V5 Gérondif / Grammaire B

VWO 5
Répéter le gérondif et les verbes irréguliers
1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

VWO 5
Répéter le gérondif et les verbes irréguliers

Slide 1 - Slide

Een vorm van de gérondif is ...
A
danse
B
dansons
C
dansé
D
dansant

Slide 2 - Quiz

De gérondif maak je door...
A
-ant achter het hele werkwoord te plaatsen
B
-ant achter de nous-vorm uit de présent te zetten
C
en + tegenwoordig deelwoord
D
en + voltooid deelwoord

Slide 3 - Quiz

De gérondif kom je tegen bij: 
Vrai
Pas vrai
- Gelijktijdigheid
- Een voorwaarde
- Een onzekerheid
- Een gevoel
- Een manier

Slide 4 - Drag question

Hoe maak je de gérondif?
-Neem de nous-vorm van de tegenwoordige tijd     [parlons]
-Knip -ons eraf.                                                                  [parl]
Voeg -ant toe.                                                                           [parlant]

Slide 5 - Slide

De gérondif van faire is ...

Slide 6 - Open question

De gérondif van aller is ...

Slide 7 - Open question

De gérondif van lire is ...

Slide 8 - Open question

De gérondif van dire is ...

Slide 9 - Open question

De gérondif van regarder is ...

Slide 10 - Open question

Elle fait toujours le ménage ... (chanter).

Slide 11 - Open question

Nadia frappe à la porte ... (entrer) dans le bureau du directeur.

Slide 12 - Open question

... (aller) au collège, je porterai le pain au four.

Slide 13 - Open question

Elle crie ... (lever) les bras au ciel.

Slide 14 - Open question

nemen
moeten
volgen
bereiken
suivre
prendre
devoir
atteindre

Slide 15 - Drag question

Vervoeg:
devoir - passé composé - vous ...
timer
0:25

Slide 16 - Open question

Vervoeg:
devoir - imparfait - tu .........
timer
0:25

Slide 17 - Open question

Vervoeg:
devoir - conditionnel - je
timer
0:25

Slide 18 - Open question

Vervoeg:
devoir - présent - ils ...
timer
0:25

Slide 19 - Open question

Vervoeg:
devoir - futur simple - elle ...
timer
0:25

Slide 20 - Open question

Vervoeg: u zal moeten
timer
0:25

Slide 21 - Open question

Vervoeg: hij moet
timer
0:25

Slide 22 - Open question

Vervoeg: wij moesten
timer
0:25

Slide 23 - Open question

Vervoeg:
atteindre - présent - nous
timer
0:25

Slide 24 - Open question

Vervoeg:
atteindre - passé composé - vous
timer
0:25

Slide 25 - Open question

Vervoeg:
atteindre - imparfait - je
timer
0:25

Slide 26 - Open question

Vervoeg:
atteindre - futur simple - elles
timer
0:25

Slide 27 - Open question

Vervoeg:
atteindre - conditionnel - tu
timer
0:25

Slide 28 - Open question

Vervoeg:
suivre - présent - il
timer
0:25

Slide 29 - Open question

Vervoeg:
suivre - imparfait - nous
timer
0:25

Slide 30 - Open question

Vervoeg:
suivre - passé composé - vous
timer
0:25

Slide 31 - Open question

Vervoeg:
suivre - futur simple - elles
timer
0:25

Slide 32 - Open question

Vervoeg:
suivre - conditionnel - je
timer
0:25

Slide 33 - Open question

Vervoeg:
prendre - présent - je
timer
0:25

Slide 34 - Open question

Vervoeg:
prendre - imparfait - il
timer
0:25

Slide 35 - Open question

Vervoeg:
prendre - conditionnel - tu
timer
0:25

Slide 36 - Open question

Vervoeg:
prendre - passé composé - vous
timer
0:25

Slide 37 - Open question