Hoofdstuk 7, Stoffen

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

7.3

Slide 22 - Slide

H- en P- Zinnen

Verwijzingen naar H-zinnen en P-zinnen komen voor op verpakkingen en beschrijvingen van chemische stoffen en hebben betrekking op risico's (H-zinnen, hazard) en Veiligheidsmaatregelen (P-zinnen, precaution).


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Afval
door productie onstaat afval

sommige afval veroorzaakt milieuschade in grond, water of lucht.

Slide 27 - Slide

Soorten afval

- Glasafval

- Elektronisch afval

- Oud papier

- Plastic en blik

- GFT (groente, fruit en tuinafval)

- KCA (klein chemisch afval)

- Restafval

Slide 28 - Slide

Klein chemisch afval (KCA)

KCA is huishoudelijk afval waar chemische stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu. Het afval bevat bijvoorbeeld lood, kwik, cadmium, chroom of organische oplosmiddelen.

Het moet apart worden ingeleverd bij de chemokar.

Slide 29 - Slide

chemische reactie of niet?
Een chemische reactie is een reactie waarbij je voor de reactie andere stoffen hebt dan na de reactie. Kortom voor de reactie heb je andere moleculen dan na de reactie. Een voorbeeld van een chemische reactie is bijv. de verbranding van aardgas.

Bij een verandering van fase (een fase-overgang) veranderd welliswaar de toestand van een stof, maar niet de stof zelf, dit is dus GEEN chemische reactie kijk maar:

Stel je laat de stof water van fase overgaan:
Ijs (water in de vaste fase) + warmte —> water (vloeibare fase)

je hebt dan voor en na de reactie dezelfde stof, namelijk water.

Slide 30 - Slide

Verbranding

Als een stof snel en met vlammen reageert met zuurstof uit de lucht, zeg je dat die stof verbrandt.


Er zijn 3 brandvoorwaarden:

Slide 31 - Slide

Volledige verbranding aardgas (chemische reactie)

Slide 32 - Slide

ontleden
Wanneer je water (H2O) onder stroom zet, dan ontleed water in losse atomen (H-atomen en (O-atomen). Ontleden van stoffen is het splitsen van moleculen waarbij nieuwe moleculen of elementen ontstaan. Dit kan gebeuren door de stof onder stroom te zetten of door verhitting. niet te verwarren met verbranden! bij verbranden is zuurstof nodig en bij ontleden niet! Ontleden is dus een chemische reactie, want de beginstof verdwijnt en er komen andere reactie producten voor terug.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

verbranden (van aardgas)
je kunt de verbranding van aardgas weergeven in een reactieschema. In een reactieschema staan de beginproducten voor de pijl. Deze verdwijnen in de reactie en de atomen van de beginstoffen vormen nieuwe stoffen, de reactieproducten.

beginstoffen —> reactieproducten

voorbeeld:

aardgas (CH4) + zuurstof (O2) —> koolstofdioxide (CO2) + water (H2O)

Slide 35 - Slide

corrosie
corrosie is een ander woord voor het aantasten van metalen onder invloed van stoffen in de lucht. Ijzer wordt bijv. aangetast door zuurstof en vocht. corrosie van ijzer is beter bekend onder de naam roesten. het laagje roest dat op ijzer ontstaat is poreus, dat wil zeggen dat deze stoffen gewoon door laat. water en zuurstof dringen dus door het roest laagje heen en ijzer wordt onder het roest ook aangetast tot het ijzer helemaal door geroest is. sommige metalen vormen een niet-poreus laagje bij het corroderen, neem bijv. het groene laagje corrosie op koper. koper rot dus niet door. Aluminium en lood rotten ook niet door, vanwege hun niet-poreuze corrosie laagje.

Slide 36 - Slide