Les 5- Het belang van netwerken

Les 3
Cirkel van invloed
Ondernemend gedrag gaat over; ondernemend zijn in je eigen werk, meedenken, kansen zien en kansen pakken, je verantwoordelijk voelen, oplossingsgericht zijn, een lerende houding hebben en aanpakken. 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MBO

This lesson contains 22 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Les 3
Cirkel van invloed
Ondernemend gedrag gaat over; ondernemend zijn in je eigen werk, meedenken, kansen zien en kansen pakken, je verantwoordelijk voelen, oplossingsgericht zijn, een lerende houding hebben en aanpakken. 

Slide 1 - Slide

Keuzedeel ondernemend gedrag

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Doel van deze opdracht
Aan het eind van deze opdracht heb jij je eigen netwerk inzichtelijk gemaakt. 

Slide 4 - Slide

Wat is netwerk?
Netwerken houdt in dat je met verschillende mensen contact hebt die met jouw werkveld en studie te maken hebben. 

Hoe groter je netwerk hoe gemakkelijker je aan informatie komt en hoe meer ideeen je kunt opdoen. 

Het helpt je om gemakkelijker een stageplek en later een baan te vinden.  

Slide 5 - Slide

4 manieren om te starten met netwerken

  1. Stage of bijbaantje 
  2. Online
  3. Familie, vrienden, kennissen, buurtbewoners e.d.
  4. Mensen uit je opleiding 

Slide 6 - Slide

Stage 
Een goede indruk achterlaten kan evt. zorgen voor een baan. 

Werkgevers willen graag jonge, talentvolle en positief ingestelde mensen. 

Leer zo veel mogelijk mensen binnen de organisatie kennen. Dat kan later van pas komen. 

Slide 7 - Slide

Online
  1. CV posting                                   
  2. LinkedIn
  3. Relevante websites volgen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Familie, vrienden, kennissen, buurtbewoners e.d.

Misschien zijn er in de kring van bekende om je heen wel mensen die in de sector werken, waar jij een opleiding in volgt. 

  • ga in gesprek
  • vraag of je een dag mag meelopen
  • hou de website van deze bedrijven of instellingen in de gaten

Slide 11 - Slide

Mensen uit je opleiding 
Je maakt kennis met:
  • studenten uit je eigen jaar 
  • ouderejaars
  • docenten 

Houd deze contacten ook na je opleiding warm.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Opdracht 1
Hoe ziet jouw persoonlijke netwerk eruit? Met deze opdracht krijg je inzicht in je eigen sociale relaties. 

Maak deze opdracht in een Word bestand. 

Stap 1
Schrijf de namen op van mensen die jij kent en die iets voor jou kunnen betekenen. Doe dit eerst uit je hoofd.  


Slide 14 - Slide

Opdracht 1
Stap 2
Verdeel deze bekende in groepen waartoe zij behoren. Bijvoorbeeld familie, vrienden, collega's, klasgenoten, teamgenoten enzovoort. 
Schijf deze groepen op en vul daaronder de namen in. 

Stap 3
Maak een netwerkkaart (zie afbeelding op de volgende sheet) en vul deze in.  Kies 4 groepen en plaats deze elk in een kwadrant. Ga daarbij voor jezelf na wie binnen deze groep dicht bij jou staat (in het midden) en wie verder weg. 


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opdracht 2
Hoe maak je gebruik van je netwerk?
Je gaat een gesprek voeren met iemand uit jouw omgeving die je kent of nog niet kent. Deze persoon ga je interviewen. De persoon die jij gaat interviewen moet werken bij een bedrijf dat jou interessant lijkt of heeft een interessant beroep. 

Het doel is niet het vinden van een baan, maar leren om een leuk gesprek te hebben. 

Slide 17 - Slide

Opdracht 2
De opdracht maak je in een Word bestand.  

Stap 1           Zoek contact met de persoon die jij graag wilt gaan interviewen                            of met iemand die jou in contact kan brengen met de persoon                               die jij wilt gaan interviewen
Stap 2          Bedenk 10 vragen over dat bedrijf of beroep waar jij graag mee                                over te weten wilt komen
Stap 3          Neem het interview af
Stap  4         Werk het interview uit in het Word bestand

 

Slide 18 - Slide

Opdracht 3
Nadat je het interview hebt gehouden en hebt uitgewerkt geef je antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe verliep het proces om in contact te komen met de persoon? Wat ging er goed en wat ging minder goed?
  • Hoe is het gesprek gegaan? Wat ging goed en wat ging minder goed?
  • Wat heb je uit het gesprek geleerd?
  • Ga je vaker op deze manier contact zoeken met mensen die je interessant vindt? Zo ja, waarom? Zo nee, wat houdt je tegen?



Slide 19 - Slide

Opdrachten inleveren 
Wanneer?      Opdracht 1 tot en met 3 moet je voor zondag 07 
                           juni 17:00 uur inleveren. 
Hoe?                Je levert de opdracht in via de mail bij je docent



Slide 20 - Slide

Succes!!

Slide 21 - Slide

21 eeuwse vaardigheden
Cirkel van invloed
Kritische denkvaardigheden
Klantgericht werken
Netwerken

Slide 22 - Slide