Comparatives & Superlatives

Wat zijn comparatives & superlatives ookal weer?
1 / 12
next
Slide 1: Mind map
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat zijn comparatives & superlatives ookal weer?

Slide 1 - Mind map

Comparative (vergrotende trap)
Een lettergreep: wat plak je achter het woord?
A
-er
B
-est
C
more
D
most

Slide 2 - Quiz

Superlative (overtreffende trap)
Een lettergreep: wat plak je achter het woord?
A
-er
B
-est
C
more
D
most

Slide 3 - Quiz

Comparative (vergrotende trap)
Twee lettergrepen of meer: wat zet je voor het woord?
A
-er
B
-est
C
more
D
most

Slide 4 - Quiz

Superlative (overtreffende trap)
Twee lettergrepen of meer: wat zet je voor het woord?
A
-er
B
-est
C
more
D
most

Slide 5 - Quiz

My sister thinks she is _______ (intelligent) than me, but I don't agree.

Slide 6 - Open question

Is Angelina Jolie ______ (old) than Sandra Bullock?

Slide 7 - Open question

John is the _______ (nice) person that I know.

Slide 8 - Open question

Who is the __________ (powerful) person in your country?

Slide 9 - Open question

Choose the correct answer:
Bad - ______ - ______
A
badder - baddest
B
wors - worst
C
worse - worst

Slide 10 - Quiz

Choose the correct answer:
Good - ______ - ______
A
better - best
B
beter - best
C
best - better

Slide 11 - Quiz

Ik kan de regels van de comparatives & superlatives uitleggen en toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 12 - Quiz