What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3V Verleden tijd haben en sein + vt zwakke werkwoorden
Haben, sein, werden
+
zwakke werkwoorden
in de verleden tijd
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Haben, sein, werden
+
zwakke werkwoorden
in de verleden tijd
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
kennen/kunnen
Je weet hoe je de
verleden tijd
in het Duits bij
zwakke werkwoorden
maakt.
2. Je kunt de
verleden tijd
maken bij zwakke werkwoorden met een
-d of -t in de stam
.
3. Je kunt de
verleden tijd
maken bij haben, sein, werden.
Slide 2 - Slide
Zwakke werkwoorden
...zijn regelmatig (geen klinkerverandering in de verleden tijd)
... hebben een vaste stam
...hebben vaste uitgangen
Er bestaat ook een handig ezelsbruggetje voor. De Feesttenten regel
Slide 3 - Slide
Je leerde de volgende rij voor de tegenwoordige tijd
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
stam
+ e
stam
+ st
stam
+ t
stam
+ en
stam
+ t
stam
+ en
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
-te
-test
-te
-ten
-ten
-tet
Slide 6 - Drag question
1/6 Er ..... bis 1789 Musik an der Universität Bonn. (studeerde)
A
studiert
B
studierte
C
studiertet
D
studieret
Slide 7 - Quiz
2/6 Vertaal 'jullie kochten'
kaufen (= kopen)
A
ihr kaufte
B
ihr kauften
C
ihr kauftet
D
ihr kauft
Slide 8 - Quiz
3/6 Verleden tijd: machen
Es ....... richtig Spaß, das Lied zu singen.
A
macht
B
machte
C
machtet
D
machst
Slide 9 - Quiz
4/6 Verleden tijd: lachen
Mein Freund ...... über einen Witz.
Slide 10 - Open question
5/6 Verleden tijd: weinen
Du ...., weil du dein Handy verloren hattest?
Slide 11 - Open question
6/6 En bij deze?
Ich ___________ (warten) eine Stunde lang auf den Bus.
Slide 12 - Open question
Bijzonderheden........
Als de stam eindigt op
-d
of
-t
dan beginnen alle uitgangen automatisch met een
'e'
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Verleden tijd
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
red
red
red
red
red
red
-ete
-etest
-ete
-eten
-eten
-etet
Slide 15 - Drag question
1/5 Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> er [arbeiten]
A
arbeitet
B
arbeitete
C
arbeitetet
D
arbeite
Slide 16 - Quiz
2/5 Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> ihr [baden]
A
bade
B
badet
C
badete
D
badetet
Slide 17 - Quiz
3/5 Verleden tijd:
Warum [antworten] du nicht?
Slide 18 - Open question
4/5 Verleden tijd: antworten
Wer ...... auf diese schwierige Frage?
A
antworteten
B
antworetet
C
antwortete
D
antworte
Slide 19 - Quiz
5/5 Vertaal 'wij borstelden'
bürsten (= borstelen)
A
wir bürsten
B
wir bürstet
C
wir bürsteten
D
wir bürstten
Slide 20 - Quiz
Hoe beheers je de nieuwe werkwoorden (verleden tijd) grammatica?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
A3_vt zwakke werkwoorden
October 2022
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
peul - O.V.T. zwakke werkwoorden
November 2020
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
H3 Zugspitze Schritt 18-28 - O.V.T. zwakke werkwoorden
March 2022
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
peul - O.V.T. zwakke werkwoorden
March 2022
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Verleden + voltooide tijd
April 2023
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
peul - O.V.T. zwakke werkwoorden
May 2021
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
A3_vt zwakke werkwoorden
September 2024
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
zwakke werkwoorden in de verleden tijd
December 2023
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4