Lang, lang geleden, in het jaar 270 na Christus om precies te zijn, leefde er eens een Romein. Het was een jonge Romein. Valentijn heette hij. Zijn beroep? Priester. Hij leefde in een tijd waarin de Romeinen een zware strijd met de Goten uitvochten. Keizer Claudius II kon in deze strijd geen manschap missen. Daarom stelde hij hoge eisen aan zijn strijders.