Prepare L7 - Unit 3 - Phrasal verbs

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today's checklist
You can explain what phrasal verbs are
You can make sentences with phrasal verbs

-Check: Unit 3 Vocab Exc. 1, 2 (WB, p. 12) + Reading exc. 3, 4, 5 (WB, p. 13)
-Grammar Note: Phrasal verbs
-Do: Practice with Phrasal Verbs
-Do: Grammar Exc. 2, 3, 4 (WB, p. 14) + Vocab exc. 1, 2 (WB, p. 14)

Slide 2 - Slide

Phrasal verb
Een 'phrasal verb' is een combinatie van een werkwoord met een voorzetsel.

I get on the bus (get + on)
I take off my coat (take + off)
The car drives away (drives + away)

Slide 3 - Slide

Wat zijn voorzetsels ook alweer?

Slide 4 - Slide

Transitive vs. intransitive verbs
  • Transitive verbs: hebben een lijdend voorwerp nodig.
  • I need.... (information is missing) --> I need your help.
  • I take off... (information is missing) --> I take off my shoes.
  • Intransitive verbs: hebben geen lijdend voorwerp nodig.
  • I smiled. (no extra information can be added).
  • My car broke down --> no object is needed.

Slide 5 - Slide

Bob the Canadian legt uit...
Kijk naar het volgende filmpje over phrasal verbs, dus werkwoorden + voorzetsels

Met een phrasal verb in de zin weet je dat er in de zin iets beweegt of gedaan wordt.
Er is een ACTIE die plaatsvindt.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Let's practise!
Do: Grammar exc. 2, 3, 4 (SB, p. 22)
+ Grammar exc. 1, 4 (WB, p.14)

Let op!
separable = kan je wel uit elkaar halen (bijv. switch off)
inseparable = kan je niet uit elkaar halen (bijv. deal with)

Slide 8 - Slide

Let's practice!
Welke voorzetsels zie je?

Slide 9 - Slide

Next to
Opposite
In front of
Behind
On top of

Slide 10 - Drag question

Between
Through
Around
Across
Under

Slide 11 - Drag question

Next to
On (top of)
Opposite
Through
Under
Naast
boven(op)
Tegenover
Door(heen)
Onder

Slide 12 - Drag question

Let's practice some more
Je hebt net geoefend met voorzetsels.

Je gaat nu oefenen met phrasal verbs, dus
werkwoord + voorzetsel

Slide 13 - Slide

phrasal verbs
Kijk naar de plaatjes. Welke werkwoorden kun je hier bij bedenken? We zoeken echte DOE-woorden.

Slide 14 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?
Leg uit OF geef een voorbeeldzin.

Slide 15 - Mind map

That's all, folks!

Slide 16 - Slide