• Onderstreep instructiewoorden (leg uit, verklaar, etc.)
• Markeer puntwoorden (renaissance, appeasement)
• Neem de structuur van de vraag over in het antwoord.
• Gebruik HOUD-methode (herhaal, omdat, uitleg, dus/daarom).
• Wees duidelijk en concreet (vermijd ‘ze’, ‘dingen’, etc.)
• Verwijs duidelijk naar de bron (ik zie/ ik lees ....).