BS 4: Gezonde voeding

Welkom!
Telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in op LessonUp en pak je boek (blz. 114)
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in op LessonUp en pak je boek (blz. 114)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 4
  • Oefenen met de BS 4
  •  Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Maak de legpuzzel
Scan de QR code met je camera en 
maak de legpuzzel van het 
verteringsstelsel.
timer
4:00

Slide 4 - Slide

Basisstof 4: Gezonde voeding

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
  • Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzes daaraan kunnen bijdragen.
  • Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.

Slide 6 - Slide

Schijf van Vijf

Slide 7 - Slide

Schijf van Vijf
Vijf vakken met voedingsmiddelen
die je dagelijks nodig hebt.

  1. Groen: vooral vitaminen
  2. Geel: vooral vetten
  3. Roze: vooral eiwitten
  4. Oranje: vooral koolhydraten
  5. Blauw: vooral water

Slide 8 - Slide

Energie
Voeding wordt door je lichaam gebruikt als brandstof, waar energie uit gehaald wordt.
De hoeveelheid energie in voedsel wordt aangegeven in:
kilojoule (kJ) of Kilocalorie (kcal).

1 kilojoule = 1000 joule
1 kcal = 4,2 kJ

Slide 9 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
Het hangt af van: leeftijd, geslacht, activiteit

Slide 10 - Slide

Wat is dit?

Slide 11 - Slide

Voedingsetiketten

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Voedingsetiketten lezen
  • Wat vooraan staat zit het meest in het product, achteraan het minst.
  • De voedingswaardetabel geeft overzicht van de kilocalorieën, eiwitten, (verzadigde) vetten, koolhydraten, suikers en zout een product bevat per 100 gram of 100 ml.
  • E-nummers zijn stoffen die aan eten en drinken worden toegevoegd. Deze stoffen zijn goedgekeurd door de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA).

Slide 14 - Slide

Voedingsetiketten lezen

Slide 15 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Slide

Hier stopt het eerste deel van de uitleg
Volgende les gaan we verder met de rest van 'Gezonde voeding'.
  • Start met opdracht 1 (blz. 119)

Slide 17 - Slide

Welkom!
Doe je telefoon in de telefoontas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 115

Slide 18 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 4
  • Oefenen met BS 4
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 19 - Slide

Terugblik

Slide 20 - Slide

Waar wordt gewicht door bepaald?

Slide 21 - Slide

Waar wordt gewicht door bepaald?
  • Erfelijke eigenschappen
  • Voeding
  • Activiteit
Je gewicht blijft hetzelfde als de hoeveelheid energie die je opneemt gelijk is aan de hoeveelheid energie die je verbruikt.

Wat als je te veel of te weinig
energie opneemt?

Slide 22 - Slide

Gewicht
Bij overgewicht en obesitas is er te veel vet in het lichaam opgeslagen.
Mensen met overgewicht lopen meer gezondheidsrisico’s dan mensen met een gezond gewicht.

Gevaren:
  • Diabetes 
  • Hoge bloeddruk
  • Hart-en vaatziekten



Slide 23 - Slide

Gewicht
Ondergewicht ontstaat als de hoeveelheid energie die iemand binnenkrijgt langere tijd minder is dan het lichaam gebruikt.
Mensen met ondergewicht zijn lichter dan goed is voor de gezondheid.

Gevaren:
  • Afweer gaat achteruit -> sneller ziek
  • Spierweefsel neemt af
  • Kans op botbreuk neemt toe

Slide 24 - Slide

BMI
Door je BMI uit te rekenen kun je nagaan of je een gezond gewicht hebt.

<18,5 = ondergewicht
18,5 - 25 = gezond gewicht
>25 = overgewicht
>30 = extreem overgewicht


Slide 25 - Slide

Eetstoornissen
Bij een eetstoornis is eten een moeilijke zaak. Mensen met een eetstoornis hebben negatieve gevoelens over hun gewicht.

Voorbeelden van eetstoornissen:
  • Anorexia nervosa
  • Boulimia nervosa
  • Eetbuistoornis

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Anorexia nervosa
  • Verkeerd beeld van hun eigen lichaam.
  • Weigert om (voldoende) te eten.

Gevolgen:
- Ziekten
- Problemen met maag en gebit
- Haaruitval

Slide 28 - Slide

Boulimia nervosa
Bang om te dik te worden.
- Regelmatige eetbuien.
- Na een eetbui wordt het voedsel uitgebraakt of worden laxeermiddelen gebruikt.

Gevolgen:
- Ondervoeding
- De wand van de slokdarm raakt beschadigt. 

Slide 29 - Slide

Eetbuistoornis
Heeft ook eetbuien, maar braakt het niet uit.

Gevolgen:
- Ernstig overgewicht (obesitas)

Slide 30 - Slide

Zelf onderzoeken
Onderzoek hoe een eetstoornis kan ontstaan.
- Geef minstens twee oorzaken.

Onderzoek ook wat je kan doen om te helpen wanneer iemand een eetstoornis heeft.

Werk in tweetallen om dit te onderzoeken. Schrijf je antwoorden op.
timer
4:00

Slide 31 - Slide

Oorzaak en hulp
  • Deze persoon heeft vaak een negatief beeld over zichzelf.
  • Het kan ontstaan door een nare gebeurtenis, perfectionisme of beïnvloeding door cultuur of social media.
  • Een eetstoornis kan je niet in je eentje oplossen. Hoe langer het duurt, hoe moeilijker te behandelen.
  • Schaam je niet, maar praat erover met je huisarts of iemand die je vertrouwt.
  • Ken je iemand met een eetstoornis? Lees erover en ga het gesprek aan. Bemoedig de persoon om hulp te zoeken, maar push er niet voor.

Slide 32 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 33 - Slide

Leerdoelen checken

Slide 34 - Slide

Wat moet je doen om op hetzelfde gewicht te blijven?

Slide 35 - Open question

Jan heeft een vreetbui en na het eten braakt hij.
Welke eetstoornis is dit?
A
Anorexia
B
Boulimia
C
Eetbuistoornis
D
Anorexia & eetbuistoornis

Slide 36 - Quiz

Huiswerk
Maak van 2.4 opdracht 1 t/m 9 (blz. 119)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na, flitskaarten, test jezelf,
Biologiepagina, lees de basisstof nog eens

Slide 37 - Slide