6.2 stroomkringen

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Geleider
Stof waardoor elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan gaan
Veel metalen zijn goede geleiders!

Slide 2 - Slide

Isolator
Stof waar elektrische stroom niet of heel lastig doorheen gaat.
Bijvoorbeeld glas, plastic, hout, lucht.

Slide 3 - Slide

Koper (metaal) geleid goed
Om de draad zit plastic: isolator

Slide 4 - Slide

Geleider
1
2

Slide 5 - Slide

Isolator
1
2

Slide 6 - Slide

geleider of isolator:
steen
A
geleider
B
isolator

Slide 7 - Quiz

geleider of isolator:
plastic
A
geleider
B
isolator

Slide 8 - Quiz

geleider of isolator:
metaal
A
geleider
B
isolator

Slide 9 - Quiz

Kunststof is een ???
A
Geleider
B
Half geleider
C
Isolator
D
Slechte Isolator

Slide 10 - Quiz

geleider of isolator:
Water met zout
A
geleider
B
isolator

Slide 11 - Quiz

Voorbeeld van een geleider is
A
hout
B
ijzer
C
plastic

Slide 12 - Quiz

Welke stof is een geleider?
A
Hout
B
papier
C
Glas
D
koolstof

Slide 13 - Quiz

Welke stof is een geleider?
A
aluminium
B
glas
C
pvc
D
rubber

Slide 14 - Quiz

Een geleider geeft de stroom goed door
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Schrikdraad is een goede geleider
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

De stof 'ijzer' is een...
A
Geleider
B
Isolator

Slide 17 - Quiz

Grafiet
(potlood vulling)
is een geleider
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Welke stof is een geleider?​

A
koper ​
B
rubber ​
C
bot
D
haren

Slide 19 - Quiz

is je lichaam een goede geleider?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Welke stof is geen geleider?
A
ijzer
B
koolstof
C
kunststof
D
zink

Slide 21 - Quiz

Ampèremeter
Een apparaat waarmee je de stroomsterkte meet
Het symbool voor stroomsterkte is I
De eenheid van stroomsterkte is ampère (A)

Slide 22 - Slide

Welk apparaat gebruik je om de stroomsterkte te meten
A
Voltmeter
B
Ampèremeter
C
Een schakeling

Slide 23 - Quiz

Symbolen om te leren!

Slide 24 - Slide

Hoe noemt het volgende symbool:
A
schakelaar
B
Voltmeter
C
Amperemeter
D
lamp

Slide 25 - Quiz

Hoe noemt het volgende symbool:
A
schakelaar
B
Voltmeter
C
Amperemeter
D
Lamp

Slide 26 - Quiz

Hoe noemt het volgende symbool:
A
schakelaar
B
Voltmeter
C
Amperemeter
D
Lamp

Slide 27 - Quiz

Hoe noemt het volgende symbool:
A
Schakelaar
B
Voltmeter
C
Amperemeter
D
Lamp

Slide 28 - Quiz