wiskundeles 12 januari

Welkom 1MH2!
Welkom 1Ha!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 1MH2!
Welkom 1Ha!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhalen vorige les
  • Uitleg paragraaf 5.3
  • aan de slag

Slide 2 - Slide

Bereken
240681344+1236=

Slide 3 - Open question

Bereken
(78)23721=

Slide 4 - Open question

Praktische situaties
Je kunt de regels voor het afronden niet altijd gebruiken. Je moet soms naar de situatie kijken. 
  • Kijk goed naar de situatie om te weten hoe je moet afronden.
  • Geldbedragen rond je af op twee decimalen.
  • Bij contante betalingen rond je af op vijf cent.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld 1
Chantal trakteert haar klasgenoten en de docent op ijs. Zij zit in een klas van 20 leerlingen. In een doos zitten 6 ijsjes. Hoeveel dozen koopt Chantal?

Slide 6 - Slide

Voorbeeld 1
Chantal trakteert haar klasgenoten en de docent op ijs. Zij zit in een klas van 20 leerlingen. In een doos zitten 6 ijsjes. Hoeveel dozen koopt Chantal?

20 : 6 = 3,333333 
Normaal zou je dit afronden naar 3. Alleen zou Chantal dan te weinig ijsjes hebben voor iedereen. Ze zou dus 4 dozen moeten kopen

Slide 7 - Slide

Voorbeeld 2:
Job doet boodschappen. Op de kassa staat 7,43 euro. Job betaald contant. Welk bedrag moet hij betalen?

Slide 8 - Slide

Voorbeeld 2:
Job doet boodschappen. Op de kassa staat 7,43 euro. Job betaald contant. Welk bedrag moet hij betalen?

7,45
 Geld wordt namelijk altijd afgerond op 5 centen!

Slide 9 - Slide

Voorbeeld 3:
Jaap gaat zijn huis opnieuw schilderen. Hij heeft 20 vierkante meter muur. In één pot verf zit verf voor 9 vierkante meter. Hoeveel potten verf moet Jaap kopen? 


Slide 10 - Slide

Voorbeeld 3:
Jaap gaat zijn huis opnieuw schilderen. Hij heeft 20 vierkante meter muur. In één pot verf zit verf voor 9 vierkante meter. Hoeveel potten verf moet Jaap kopen? 

20 : 9 = 2,222222
Normaal zou je dit afronden op 2 emmers. Maar aan 2 emmers heb je niet genoeg verf. Jaap zou dus 3 emmers moeten kopen.

Slide 11 - Slide

Er wachten 23 mensen op de lift, per keer kunnen er 7 mensen mee. Hoe vaak moet de lift omhoog om alle mensen op de juiste verdieping te krijgen?

Slide 12 - Open question

Grote getallen

Slide 13 - Slide

200 miljoen =
........... miljard

Slide 14 - Open question

Huiswerk
Je mag nu aan de slag met de opdrachten van paragraaf 5.3.

Dit is ook het huiswerk wat volgende les af moet zijn.

Slide 15 - Slide