linking words wit-blauw

linking words
examenvoorbereiding vmbo Engels

doel van de les: ik weet wat de meest voorkomende signaalwoorden zijn (linking words) in het Engels en hun functie, en waarom dit belangrijk is voor het examen. 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

linking words
examenvoorbereiding vmbo Engels

doel van de les: ik weet wat de meest voorkomende signaalwoorden zijn (linking words) in het Engels en hun functie, en waarom dit belangrijk is voor het examen. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

lesson outline
- klassikale uitleg linking words met lessonup (pak je mobiel alvast en log in met de code onderin)
- proefexamen Engels lezen (2023-2) afmaken of signaalwoorden eindexamen oefenen op eindexamensite.nl 
- optioneel: signaalwoorden kwartet

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn linking words?
A
Voorzetsels
B
Voornaamwoorden
C
Signaalwoorden
D
Voegwoorden

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Linking Words

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Linking Words

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Which linking word belongs to which category?
voorbeeld
opsomming
reden/oorzaak
tegenstelling
because
however
first
such as

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Drag the linking word to the correct function
Opsomming/Toevoeging
Tegenstelling
Reden/Oorzaak/Gevolg
moreover
meanwhile
furthermore
however
therefore
so

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Which linking word belongs to which category?
vergelijking
tijd
gevolg/conclusie
tegenstelling
as a result
however
until
such as

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Which linking word belongs to which category?
voorbeeld
samenvatting
oorzaak/gevolg
tegenstelling
toevoeging (addition)
moreover
however
thus
for instance
since

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
until
B
because
C
before
D
but

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende 'linking words' geeft een tegenargument aan?
A
so
B
because
C
and
D
but

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Welke is géén tegenstelling?
A
but
B
instead
C
as a result
D
whereas

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk linking word gebruik je om een volgorde aan te geven?
A
moreover
B
lastly
C
for instance
D
instead

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke 'linking words' gebruik je om een voorbeeld te geven?
A
However
B
For example
C
Next
D
Such as

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk linking word gebruik je om een gevolg aan te geven?
A
so
B
such as
C
even so
D
yet

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
so
B
because
C
and
D
but

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

I didn't have a shower this morning ___ my hair was really dirty all day.
A
because
B
whereas
C
so

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

I didn't eat any crisps, _____ I ate an icecream.
A
generally
B
especially
C
but

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

I really love driving, ___ on sunny days.
A
especially
B
whereas
C
then

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

I love summer. _____, I hate getting on the subway in the heat.
A
Because
B
However
C
So

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

I saw someone applying their make-up ___ they were driving!
A
in conclusion
B
while
C
so

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Emma really enjoys knitting, ___ Mary who hates it!
A
unlike
B
while
C
in conclusion

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

I went to the park and ___ I went to the shops.
A
so
B
because
C
then

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

I thought the documentary was interesting. ___, I would have liked to see more interviews.
A
For example
B
Nevertheless
C
Because

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Is het voor jou nu duidelijk(er) wat 'linking words' zijn?
ja, helemaal duidelijk
iets duidelijker dan voor deze les
nee, ik moet er nog aandacht aan besteden
nee, ik heb geen idee

Slide 25 - Poll

This item has no instructions

 Go fish/ Quartet /kwartet
Wat leer je? Wat is het nut? (relatie met examen?)
  • vragen stellen
  • luisteren
  • deduceren (tot een antwoord komen)
  • grammaticale structuren oefenen
  • krijgen wat je wilt
 
Examen? Rond de signaalwoorden staat vaak het antwoord

Slide 26 - Slide

Studenten laten nadenken over het nut van deze werkvorm

Spinner voor random aanwijzen

Uitkomsten verschijnen hierna op het bord
Go fish signaalwoorden
  • How do you ask for a card?
  • How do you ask for a category of that card? 
  • How do you answer when you don't have that card? 
  • How do you answer when you have that card?
  • Any other questions?

Slide 27 - Slide

  • Studenten krijgen de tijd om over het antwoord na te denken
  • Spinner bepaalt wie het antwoord mag geven 
  • Overige studenten mogen helpen, 
  • Noteren op white board (blijft gehele les zichtbaar)
Hierbij wordt ook de speluitleg, indien nodig nog herhaald.

  1. I would like ../  do you have ..

Go fish/ Quartet > Groups
In groepjes van 4 speel je Go fish/ Quartet spelen
  • Deel de kaarten: 2-3 spelers: 7 kaarten, 4/5 spelers: 5 kaarten. maximaal 5 spelers
  • Bepaal wie begint.
  • Probeer zoveel mogelijk kwartetten te maken
  • Hulp nodig?   bord/ opzoeken/ groepslid vragen
In English!
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Instructie vrij naar WHHTUK. Voor differentiatie en autonomie kiezen de groepjes zelf welk kwartetspel ze willen spelen. (oplopend in moeilijkheid)
  • Kleding
  • Transport
  • Engels kwartetten
  • Engelse spreekwoorden
Go fish > Questions:

  • Have you got of uitbreiding > moreover?
  • Have you got of Tegenstelling > nevertheless
  • Have you got of reden/oorzaak>  therefore 
Answers:

  • Yes, I have (got) it
  • No, I haven't got that one/ Go fish!
  • And you? Do you have / have you got .

  • Go fish! What a pity
  • Thank you
  • Who has won? 
  • I have

Slide 29 - Slide

Uitkomsten uit vorige dia
Als scaffold staat deze slide op het bord gedurende de uitvoering van de werkvorm