Proeftoets H1 Industrie wereldwijd
1 / 20
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat verstaan we onder huisnijverheid?
Slide 2 - Open question
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient.
Iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient.
A
Werknemer
B
Ondernemer
C
Burger
D
Werkgever
Slide 3 - Quiz
De werkgevers lieten in de 18e eeuw graag kinderen in de fabriek werken. Wat is daarvoor een reden?
A
Kinderen krijgen een goede opleiding zodat ze hun werk beter kunnen doen.
B
Kinderen krijgen minder loon.
C
Kinderen werken harder.
D
Kinderen zijn sneller gewend aan de stoommachines in de fabriek.
Slide 4 - Quiz
Omcirkel bij elke zin juist of onjuist.
De eerste levensvormen op aarde ontstonden op land.
De eerste levensvormen op aarde ontstonden op land.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Omcirkel het juiste antwoord.
In de geologische tijdschaal…
In de geologische tijdschaal…
A
… kun je de ontwikkeling van het leven zien.
B
… kun je zien hoe de aarde ontstaan is.
C
… kun je zien hoe de aardkorst in Nederland is opgebouwd.
D
… kun je zien waar je resten van dinosaurussen kunt vinden.
Slide 6 - Quiz
Omcirkel bij elke zin juist of onjuist.
De aarde zag er eerst uit als een koude ijsbal.
De aarde zag er eerst uit als een koude ijsbal.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Welk onderzoek past bij de geologie?
A
Onderzoek van de bodem om te bepalen voor welke landbouw deze geschikt is.
B
Via een grondboring de ouderdom van een bodemlaag bepalen.
C
Opgraven van een Romeinse villa uit het jaar 100 v.C.
D
Ontwikkelen van machines om aardolie te kunnen zuiveren.
Slide 8 - Quiz
Hoe heet dit begrip?
Voor de mens nuttige brandstof of grondstof in de bodem.
Voor de mens nuttige brandstof of grondstof in de bodem.
A
Fossiel
B
Brandstof
C
delfstof
D
Aardolie
Slide 9 - Quiz
Hoe heet dit begrip?
Een versteend overblijfsel of afdruk van een plant of dier.
Een versteend overblijfsel of afdruk van een plant of dier.
A
Fossiel
B
Brandstof
C
delfstof
D
Aardolie
Slide 10 - Quiz
Vul de zinnen aan.
Dood plankton kan onder hoge druk veranderen in ___________________
Dood plankton kan onder hoge druk veranderen in ___________________
A
Aardolie
B
Aardgas
C
Steenkool
D
Mergel
Slide 11 - Quiz
Als plantenresten een lange tijd onder hoge druk staan,
veranderen zij in _______________________________________________
veranderen zij in _______________________________________________
A
Aardolie
B
Aardgas
C
Steenkool
D
Mergel
Slide 12 - Quiz
De primaire sector gaat over beroepen in de … (3)
Slide 13 - Open question
Wat is de reden dat kapitaal een steeds grotere rol is gaan spelen bij de productie van goederen?
A
De salarissen van werknemers worden steeds hoger.
B
Door de komst van banken, is er meer kapitaal beschikbaar.
C
Dure machines nemen het werk van mensen/handenarbeid over.
D
Mensen zijn het zat om arbeidsintensief werk te doen.
Slide 14 - Quiz
Door de komst van machines kan veel werk makkelijker en sneller gedaan worden. Toch zitten er ook nadelen aan (stoom)machines. Noem een nadeel voor de mens
A
Er is geen werk (en dus inkomen) meer
B
Lange dagen maken.
C
het werk wordt saaier.
D
Geen pauzes meer.
Slide 15 - Quiz
Door de komst van machines kan veel werk makkelijker en sneller gedaan worden. Toch zitten er ook nadelen aan (stoom)machines. Noem een nadeel voor het milieu.
A
uitputting van grondstoffen die nodig zijn (delfstoffen),
B
vervuiling door verbranding van brandstoffen.
C
Machines zijn gevaarlijker.
D
Mensen maken lange dagen.
Slide 16 - Quiz
Geef van de sector aan hoe deze ook genoemd wordt.
Secundaire sector:
Secundaire sector:
Slide 17 - Open question
Geef van de sector aan hoe deze ook genoemd wordt.
Tertiaire sector:
Tertiaire sector:
Slide 18 - Open question
Vooral in arme / rijke landen werken veel mensen in de tertiaire sector.
A
Arme
B
Rijke
Slide 19 - Quiz
Een voorbeeld van een beroep uit de tertiaire sector is een verkoper / metaalbewerker.
A
Een verkoper
B
Een metaalbewerker
