1.4 ontwikkelingen in verschillende snelheden

ontwikkeling in verschillende snelheden 

- invullen enquête 
- uitleg 

(huiswerk)
1 / 56
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

ontwikkeling in verschillende snelheden 

- invullen enquête 
- uitleg 

(huiswerk)

Slide 1 - Slide

Centrum
Centrum
Semiperiferie
Semiperiferie
Periferie

Slide 2 - Drag question

Dit geeft de situatie weer in een ...... land : 
Centrum

Periferie

Slide 3 - Drag question

In welke periode werd de wet van vraag en aanbod geïntroduceerd?
A
Handelskolonialisme
B
Koude Oorlog
C
Vrijemarkteconomie
D
Industrieel kolonialisme

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?
Interne factoren

1. Natuurlijke oorzaken
  • Vruchtbaar, bergachtig etc.
  • Zeeligging, landlocked

2. Menselijke oorzaken
  • Politieke systeem: democratie, dictoriaal, corruptie
  • Bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw, vb. vergrijzing.
  • Mate van (sociale) ongelijkheid
Externe factoren

Reden voor welvaart hangt af van soort relatie met rijk land.
  • Koloniaal verleden: arm land in dienst van het moederland.
  • Rol van het land in wereldeconomie

'Landen in de periferie die niet aantrekkelijk zijn voor buitenlandse investeerders moeten zich op eigen kracht ontwikkelen.'

Slide 7 - Slide

Natuurlijke oorzaken
Vruchtbaarheid & klimaat

Slide 8 - Slide

welke hoort er niet bij?

Slide 9 - Slide

een land met een ongunstig klimaat behoort vaak tot de periferie?
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

wat is een nadeel van een ongunstig klimaat voor landbouw?

Slide 11 - Open question

natuurlijke oorzaak 
ligging van een land 

Land-locked country

wat is een nadeel van een Locked country?

Slide 12 - Slide

heeft Nederland een gunstige ligging?

Slide 13 - Open question

wat voor regeringsvorm heeft Nederland

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

zijn alle landen in de wereld democratisch?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

menselijke oorzaak 
Bevolkingsgroei & leeftijdsophouw

Slide 17 - Slide

Japan 
- weinig jeugd 
- veel mensen die nu werken 
- in Japan krijgt elke vrouw gemiddeld 1.44 kind 

- wat zal in de toekomst een probleem worden?

Slide 18 - Slide

Ongelijkheid

Slide 19 - Slide

Ongelijkheid
- Sociale ongelijkheid neemt toe als land economisch ontwikkelt.

Sociale ongelijkheid kun je meten met de Gini-coëfficiënt (inkomen en aantal inwoners).

Slide 20 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=JUfqGpbQVrI&t=45s 

Slide 21 - Slide

gevolg van teveel ongelijkheid 

Slide 22 - Slide

afsluitende vragen 

Slide 23 - Slide

Nederland is een locked country?
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

stemrecht verhoogt de kans op een snelle economische ontwikkeling?
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

in rijke landen is het verschil tussen arm en rijk gorter dan in arme landen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

par 4 ontwikkeling in verschillende snelheden 

Slide 28 - Slide

planning 
- po conflicten 
- herhalen  
- uitleg 
- zelfstandig werken 

Slide 29 - Slide

wat vonden jullie van de online AK lessen?

Slide 30 - Slide

leerdoelen 
- weet je waar je het meeste aan geld aan verdient (eindproduct, halffabricaat, grondstof)
- kan je de twee soorten kolonies onderscheiden aan de hand van hun rijkdom
- kan je twee externe factoren noemen 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?
Interne factoren

1. Natuurlijke oorzaken
  • Vruchtbaar, bergachtig etc.
  • Zeeligging, landlocked

2. Menselijke oorzaken
  • Politieke systeem: democratie, dictoriaal, corruptie
  • Bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw, vb. vergrijzing.
  • Mate van (sociale) ongelijkheid
Externe factoren

Reden voor welvaart hangt af van soort relatie met rijk land.
  • Koloniaal verleden: arm land in dienst van het moederland.
  • Rol van het land in wereldeconomie

'Landen in de periferie die niet aantrekkelijk zijn voor buitenlandse investeerders moeten zich op eigen kracht ontwikkelen.'

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Arm en rijk
Noorden (VS)
  • Inkomen: €22.000 per jaar
  • Veilig
  • Gezondheidszorg
  • Onderwijs

Zuiden (Mexico)
  • Inkomen: €7.000 per jaar
  • Lang niet alle kinderen naar school
  • Gezondsheidszorg niet vanzelfssprekend
  • Misdaad en geweld

Slide 35 - Slide

stemrecht verhoogt de kans op een snelle economische ontwikkeling?
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Nederland is een locked country?
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

waarom heeft Nederland een gunstige ligging?

Slide 39 - Open question

Slide 40 - Slide

Externe oorzaken
Een lage welvaart kan ook door externe factoren worden veroorzaakt. 

Relaties tussen ontwikkelingslanden en rijke landen zijn daarbij belangrijk.

1) Koloniaal verleden

2) Rol van een land in de wereldeconomie

Slide 41 - Slide

Koloniaal verleden
- Exploitatiekoloniën

-> leveren van grondstoffen, landbouwproducten en laagwaardigheden industriegoederen.

Gevolg: levert minder op dan hoogwaardige industrieproducten en diensten

Slide 42 - Slide

Koloniaal verleden
Er waren koloniën waar juist 'dingen' werden weggehaald. Maar er waar ook koloniën waar mensen zich gingen vestigen:
vestigingskoloniën.

-> Australië & Verenigde Staten

Slide 43 - Slide

rond welke periode begin het handelskolonialisme
A
1300
B
1400
C
1500
D
1600

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Rol in wereldeconomie
Wanneer ben je interessant voor een bedrijf (MNO) om in te investeren?

-> Politiek (Stabiel/Instabiel)
-> Loon (hoog/laag)
-> opleidingsniveau (hoog/laag)
-> omvang afzetmarkt (groot/klein)
-> belastingvoordelen
- Rust/onrust

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

leerdoelen 
- weet je waar je het meeste aan geld aan verdient (eindproduct, halffabricaat, grondstof)
- kan je de twee soorten kolonies onderscheiden aan de hand van hun rijkdom
- kan je twee externe factoren noemen 

Slide 49 - Slide

Amerika was een Exploitatiekolonie?
A
waar
B
niet waar

Slide 50 - Quiz

waarom verdienen voormalige Exploitatiekoloniën minder geld dan bijvoorbeeld Frankrijk?

Slide 51 - Open question

noem een externe factor

Slide 52 - Open question

de rest van de les:
Huiswerk:
- Maken par 4 opdrachten 1  t/m 5
- heb je vragen stel ze

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Slide