Stunde 3.5 (Grammatik)

Herzlichen Willkommen 

zum Deutschunterricht
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herzlichen Willkommen 

zum Deutschunterricht

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
- Die Lernziele
- Vorbereitung auf Grammatik 
- Grammatik Erklärung (Video) 
- Kurze Erklärung von mir 
- Üben mit LessonUp! 
- Sind die Lernziele erreicht?
- Hausaufgaben

Slide 2 - Slide

Die Lernziele
Am Ende dieser Stunde...
- kennt ihr die Artikel auf Deutsch.
- wisst ihr wie die Regeln richtig angewendet werden. 
- könnt ihr die Artikel selber den Wörtern zuordnen

Slide 3 - Slide

Wat is een lidwoord?
(je mag ook voorbeelden geven)
in het Nederlands

Slide 4 - Mind map

Lidwoorden
de man           de hond         de tafel
de vrouw        de kat             de muziek
het kind          het paard      het huis

lidwoorden :   de   /    het    (een = onbepaald lidwoord)

Slide 5 - Slide

Wir machen zuerst zusammen Aufgabe 17 (S. 78 ) - danach gucken wir ein kurzes Video über die Grammatik. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Heb je (tot nu toe) vragen?

Slide 8 - Open question

Woorden die eindigen op een "-e" zijn meestal:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 9 - Quiz

Als wij het lidwoord "het" gebruiken, vertaal je dat in het Duits meestal naar:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 10 - Quiz

Mannelijke personen krijgen het lidwoord:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 11 - Quiz

Vrouwelijke dieren krijgen het lidwoord:
A
Die
B
Das
C
Der
D
Die (meervoud)

Slide 12 - Quiz

der, die oder das?

Tante
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quiz

der, die oder das?

Bruder
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quiz

der, die oder das?

Haus
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quiz

der, die oder das?

Schwester
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quiz

der, die oder das?

Freunde
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quiz

der, die oder das?

Oma
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quiz

der, die oder das?

Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quiz

der, die oder das?

Königin Maxima

A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quiz

der, die oder das?

Eis (ijs)
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quiz

.... Katze

Slide 22 - Open question

.... Kuh

Slide 23 - Open question

.... Buch

Slide 24 - Open question

.... Pausen

Slide 25 - Open question

.... Stier

Slide 26 - Open question

.... Tier

Slide 27 - Open question

.... Bücher

Slide 28 - Open question

.... Pferd

Slide 29 - Open question

.... Cousin

Slide 30 - Open question

.... Spinne

Slide 31 - Open question

.... Lehrerinnen

Slide 32 - Open question

.... Spinne
.... Lehrer
.... Schaf
.... Schlaugen
die
das
die (meervoud)
der

Slide 33 - Drag question

Heb je nog vragen? Deze kun je hier stellen.

Slide 34 - Open question

Sind die Lernziele erreicht?
ja
nein
vielleicht
ein bisschen

Slide 35 - Poll

Hausaufgaben

- Machen: 18, 19 & 20 (S. 79-80)
- Lernen: Die Grammatikregeln

Slide 36 - Slide