This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Ethische stromingen
Gevolgentiek
(Consequentialisme)
- Utilisme
Bentham, Mill, Singer
- Epicurisme
Epicurus
Plichtethiek
(Intentie)
- Deontologie
Kant
Deugdethiek
(Karaktervorming)
Aristoteles
Plato
Augustinus
Thomas
Zorgethiek
(Medemenselijkheid)
Gilligan
Tronto
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Waar kiest de utilist voor? Licht je antwoord kort toe.
Slide 3 - Open question
Burn!
Bedenk met je groepje zoveel mogelijk redenen om tegen het utilisme te zijn.
Slide 4 - Slide
Kritiek op het utilisme
Het leidt mogelijk tot ongelijkheid
Onverzadigbaarheid door maximalisatie
Negatieve verantwoordelijkheid
Onpersoonlijke karakter
De mens als instrumentele waarde
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Waar wordt jij gelukkig van én draagt bij aan jouw ontwikkeling?
Slide 7 - Mind map
Wat was het kritiek op het utilisme?
A
Leidt mogelijk tot ongelijkheid
B
Het is onpartijdig
C
De mens als instrumentele waarde
D
Het is universeel inzetbaar
Slide 8 - Quiz
John Stuart Mill
1806-1873
Individuele vrijheid is van centraal belang
Ontwikkeling, emancipatie en onderwijs
Vorming van individu zal voor maatschappelijke vooruitgang zorgen
Ontwikkeling van het kritisch denken
Slide 9 - Slide
Mill
Utilist
No harm principle
Tirannie van de meerderheid
De kwaliteit van geluk is belangrijker dan kwantiteit
Slide 10 - Slide
John Stuart Mill
"Het is beter een ontevreden menselijk wezen te zijn dan een tevreden zwijn; beter om een ontevreden Socrates te zijn dan een tevreden dwaas”
Slide 11 - Slide
Waarom zou Mill stellen dat het beter is om een ontevreden menselijk wezen te zijn dan een tevreden zwijn?
Slide 12 - Open question
Stel... het is de laatste lesdag voordat de zomervakantie begint. Hoe zou deze eruit moeten zien volgens utilist John Stuart Mill?
Slide 13 - Open question
Als ik nu een toets zou maken over het consequentialisme/gevolgenethiek van Epicurus, Bentham en Mill, dan verwacht ik dit cijfer te halen:
Slide 14 - Poll
A1) Wat is volgens Epicurus de rol van ataraxia (gemoedsrust) in het bereiken van geluk?
A2) Wat bedoelt Jeremy Bentham met het 'hedonistisch calculus' en welke factoren spelen hierbij een rol?
A3) Hoe onderscheidt John Stuart Mill hogere en lagere vormen (kwaliteit) van geluk in zijn versie van het utilisme?
timer
1:00
Slide 15 - Slide
B1) Stel dat een overheid moet beslissen over het bouwen van een park of een winkelcentrum. Hoe zouden Epicurus en Bentham dit besluit benaderen, en welke uitkomst zouden zij waarschijnlijk ondersteunen?
B2) Hoe zou Mill’s onderscheid tussen hogere en lagere genoegens toegepast kunnen worden op het debat over het subsidiëren van kunst versus amusement?
Slide 16 - Slide
C1) In hoeverre zijn de ideeën van Epicurus en het utilisme (Bentham en Mill) aanvullend of tegenstrijdig als het gaat om het bereiken van geluk? Ondersteun je antwoord met argumenten uit beide filosofieën.