handen
1) 10 tot 20 min. water 
2) brandwondezalf en steriel gaasje
3) pleister 

Slide 130 - Slide

This item has no instructions

Blaar
was handen
1) was met water en zeep 
2)  prik de blaar door met steriel  naald 
3) druk het vocht uit de blaar met schoon doekje 
4) ontsmet 
5) pleister 




wat is steriel? 

Slide 131 - Slide

This item has no instructions

Blaar
was handen
1) was met water en zeep 
2)  prik de blaar door met steriel  naald 
3) druk het vocht uit de blaar met schoon doekje 
4) ontsmet 
5) pleister 




wat is steriel? 

Slide 132 - Slide

This item has no instructions

Schaafwonde
1) was handen 
2) spoel wonde met stromend water 
3) dep de huid droog rond de wonde
4) steriel kompres op de wonde en kleef vast   

Slide 133 - Slide

This item has no instructions

Schaafwonde
1) was handen 
2) spoel wonde met stromend water 
3) dep de huid droog rond de wonde
4) steriel kompres op de wonde en kleef vast   

Slide 134 - Slide

This item has no instructions

Ernstige wonde die veel bloed
1) wegwerphandschoenen 
2) stelp de bloeding  door 10 minuten met een steriel verband te drukken op de wonde
3) kompres op de wonde 
4) drukverband op een dik pak kompressen 

Slide 135 - Slide

This item has no instructions

Ernstige wonde die veel bloed
1) wegwerphandschoenen 
2) stelp de bloeding  door 10 minuten met een steriel verband te drukken op de wonde
3) kompres op de wonde 
4) drukverband op een dik pak kompressen 

Slide 136 - Slide

This item has no instructions

Doel 3 
De volgende types wonden verzorgen: brandwonde, blaar, schaafwonde, snijwonde


Slide 137 - Slide

This item has no instructions

Verslikken 
1) Moedig aan om te hoesten 

2) Je staat schuin achter de persoon
5 slagen op de rug met de hiel van de hand terwijl je de borstkast ondersteunt
   

1) sla armen om de persoon
2) haak handen in elkaar 
3) tussen navel en borstbeen 
4) krachtige buikstoot: naar achter en tegelijk omhoog 

Slide 138 - Slide

This item has no instructions

Verslikken 
1) Moedig aan om te hoesten 

2) Je staat schuin achter de persoon
5 slagen op de rug met de hiel van de hand terwijl je de borstkast ondersteunt
   

1) sla armen om de persoon
2) haak handen in elkaar 
3) tussen navel en borstbeen 
4) krachtige buikstoot: naar achter en tegelijk omhoog 

Slide 139 - Slide

This item has no instructions

Doel 4
Inschatten of een verstikking licht of ernstig is 

daarbij gepast handelen door de techniek ‘op de rug slaan’ correct toe te passen.

Slide 140 - Slide

This item has no instructions

Verstuiken
1) laat zitten
2) been iets hoger leggen 
3) koelen
 

Slide 141 - Slide

This item has no instructions

Verstuiken
1) laat zitten
2) been iets hoger leggen 
3) koelen
 

Slide 142 - Slide

This item has no instructions

Verschil 
verstuiken - breken - ontwrichten
verstuiking
breuk 
ontwrichting
- zwelling 
-lichaamsdeel in ongewone stand 
- bot gebarsten/gebroken
- zwelling

- lichaamsdeel in ongewone stand 
- zwelling
- gewricht verschoven 
- gewrichtsbanden uitgerekt/gescheurd
- koelen 
- foto's nemen 
- lichaamsdeel niet bewegen
- steunen in draagdoek
- operatie + gips

- koelen 
- ondersteunen met draagverband

Slide 143 - Slide

This item has no instructions

Verschil 
verstuiken - breken - ontwrichten
verstuiking
breuk 
ontwrichting
- zwelling 
-lichaamsdeel in ongewone stand 
- bot gebarsten/gebroken
- zwelling

- lichaamsdeel in ongewone stand 
- zwelling
- gewricht verschoven 
- gewrichtsbanden uitgerekt/gescheurd
- koelen 
- foto's nemen 
- lichaamsdeel niet bewegen
- steunen in draagdoek
- operatie + gips

- koelen 
- ondersteunen met draagverband

Slide 144 - Slide

This item has no instructions

Doel 5
Passende hulp geven bij een verstuiking.
De kenmerken van volgende letsels kennen: verstuiking, ontwrichting en breuk.


Slide 145 - Slide

This item has no instructions

Je ziet een ernstig ongeval
1) zorg voor veiligheid 
2) controleer slachtoffer: bewust?  ademhaling? 
3) verwittig hulpdienst
4)  wat heeft eerst aandacht nodig? Verleen die hulp 

Slide 146 - Slide

This item has no instructions

Je ziet een ernstig ongeval
1) zorg voor veiligheid 
2) controleer slachtoffer: bewust?  ademhaling? 
3) verwittig hulpdienst
4)  wat heeft eerst aandacht nodig? Verleen die hulp 

Slide 147 - Slide

This item has no instructions

verbanden aanleggen

Slide 148 - Slide

This item has no instructions

spiraalverband

= om een steriel kompres op zijn plaats te houden 

1) leg het begin een beetje schuin + eerste winding
2) tweede winding +  vouw het tipje een beetje schuin 
3) windingen die telkens overlappen 
4) maak vast met haakjes of pleister 
drukverband 

= om bloedingen te stelpen 

1) kompres op wonde 
2) houd kortste einde vast 
3) draai enkele malen stevig rond 
4) breng bovenop de plaats van de wonde een prop en draai de zwachtel verder rond 
5) knoop stevig vast 

Slide 149 - Slide

This item has no instructions

spiraalverband



drukverband

Slide 150 - Slide

This item has no instructions

Doel 6
Een spiraalverband en een drukverband aanleggen.


Slide 151 - Slide

This item has no instructions

hulp zoeken

Slide 152 - Slide

This item has no instructions

112
WAAR : adres 
WAT : gebeurt
WIE : slachtoffer

Slide 153 - Slide

This item has no instructions

reanimatie + AED 

Slide 154 - Slide

This item has no instructions

AED 
Automatische 
Externe 
Defibrillator
  
= machine die jouw 
vertelt wat je moet doen 
= machine die 
elektrische schokken toedienen 

Slide 155 - Slide

This item has no instructions

WAAR AED? 
- openbare plekken en in publieke gebouwen
- kijk eens rond 

Slide 156 - Slide

This item has no instructions

JIJ??
Moet jij de AED gebruiken? 

NEEN --> als er volwassen zijn 
JA --> als je alleen bent met bv een volwassenen die een hartstilstand krijgt en je weet de AED liggen

Slide 157 - Slide

This item has no instructions

Doel 7

Het pictogram van een AED (defibrilatietoestel) herkennen.


Slide 158 - Slide

This item has no instructions

Doel 8

De functie van een AED verwoorden.

Slide 159 - Slide

This item has no instructions

Doel 9
De geschreven instructies van het AED begrijpen.

Slide 160 - Slide

This item has no instructions

Hartstilstand --> CPR
CPR  
reanimatie of cardiopulmonale resuscitatie
= kunstmatig de ademhaling overnemen 
= beademing 

-> kan met of zonder AED 

Slide 161 - Slide

This item has no instructions

LES 6: grote herstellingen 
reserve-onderdelen 

Slide 162 - Slide

This item has no instructions

lichamelijke beperking
= niet zelfde als een verstandelijke beperking 

hulpmiddelen die het leven makkelijker maken 
- prothese
- robothand
- blade 
- steeds nieuwe technieken en wetenschappelijke vooruitgang

Slide 163 - Slide

This item has no instructions

voordelen aan vooruitgang

kan leven vergemakkelijken 
nadelen aan vooruitgang 

Slide 164 - Slide

This item has no instructions