H1 Stepping Stones Chapter 4 voca + I Grammar and Writing

Hoe vertaal je 'bedrijf' in het Engels?
A
bedrijf
B
company
C
factory
D
village
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

Hoe vertaal je 'bedrijf' in het Engels?
A
bedrijf
B
company
C
factory
D
village

Slide 1 - Quiz

Welke woorden hebben iets te maken met 'places to live'?
A
cottage
B
next to
C
flat
D
detached house

Slide 2 - Quiz

Wat betekent '(to) set the table'?

Slide 3 - Open question

Hoe vertaal je 'je kamer schoonmaken/opruimen' in het Engels?

Slide 4 - Open question

Prepositions of place

Slide 5 - Mind map

Hoe zeg je: 'Je gaat de vereerde kant op.' in het Engels?

Slide 6 - Open question

Wat betekent 'journey'?
A
dagboek
B
reis
C
onderzoek
D
journaal

Slide 7 - Quiz

Wat betekent: "(to) take out the rubbish'?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

I ... listening to the radio.
She .... baking a cake.
They ... playing GTA 5.
am
are
is

Slide 10 - Drag question

Wanneer gebruik je de Present Continuous?
A
iets gebeurt nu
B
iets gebeurt in de nabije toekomst
C
iets begon in het verleden en gaat door
D
iets gebeurde in het verleden

Slide 11 - Quiz

Make & Study:
Make: Chapter 4 - I Writing & Grammar ->
 ex. 54abd, 55ab, 56a, 58 p. 42-45 work/textbook
Study: Learning Corner p. 48-51 work/textbook

Slide 12 - Slide