0 Herhaling TV6-HCLL SE voorbereiding

   Welkom!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

   Welkom!

Slide 1 - Slide

Programma
  • Toelichting HC LL
  • Examentraining TV6 nabespreken/nakijken
  • Maak HC LL opdr. 4-6
  • Toelichting SE
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Examentraining HC LL
  • Kijk TV6 examentraining na.
  • Maak HC LL examentraining opdr. 4-6 p264-265
  • Klaar? Herhaal examenstof

Slide 6 - Slide

Checklist toetsvragen beantwoorden



Onderstreep instructiewoorden (leg uit, verklaar, etc.)
• Markeer puntwoorden (renaissance, appeasement)
• Neem de structuur van de vraag over in het antwoord.
• Gebruik HOUD-methode (herhaal, omdat, uitleg, dus/daarom).
• Wees duidelijk en concreet (vermijd ‘ze’, ‘dingen’, etc.)
• Verwijs duidelijk naar de bron (ik zie/ ik lees ....).

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
1) Ik weet hoe ik een geschiedenisexamen moet voorbereiden en wat ik kan 
     verwachten.

2) Ik kan open vragen volgens de HOUD-structuur beantwoorden.

3) Ik weet hoe ik chronologievragen kan beantwoorden.

4) Ik weet hoe ik vragen over kenmerkende aspecten moet beantwoorden.

Slide 8 - Slide

Voorbereiding
Checklist 
- Ik heb mijn weektaken uitgevoerd en me aan de planner gehouden.
- Ik heb vragen gesteld wanneer ik iets niet begreep.
- Ik heb na elke les de leerstof herhaald en moeilijke zaken opgezocht. 
- Ik heb lastige begrippen en leerdoelen extra geoefend (gestapeld).
- Ik ken alle belangrijke jaartallen en begrippen.
- Ik kan alle leerdoelen uitleggen en/of beschrijven.

Slide 9 - Slide

Schoolexamen
Kennen en kunnen:
  • Leerdoelen H1-H6, HC LL
  • Kenmerkende aspecten TV1-6 kunnen 
       uitleggen en koppelen aan bronnen.
  • Begrippen en jaartallen H1-H6, HC LL

Materiaal
  • Feniks, schrift (aantekeningen) en examentraining.

Slide 10 - Slide

Schoolexamen
Vragen beantwoorden 1/2
  • Lees de vraag goed door en onderstreep de instructiewoorden. (Uit onderzoek blijkt dat je beter scoort als je instructiewoorden onderstreept!) Instructiewoorden zijn: beschrijf, noem, verklaar, leg uit, geef het verband aan tussen, toon aan, enzovoort. Schrijf altijd een toelichting op je antwoord bij open vragen en leg je antwoord duidelijk uit!
  • Markeer puntwoorden. Puntwoorden zijn: personen, begrippen (trias politica), gebeurtenissen (Val van de Berlijnse Muur) en verschijnselen (industrialisatie).
  • Neem de structuur van een vraag over in het antwoord. Maak duidelijk onderscheid tussen verschillende deelvragen. Zo voorkom je onvolledige antwoorden.

Slide 11 - Slide

Schoolexamen
Vragen beantwoorden 2/2
  • Geef niet meer antwoorden dan er gevraagd worden. Alleen de eerste antwoorden tellen.
  • Begin je antwoord door de vraag (gedeeltelijk) te herhalen en maak gebruik van de puntwoorden in je antwoord door ze uit te leggen/ te beschrijven.
  • Wees duidelijk en concreet. Dus niet hij maar Willem van Oranje en niet dingen werden uitgevonden, maar het kompas werd uitgevonden. Vermijd 'ze'!
  • Tip! Beantwoord een bronvraag als volgt:
       In de bron lees ik dat (citeren uit bron)/ zie ik (beeldelement noemen) en dat betekent dat ...
       Verwijs dus duidelijk naar de bron en vergeet niet het verband tussen je antwoord en de      
       bron toe te lichten!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

HOUD-structuur







Met het verlenen van privileges bevorderde Margaretha de internationale handelspositie 
van Brugge, omdat kooplieden uit andere landen gestimuleerd werden om zich in Brugge te  vestigen. Daarom was er sprake van een economische verandering.

Slide 14 - Slide

Chronologie

  • Zoek naar begrippen, personen, gebeurtenissen, verschijnselen of 
       ontwikkelingen die je kunt koppelen aan een kenmerkend aspect.

  • Markeer één of twee per gebeurtenis.

  • Schrijf een inschatting van de eeuw of het jaar erachter. 

Slide 15 - Slide

Chronologie

Slide 16 - Slide

Kenmerkende aspecten
Voorbeeld
Gebruik bron 3
2p 5. Leg uit van welk kenmerkend aspect uit de prehistorie de bron een voorbeeld is.

De bron is een voorbeeld van <...kenmerkend aspect.>, want in de bron lees ik/ zie ik
<...bronverwijzing...>. Dat past dus bij het kenmerkend aspect, omdat <...uitleg...>.

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
1) Ik weet hoe ik een geschiedenisexamen moet voorbereiden en wat ik kan 
     verwachten.

2) Ik kan open vragen volgens de HOUD-structuur beantwoorden.

3) Ik weet hoe ik chronologievragen kan beantwoorden.

4) Ik weet hoe ik vragen over kenmerkende aspecten moet beantwoorden.

Slide 18 - Slide

Aan de slag
- Wat? Weektaak
- Hoe? Alleen en in stilte
- Hulp? Docent
- Klaar? Herhaal stof of werk leerdoelen uit.

Slide 19 - Slide