Hoofdstuk 3, paragraaf 2.

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Tekst

Hoofdstuk 3, paragraaf 2.

De Franse Revolutie

Pagina 117

Wat gaan wij doen vandaag?

• Inleveren PO LB/GS
• Terugblik Ancien Regime
• Verhaal Jean Baptiste Lully
• Studiewijzer
• Meeschrijfchallange 
• Aan de slag!
• Afsluiting

Terugblik

Op het bord staan Twee Begrippen. 

Verlichting en Ancien Regime.

Jullie krijgen een stift en moeten in 3 minuten tijd zo veel mogelijk dingen opschrijven die met deze twee begrippen te maken hebben!

Op het einde bespreken we dit!

Jean Baptiste Lully

Studiewijzer 

Week	Lesdoel	Opdracht
19-12 / 23-12	Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren. Je kunt uitleggen welke politieke en sociale verandering het gevolg waren van de Franse Revolutie. Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind.	1 t/m 11 van paragraaf 2.

De tijd van pruiken en revoluties

Pruiken = macht/adel. Deze willen hun macht en welvaart behouden.

Revolutie = Een snelle verandering die grote gevolgen heeft. Opstand.

Meeschrijf challenge 

Het doel van de les is:

Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren.

Jullie gaan tijdens de LessonUP verschillende Oorzaken van de Franse Revolutie opschrijven die je tegenkomt. Op het einde bespreken wij dit. Hoe veel oorzaken kan jij opschrijven?  

Nieuwe volksvertegenwoordiging

Eind 18e eeuw: Frankrijk diepe financiële crisis.

Koning Lodewijk XVI wil nieuwe belastingen invoeren, maar heeft goedkeuring nodig van de Staten-Generaal. 

Hierin zitten de 3 standen. --> --> --> ->

Kans voor de derde stand, deze mag nu ook meepraten. 

Bron 1: Staatsportret van koning Lodewijk XVI. 

Nieuwe volksvertegenwoordiging

1789: Staten-Generaal bij een.

Er ontstond over de telling. 

Derde Stand richting nieuwe Volksvertegenwoordiging op:

= Een officiële bijeenkomst van vertegenwoordigers van het volk, waar politieke besluiten worden genomen. 

Bron 2: De Staten-Generaal komen bij een. Elke stand is hierin vertegenwoordig. 1e stand: 300 leden, 2e stand: 300 leden en de 3de stand: 600 leden

Nieuwe volksvertegenwoordiging

In de Nationale vergadering werd er vergaderd over hoe de samenleving verbeterd kon worden. Het bestuur moest namelijk anders.

Hier komt dat verlichtingsdenken in terug!

Bron 3: De Nationale Vergadering wordt uitgeroepen. Uiteindelijk komen alle drie de standen in deze volksvertegenwoordiging te zitten.

Nieuwe volksvertegenwoordiging

De koning moest de Nationale vergadering erkennen.

Rest van het land kwamen boeren en burgers in opstand. De derde stand moest de baas zijn!

Bestorming Bastille: 

Uitbreken: Franse Revolutie.

Bron 4: 14 juli 1789. De Franse gevangenis ''De Bastille'' wordt bestormd door een menigte woedende burgers.

Conclusie

Oorzaken Revolutie:

Conclusie

Oorzaken Revolutie:

1: De Grote ongelijkheid en onrechtvaardigheid van het ancien régime:

2: Het ontstaan van verlichte ideeën over de samenleving en het bestuur:

3: Het geldtekort van de Franse staat. 

Aan de slag!

Lees: Hoofdstuk 3, paragraaf 2.

Maak: 1 t/m 11

Klaar?

Leren paragraaf 1 + 2 hoofdstuk 3.

Volgende les:

https://schooltv.nl/video/high-speed-history-wat-is-de-franse-revolutie/

Tekst

Hoofdstuk 3, paragraaf 2.

De Franse Revolutie

Pagina 117

Wat gaan wij doen vandaag?

• Terugblik
• Studiewijzer
• Instructie
• Aan de slag!
• Afsluiting

Terugblik

Op het bord schrijf de docent vier woordwebs.

Elk met daarin ''Oorzaken Franse Revolutie''.

Elke rij met leerlingen stuurt één leerling naar voren om de meeste oorzaken op te schrijven.

Wie het snelste de juiste antwoorden geeft, WINT!

Studiewijzer 

Week	Lesdoel	Opdracht
19-12 / 23-12	Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren. Je kunt uitleggen welke politieke en sociale verandering het gevolg waren van de Franse Revolutie. Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind .	1 t/m 11 van paragraaf 2.

De tijd van pruiken en revoluties

Pruiken = macht/adel. Deze willen hun macht en welvaart behouden.

Revolutie = Een snelle verandering die grote gevolgen heeft. Opstand.

Voorbeelden van Revoluties

Langzame Revolutie                                Snelle Revolutie

De nieuwe samenleving

Na de bestorming van de Bastille:

Nationale vergadering:

1.  schaft privileges 1e en 2e stand af.
2. Verklaring van de rechten van de mens en de burger > ontstaan van Grondrechten. (sociaal)
3. 1791: Nieuwe Grondwet. (politiek

Bron 1: 14 juli 1789. De Franse gevangenis ''De Bastille'' wordt bestormd door een menigte woedende burgers.

Grondwet en Grondrechten

Grondwet =

Voorbeelden:

Grondrechten =

Voorbeelden: 

De Revolutie ontspoort

Door de revolutie voelen de edelen zich bedreigd -> Vluchten.

Zo ook de koning (Zie bron 2). 

Lodewijk werd als landverrader gezien en werd veroordeeld onder de Guilotine

Bron 2: Arrestatie van de koninklijke familie, in de buurt van de kerk van Saint-Gengoult in Varennes door de nationale garde en burgers, op de avond van 22 juni 1791.

In de Nationale vergadering zaten twee partijen:

Gematigden

Groep mensen die niet al te veel veranderingen wil doorvoeren of die de samenleving geleidelijk wil veranderen.

Radicalen

Groep mensen die snelle en grote veranderingen wil. 

Onder Robespierre een schrikbewind: de Terreur breekt uit. 

<- Robespierre

40.000 onder de guillotine 

Aan de slag!

Lees: Hoofdstuk 3, paragraaf 2.

Maak: 1 t/m 11

Klaar?

Leren paragraaf 1 + 2 hoofdstuk 3.

Afsluiting

Noteer voor jezelf 

1 politieke verandering

1 sociale verandering

door de Franse revolutie. 

Afsluiting

Je krijgt van de docent een Post-it

Schrijf het volgende op:

Wat is een oorzaak en wat is een gevolg?

Plak je Post-It op het bord, dan kan je het lokaal verlaten.