Clase 3_P2 3HV Cap 6 Repetir voca verbos y una canción.

¡Bienvenidos a tu clase de español!
18
Hoy es martes, 
30 de noviembre 
de 2021
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a tu clase de español!
18
Hoy es martes, 
30 de noviembre 
de 2021

Slide 1 - Slide

El programa de hoy

1) nakijken opdrachten aanwijzend vnw

2) Voca  en vertaal opdracht (25m)

3) ¡Por fin! Una canción :-) (20m)

Hoy es martes, 
el 30 de noviembre de 2021

Slide 2 - Slide

Los objetivos de esta clase

1. Jullie gaan in deze les oefeningen doen waarmee je onregelmatige werkwoorden herhaalt voor het SO. Ook oefenen je daarvoor vocabulario.

2. Jullie gaan een luisteroefening doen met een liedje.
De doelen voor deze les

Slide 3 - Slide

Vocabulario 6.1 - 6.2
1 llevar 2 la instrucción 3 traer 4 es una lástima
5 mira 6 quedar 7 nadar 8 olvidar 9 nos reunimos
timer
4:00
zet geen punten slashes of komma's in je antwoord, alleen spaties.

Slide 4 - Open question

Voca. 6.3
1 si te atreves 2 el alojamiento 3 la ola 4 el corazón
5 empezar 6 bailar 7 esta noche 8 el /la mejor 9 inolvidable

timer
4:00

zet geen punten slashes of komma's in je antwoord, alleen spaties

Slide 5 - Open question

levantarse
mirar
dormir (ue)
entender (ie)
empezar (ie)
oír
terminar
salir
abrír
escribir
kijken
schrijven
beginnen
horen
slapen
opstaan
eindigen
begrijpen
uitgaan
openen

Slide 6 - Drag question

preferir (ie)
volver (ue)
sentir (ie)
perder (ie)
cerrar (ie)
pensar (ie)
conocer
saber
abrír
recordar (ue) 
liever willen
herinneren
sluiten
denken
voelen
terugkomen
kennen
verliezen
weten
openen

Slide 7 - Drag question

  1. Jij sluit het raam voor de leraar
  2. Deze woensdag spelen we voetbal met de jongens
  3.  Ik ken veel Spaanse woorden
  4. Hij begrijpt dat Spaanse meisje niet
  5. Ik ben moe en ga om half één naar bed
  6. Jullie hebben liever een appeltaart en houden niet van broodjes ham
  7. Wij bestellen een kip in het restaurant. Maar er is alleen Pizza. 
  8. Jij vindt een mobiel op het toilet. Van wie is deze?
  9. Hij denkt aan zijn oma. Zij is thuis met haar hond
  10. Zij herinnert zich die* mooie dag met hem in zee   *) daarginds
  11. Zij volgen mijn zus op Instagram. Ik vind dat niet leuk
  12. Die baby is 1 jaar oud. Zij slaapt nog
  13. Kennen jullie mijn vriend Enrique uit Mexico?
  14.  Jullie vertalen deze opdracht
  15.  Jouw aardige vader rijdt zijn nieuwe auto naar het werk.
  16. Om kwart over acht ga ik van (verlaat ik) huis
  17. Kunnen jullie de leraar volgen?
  18. Zij willen naar huis gaan.
Opdracht zonder chromebook!

1. Je werkt met z'n  2-en. 2. Je schrijft de zinnen in je groene werkschrift.
3. Je mag evt. een woordenboek gebruiken
TIJD: 25 min.
Hoe pak je dit aan?
timer
1:00
Vertaal de volgende zinnen en vervoeg de werkwoorden. 
Let op de klankveranderingen en uitzonderingen!

Slide 8 - Slide

Vertaal de volgende zinnen en vervoeg de werkwoorden. Let op de klankveranderingen en uitzonderingen!
  1. Tú cierras la ventana para el profesor
  2. Este miércoles jugamos al fútbol con los chicos
  3. Conozco muchas palabras españolas
  4. Él no entiende esa chica española
  5. Estoy cansado y me acuesto a las doce y media / voy a dormir a las dos y media
  6. Preferís una tarta (un pastel) de manzana y no os gusta bocadillos de jamón
  7. Nosotros pedimos un pollo en el restaurante. Pero solo hay Pizza
  8. Encuentras un móvil en el (cuarto de) baño. ¿De quién es esto?
  9. Piensa en su abuela. Ella está en casa con su perro
  10. Ella recuerda aquel día bonito con él en el mar. 
  11. Ellos siguen a mi hermana en Instagram. No me gusta eso.
  12. Ese bebé tiene un año. Ella duerme todavía
  13. ¿Conocéis a mi amigo Enrique de México? 
  14.  Traducís esta tarea / este ejercicio
  15.  Tu padre simpático conduce su coche nuevo al trabajo.
  16. A las ocho y cuarto salgo de casa
  17. ¿Podéis seguir el profesor?
  18. Ellos quieren ir a casa

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Stukje schrijven.
Schrijf minimaal 10 regels over wie je bent, hoe je dag eruit ziet, wat je hobby’s zijn, wat je gaat doen in de kerstvakantie.
Denk goed aan hoe je zinnen maakt, dus kijk steeds of je de regels volgt.
1.
2.
3.
4

Slide 11 - Slide

APRENDER (LEREN):  
VOCA 6.1 t/m 6.2( NL> ESP)
+ roze werkwoordenblad 25 t/m 50
>>>>Werkwoorden!!!!<<<<
 gebruik Quizlet en Verbuga
HACER (MAKEN:
Schrijfopdracht  10 regels over jezelf . Inleveren donderdag via Classroom.
Los deberes para la próxima clase
(het huiswerk voor de volgende les...)
¡Mucha suerte!; veel succes!

Slide 12 - Slide

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Slide 13 - Slide