1BCE. Extra oefening PW

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Hallo allemaal!

Vandaag:

* Wat moeten we leren?

* Samen beginnen aan de samenvatting

* Test jezelf

Wat moeten we leren?

Basisstof 1: vanaf bladzijde 80

Basisstof 2: vanaf bladzijde 86

Basisstof 3: vanaf bladzijde 95

Basisstof 4: vanaf bladzijde 102

Basisstof 5: vanaf bladzijde 107

Ik beheers de lesstof goed, en ga zeker een voldoende halen!

110

Van cel naar orgaan

Elk deel heeft een 

eigen taak.

Die delen werken

samen en houden

het organisme

levend.

Bloedvatenstelsel

Organen:

Hart en alle bloedvaten.

Belangrijk bloedvat: aorta, dit is 

het 'hoofd' bloedvat

Verteringsstelsel

Alle organen die nodig zijn om je 

eten te verteren.

Organen:

slokdarm, lever, maag, dunne darm

en dikke darm

Ademhalingsstelsel

Gebruik je om adem te halen

Organen:

Luchtpijp, bronchie, long

Cellen van dieren

Celplasma: water met opgeloste 

stoffen

Celmembraan: dun 'velletje' om de 

cel

Celkern: Regelt alles wat in de cel

gebeurt.

De longen zijn een belangrijk orgaan in het verteringsstelsel

Ja = zitten

Nee = staan

Het celplasma is het 'velletje' van de cel.

Ja = zitten

Nee = staan

De volgorde van groot naar klein:

Organisme- orgaanstelsel - orgaan - weefsel - cel

Ja = zitten

Nee = staan

Cellen van planten

Ook:

celplasma+ celmembraan + celkern

Extra:

Grote vacuole: blaasje gevuld met vocht

Bladgroenkorrels: hierin vindt de fotosynthese 

plaats

Celwand: dikke extra laag om de cel. Zorgt voor de stevigheid

Bladeren

Een blad bestaat uit een 

bladschijf en een 

bladsteel.

Vatenstelsel

In een stengel lopen lange en dunne buisjes: 

de vaten.

Vaten bij elkaar noem je een vaatbundel.

Deze beginnen vanaf de wortels en 

brengen voedingsstoffen naar 

het blad.

Hallo allemaal!

Vandaag:

* Samenvatting planten nakijken

* Verder aan de samenvatting

* Test jezelf

Wat zit er in de celkern?

In de celkern liggen chromosomen, dit zijn lange dunne draadjes

Een mens heeft 46 chromosomen

Erfelijke eigenschappen

Chromosomen bestaan uit DNA.

In het DNA zitten de erfelijke eigenschappen.

In elke cel van jou zit dus informatie over hoe lang je gaat worden, welke kleur haar en oogkleur je hebt.

Nieuwe cellen

Sommige cellen blijven jaren in leven, andere type cellen leven maar kort.

Bij welk orgaan blijven cellen jaren in leven?

Celdeling

1. Er ontstaan 2 celkernen

2. De cel deelt zich in 2 helften, 

elke helft krijgt 1 celkern

3. De 2 helften zijn nu los van elkaar

Hoeveel chromosomen zitten er in elke celkern?

Wat is de moedercel en wat is de dochtercel in het plaatje?

Celdeling 2

4. de nieuwe dochtercellen 

gaan groeien

5. De dochtercellen zijn nu net 

zo groot als de moedercel

Denk aan:

- Moedercel / dochtercel

- Kerndeling / celdeling

- Hoeveel chromosomen?

Tijd over?

Ga in duo's met behulp van de flitskaarten (online leeromgeving) je overhoren

of

Maak de test jezelf bij basisstof 1 t/m 5

Morgen bij biologie:

Maken we de D-toets van hoofdstuk 2. Organen en cellen

Vergeet niet je laptop opgeladen mee te nemen!