Concurrentie: De strijd om de klant

Concurrentie: De strijd om de klant

Leerdoelen

- Begrijpen wat concurrentie is.
- Inzicht krijgen in het belang van concurrentie.
- Weten hoe concurrentie werkt in de praktijk.

Deze slide geeft de leerdoelen van de les weer. Bespreek deze met de studenten voordat je begint.

What do you already know about concurrentie?

Wat is concurrentie?

Concurrentie is de strijd tussen bedrijven om klanten te winnen. Bedrijven proberen elkaar te overtreffen in prijs, kwaliteit en service.

Leg uit dat concurrentie een essentieel onderdeel is van de markteconomie. Bespreek de definitie en stel vragen om te controleren of de studenten het begrijpen.

Waarom is concurrentie belangrijk?

Concurrentie zorgt voor betere producten en diensten, lagere prijzen en meer keuze voor de klant. Het stimuleert innovatie en efficiëntie.

Beschrijf de voordelen van concurrentie voor de consumenten en de economie. Laat de studenten nadenken over voorbeelden van concurrentie die ze in hun dagelijks leven hebben gezien.

Hoe werkt concurrentie in de praktijk?

Bedrijven proberen hun producten of diensten te onderscheiden van die van hun concurrenten. Dit kan door middel van marketing, reclame, verpakking, prijsstelling en klantenservice.

Leg uit hoe bedrijven concurreren en hoe ze proberen op te vallen in de markt. Bespreek de verschillende strategieën die bedrijven kunnen gebruiken om zich te onderscheiden.

Concurrentiebeleid

Overheden hebben wetten en regels om concurrentie te bevorderen en te beschermen. Dit wordt het concurrentiebeleid genoemd.

Leg uit dat overheden soms ingrijpen om concurrentie te bevorderen en monopolies te voorkomen. Bespreek de rol van het concurrentiebeleid en hoe het kan helpen om een eerlijke en gezonde markt te creëren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.