Module 3.2. De Sociale Kwestie


Module 3.2.
De Sociale Kwestie


1 / 34
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Module 3.2.
De Sociale Kwestie


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat weet jij nog?

Slide 3 - Slide

Welk begrip hoort bij de volgende betekenis:

"Ingrijpende verandering in de productie, waarbij handarbeid werd vervangen door machines."
A
Kapitalisme
B
Handnijverheid
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 4 - Quiz

Wat was 1 van de belangrijkste uitvindingen van de industriële revolutie?
A
De ploeg
B
De stoommachine
C
De dienstensector
D
De computer

Slide 5 - Quiz

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Duitsland
B
Nederland
C
Frankrijk
D
Engeland

Slide 6 - Quiz

Industriële Revolutie
  • De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie

  • Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)

  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine

Slide 7 - Slide

Gevolgen van de industrialistatie
  • Huisnijverheid (gedaan door boeren) kan niet meer op tegen snelle productie van de fabrieken.

  • Arbeiders trekken naar de stad 

  • Steden groeien erg snel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De Sociale Kwestie
  • Een kwestie is een probleem

  • Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.

  • Armoede probleem

Slide 10 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie? 
  • ‘De rijken worden rijker, de armen worden armer’

  • Alleen ‘de rijken’ mogen stemmen.

  • Hierdoor blijven ‘de rijken’ aan de macht.

  • Eind 19e eeuw.

  • Vooral in de steden.

Slide 11 - Slide

Slechte werkomstandigheden
  • onveilig en ongezond, saai werk
  • lange werkdagen (14u/dag)
  • lage lonen => amper gezin onderhouden
  • geen rechten !

Slide 12 - Slide

Kinderarbeid

  • Goedkoper dan volwassenen.

  • Nauwelijks onderwijs gehad. 
     (leerplicht vanaf 1900)

  • Noodzakelijk voor onderhoud gezin.

Slide 13 - Slide

Kinderarbeid is heel gewoon

Slide 14 - Slide

en nu...

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Kinderwetje van van Houten
  • Eerste sociale wet 1874

  • Kinderen onder de 12 jaar mochten niet meer werken in fabrieken 

  • Begin van sociale wetgeving in Nederland.

Slide 17 - Slide

Erbarmelijke woonomstandigheden
  • slechte kleine huisjes (krotten)
  • grauwe arbeiderswijken
  • veel gezinsleden
  • slecht eentonig voedsel (vlees was zeldzaam)
  • hoge kindersterfte
  • weinig hygiëne -> één toiletblok voor heel de wijk.

Slide 18 - Slide

Wat hoort niet bij de sociale kwestie?
A
Lage lonen
B
Lange werktijden
C
Slechte wegen
D
Onveilige fabrieken

Slide 19 - Quiz

Geen uitkering
  • Zieken, bejaarden en invaliden waren aangewezen op de liefdadigheid van de kerkelijke armenzorg.

  • Ze kregen eten, kleding en brandstof van de kerk 
      (maar dat was weinig)

Slide 20 - Slide

Wie helpt de arbeiders?

- vanaf 'de werkvloer'

  • Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's.

   


  • Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken. waarom?

  • Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.

Slide 21 - Slide

Wie helpt de arbeiders?

- vanaf 'de werkvloer'

  • Vakbonden: organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.
  • Als je lid was van een vakbond kon je staken: door lidmaatschap was er een kas waaruit je betaald werd, ook als je ziek was.

Slide 22 - Slide

Invoering Sociale wetten
  • Zeer slechte woon- werkomstandigheden arbeider
  • Regering zag dat ze hier iets aan moesten doen
  • 1874 Invoering eerste sociale wet (kinderwetje Van Houten --> kinderarbeid onder de 12 jaar in fabrieken verboden)

  • Invoering meer sociale wetten

Slide 23 - Slide

Van liefdadigheid naar sociale wetten
  • Armenwet (1854)
  • 'Kinderwetje van Van Houten' (1874)
  • Leerplichtwet (1900), 
  • Woningwet (1901),
  • Ongevallenwet (1901)


    Slide 24 - Slide

    Waarom werden er vakbonden opgericht door de arbeiders?

    Slide 25 - Open question

    Slide 26 - Slide

    Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

    Slide 27 - Open question

    Slide 28 - Slide

    Heeft deze afbeelding met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

    Slide 29 - Open question

    Slide 30 - Slide

    Heeft deze afbeelding te maken met de sociale kwestie? Leg kort uit.

    Slide 31 - Open question

    Slide 32 - Slide

    Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

    Slide 33 - Open question

    Leg het verband uit tussen de industrialisatie en de sociale kwestie in Nederland in de 19e eeuw

    Slide 34 - Open question