4.2 Duitsland: de Europese reus

4.2 Duitsland: de Europese reus
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2 Duitsland: de Europese reus

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

W

Slide 2 - Slide

Beschrijving van de openingsfoto

Frankfurt: het centrum van de Duitse en Europese financiële dienstverlening.
Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:

 * de regionale verschillen in Duitsland beschrijven en
 verklaren;

* uitleggen wat de invloed is van regionale ongelijkheid op de bevolkingsontwikkeling in Duitsland


Tekst
Tekst

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis test
Waarom werd Duitsland na de tweede wereldoorlog in
tweeën verdeeld?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Regionale ongelijkheid
Wat gebeurde er?
Westen
Oosten
Werd rijker
Bleef achter

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Regionale verschillen in West-Duitsland

* Ruhrgebied en Saarland: zware industrie
* Zuiden: hightech-industrie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ruhrgebied
= Industriegebied in Duitsland
Hier bevinden zich veel grote bedrijven/fabrieken
Veel bedrijven uit de hightech-industrie: hoogwaardige producten waar veel kennis voor nodig is.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Na WOII: snelle economische groei

Industrie: chemie en auto-industrie - Hightech

* Gericht op de export

* Toeleveringsbedrijven: agglomeratievoordelen

Dienstensector: multinationals

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nederlandse mno's

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Agglomeratievoordelen
  • Bedrijven zitten bij elkaar en profiteren van de goede infrastructuur
  • Alle fabrieken van verschillende onderdelen voor het eindproduct zitten dicht bij elkaar
  • Gevolg: minder tijd in transport en dus lagere kosten

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Beroepsbevolking

    • Primaire sector
    • Secundaire sector
    • Tertiaire sector

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Primaire sector 
Primaire sector: Werk dat gericht is op het verbouwen van producten
Landbouw:  houden van dieren of verbouwen van gewassen voor menselijk gebruik
  • akkerbouw
  • Veeteelt
  • tuinbouw

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Secundaire sector
Secundaire sector = industriesector
Grondstoffen worden verwerkt  tot een product
(of halffabricaat)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tertiaire sector
Bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten -> dienstensector

Bijvoorbeeld bedienen in de horeca


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Quartaire sector
  • dienstverlenende bedrijven die geen winst maken
  • scholen, ziekenhuizen, brandweer, defensie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zware industrie
  • Gebruik maken van grondstoffen
  • Kapitaalintensief: kost veel geld want veel machines
  • Bv. Mijnbouw, staalindustrie
Lichte industrie
  • Arbeidsintensief: gebruik maken van kennis
  • Bv. productie van kleding en voedingsmiddelen of high tech zoals auto's --> kan direct aan de consument verkocht worden

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Onder welke sector valt deze varkensboer?
A
De primaire sector
B
De secundaire sector
C
De tertiare sector
D
Geen van alle sectoren

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de hightechindustrie?
A
Een plek van waaruit auto onderdelen worden verspreid
B
Een bedrijventerrein
C
Industrie waarvoor hoogstaande technische kennis nodig is
D
Industrie waar alleen maar robots in werken

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Opleving Oost-Duitsland
Het oosten bloeit nu weer langzaam op;

- er komen weer meer mensen;
- er komen meer grote (buitenlandse) bedrijven.
   (de dienstensector wordt groter)


Regionale ongelijkheid blijft zichtbaar

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsontwikkeling DU
- Veel inwoners
- Lage geboortecijfer (waarom?)
- Demografische krimp (vertrek Oost naar West)
Vertrekoverschot.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bij re-urbanisatie trokken veel mensen weer terug naar de stad. Dit waren vooral jonge mensen - zij kregen kinderen. Hierdoor groeit de stad verder
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Mensen trokken van de stad naar het platteland na de val van de Muur
A
Urbanisatie
B
Re-urbanisatie
C
Sub-urbanisatie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions



Bevolkings-ontwikkeling

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je in de kaart?
Demografische krimp?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Opdracht 1, 2, 4, 6, 7, 9, 10d en 10e van paragraaf 4.2

Slide 26 - Slide

Artikel:
link

Documentaire:
link

Quizlet:
link
Mini SO 4.2

R


2p
(1p) Wat is regionale ongelijkheid?
(1p) Geef hiervan een voorbeeld dat zichtbaar is in Duitsland.

T1


3p
Gebruik de bron.
(1p) Beschrijf wat je ziet in de bron
(2p) Geef hiervoor een verklaring.

T2


3p
(1p) Wat is demografische krimp?
(1p) Waarom is dit onwenselijk?
(1p) Wat kan je doen om dit te voorkomen?

I


2p
Veel grote buitenlandse bedrijven vestigen zich vaker 
in Oost-Duitsland / Oost-Berlijn.
Geef hiervoor een verklaring.

Slide 27 - Slide

Houdt PTD aan