Blok 2 - Over taal - les 2 - 2H3O - samenstellingen & figuurlijke taal

Welkom bij Nederlands!



  • Begin met 20 minuten lezen in je leesboek.

Startopdracht
timer
20:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!



  • Begin met 20 minuten lezen in je leesboek.

Startopdracht
timer
20:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  1. Terugblik vorige les, typische toetsvraag?
  2. Wat gaan je deze les leren (lesdoel); samenstellingen en figuurlijk taalgebruik
  3. Uitleg theorie, instructie opdrachten;
  4. Zelfstandig werken aan opdrachten;
  5. Lesafsluiting: evaluatie les, huiswerk, volgende les.
Lesprogramma - Blok 2 Over Taal 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik Spelling - Typische Toetsvraag (1)
Stappenplan moeilijke woorden
Lees de zin hieronder en zoek het synoniem van het onderstreepte woord. Noteer het synoniem.

Alles voor het feest is geregeld, we hebben alles goed georganiseerd. 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Uitleg Stappenplan moeilijke woorden 
blz. 31 (B) / blz. 33 (KGT)
1.
Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd.
2.
3.
4.
Kijk naar bekende stukjes in het woord.
Kijk naar de plaatjes bij de tekst.
Vraag de betekenis of zoek op in het woordenboek.

Slide 4 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Kunnen

Je weet wat een samenstelling is.

Je weet wat figuurlijk taalgebruik is.

Je weet hoe je de betekenis van een uitdrukking moet opzoeken in het woordenboek.






Je kunt samenstellingen herkennen.

Je kunt de betekenis van uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek.





Weten

Slide 5 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Samenstellingen: wat weet je nog/al?

Slide 6 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Samenstellingen
R 
Je hebt geleerd dat je nieuwe woorden kunt maken door twee of meer woorden aan elkaar te plakken.
Een taart met vruchten is een vruchtentaart en een hotel met drie sterren is een driesterrenhotel. 
Een woord dat uit twee of meer woorden bestaat, noem je een samenstelling.

Kijk bij een lang woord uit welke woorden het woord bestaat. Dan begrijp en onthoud je het woord vaak beter.

Slide 7 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Wat doe je als je de betekenis van een samenstelling wilt weten?
A. Je kijkt uit welke woorden het woord bestaat.
B. Je vraagt de betekenis aan je docent. 
C. Je zoekt de betekenis op in een woordenboek.

Slide 8 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Zelfstandig werken
Lees
Blok 2 - Over Taal
Samenstellingen 
Maak
(KGT) opdracht 6
Hoe
1. alleen en in stilte 
Tijd
1. 5 min. (daarna volgt uitleg over figuurlijk taalgebruik)
Klaar
Lezen in je leesboek 
Resultaat
Je weet wat je moet doen om de betekenis van een samenstelling te achterhalen.
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Figuurlijk taalgebruik: wat weet je nog/al?

Slide 10 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Figuurlijk taalgebruik - uitdrukkingen
R De Nederlandse taal zit vol met uitdrukkingen. De uitdrukkingen maken de taal leuk, maar soms ook moeilijker, want de woorden betekenen iets anders dan normaal (letterlijk taalgebruik).

Uitdrukkingen zijn voorbeelden van figuurlijk taalgebruik.


Slide 11 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.


Even oefenen
Welke zinnen zijn een uitdrukking?
  1. Daar komt de aap uit de mouw.

  2. De aap klimt hoog in de boom. 
  3. Ik bind het touw vast aan een paal.
  4. Ik sta voor paal.
  5. Dat is een fluitje van een cent.
  6. Bo is haar fluit verloren.

Slide 12 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Zo zoek je een uitdrukking op in het woordenboek
  • Kies het belangrijkste woord van de uitdrukking.
  • Zoek dat woord op.
  • Staat de uitdrukking er niet bij? Zoek dan bij een ander woord in de uitdrukking.

Slide 13 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.


Zelfstandig werken
Lees
Blok 2 - Over Taal
Figuurlijk taal / Uitdrukkingen
Maak
opdracht 8, 9 (online woordenboek gebruiken)
Hoe
1. alleen en in stilte 
Tijd
1. 5 min.                    2. 5 minuten
Klaar
Bedenk een typische toetsvraag Over Taal Blok 2 en stuur die via Teamsbericht.
Resultaat
Je kunt de betekenis van een uitdrukking opzoeken in het woordenboek.
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

1 .Uit welke woorden bestaat ijsberg?
2. Wat betekent het woord?

   

Samenstellingen - Lesdoel gehaald?

Slide 15 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Lees de zin hieronder en beantwoord de drie vragen:

Morgen moet je op tijd zijn, knoop dat in je oren!

  1.  Welke uitdrukking staat er in deze zin?
  2. Wat is het belangrijkste woord in deze uitdrukking? 
  3. Wat is de betekenis van deze uitdrukking?
   

Figuurlijk taalgebruik Lesdoel gehaald?

Slide 16 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Wat ging goed, wat kan anders?
Evaluatie en huiswerk
Huiswerk:
Wat niet af is tijdens de les. (Over Taal - blok 2 moet af zijn).
Volgende les
Verder met Blok 2 Over Taal 

Slide 17 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.