Klas 4 les 37 schooljaar 2020/2021

1 / 37
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Was brauchen wir: 

Handy 
Textbuch 
Lust und Laune :) 

Slide 2 - Slide

Was machen wir? 
Mini film + opdracht 
Wortschatz 
Lesen
Brief
Neue Sätze
Grammatik + Aufgaben 
Rückblick 

Slide 3 - Slide

Wohnen

Während des Hörens: 

5 meerkeuze vragen 

Slide 4 - Slide

6

Slide 5 - Video

00:30
Hoeveel mensen wonen er gemiddeld in een Duits huishouden?
A
2,1
B
2,2

Slide 6 - Quiz

00:46
Hoeveel procent van de Duitsers bezit een eigen (koop) woning ?
A
34%
B
43%

Slide 7 - Quiz

01:30
Wat vind je volgens de video in elke Duitse woning?
A
werkkamer, keuken
B
keuken, televisie
C
keuken en bed

Slide 8 - Quiz

01:55
Bestaat er een typisch Duitse woning?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

03:10
Hoeveel vierkante meter is de woning?
A
63
B
64
C
68
D
70

Slide 10 - Quiz

03:45
Wat voor beroepen hebben Nina en David?
A
David studeert en Nina is journalist.
B
David en Nina werken beiden voor de tv.
C
Nina studeert en David is journalist.

Slide 11 - Quiz

Wörter
Was wisst ihr noch? 

1. der Wecker Klingelt 
2. Eisiges Vergnügen

5x woord tussen haakjes vertalen 
2x sleepvraag 

Slide 12 - Slide

Welche (Aussage) stimmt mit dem ersten Absatz überein?

Slide 13 - Open question

Was (stimmt) mit dem Absatz (überein)?
überein stimmen = hele werkwoord

Slide 14 - Open question

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die (Lücke) im dritten Absatz?

Slide 15 - Open question

Wie (blickt) die Hauptperson darauf (zurück), dass sie zur Arbeit gezwungen wurde?
zurück blicken = hele werkwoord

Slide 16 - Open question

Wie blickt die Hauptperson darauf zurück, dass sie zur Arbeit (gezwungen) wurde?

Slide 17 - Open question

anstrengend
schief gegangen
zufriedenheit
schöne
Augenblicke
enttäuschung
wut
vermoeiend
tevredenheid
woede 
fout gegaan
mooie
momenten
teleurstelling

Slide 18 - Drag question

lichamelijk zwaar
weer
vakantiebaan
berouwen/
spijt hebben
banksaldo
trots
bereuen
Wetter
Ferienjob
körperlich schwer 
stolz
kontostand

Slide 19 - Drag question

Examentraining TB S. 71 
Vor dem Lesen:
Fragen übersetzen 

Während des Lesens: 
Mitlesen und zuhören 

Nach dem Lesen: 
Interaktiv Fragen beantworten




Slide 20 - Slide

Wat betekent de titel?
A
Fiets paden
B
Fiets- autowegen
C
fietsen is leuk

Slide 21 - Quiz

Vertaal: der Radweg

Slide 22 - Open question

Vertaal: das Fahrrad

Slide 23 - Open question

Text 6: Rad- Autobahnen

Wir lesen zusammen.
Danach werden wir die Fragen beantworten. 

De vraag: wat blijkt uit dit artikel? 



Slide 24 - Slide

Wat blijkt uit dit artikel?
A
alle bestaande Nederlandse fietsroutes worden verbonden tot 1 netwerk.
B
Een Nederlands experiment met speciale fietspaden ziet er hoopvol uit.
C
Nederlandse automobilisten blijven, ondanks nieuwe overheidsmaatregelen, gewoon met de auto naar het werk gaan.
D
Racefietsers mogen geen gebruik meer maken van sommige fietspaden.

Slide 25 - Quiz

aanmoedigen
verwend
over te stappen
succes
erfolg
verwöhnt
ermuntern
umzusteigen

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide

Brief conventies 
Antje (v)/Anton (m) Gösele                                             (Aan wie je schrijft) 
Koediefslaan 73 
2101 BT 
Heemstede 

Heemstede, den 18. Januar 2021                           (plaats van schrijven en datum)

Slide 28 - Slide

2x witregel
Liebe Antje, Lieber Anton,                                                            (aanhef & ,) 

vielen Dank für deinen Brief/Nachricht.                               ( 1e zin kleine letter) 
Ich möchte gern etwas über mich erzählen. 
Meine Schule heißt die HBM. 
Es ist eine Hauptschule in Heemstede. Ich gehe in der vierten Klasse. 
Dieses Jahr, mache ich meine Abschlussprüfung. 
Ich habe die Fächer: Niederländisch, Englisch, Biologie, Ökonomie, Deutsch und Mathe. Mein Lieblingsfach ist Deutsch und Mathe finde ich doof. 
  

Slide 29 - Slide

2x witregel 
Liebe Grüße                         (geen komma!!) 

Deine Yentl/Dein Stefan

Slide 30 - Slide

mijn naam is ...
Mijn zus heet ... 
Ik ben ... jaar oud. 
ik woon in 
groetjes,
Ich wohne in ..... 
Ich bin ... Jahre alt. 
Mein Name ist ....
Meine Schwester heißt 
Liebe Grüße

Slide 31 - Drag question

Wij wonen 
in een
rijtjeshuis
ik heb een eigen kamer. 
de muren 
zijn ... 
er is een bed 
Er is een plant. 
Es gibt ein Bett. 
Die Wände sind... 
Wir wohnen in einem Reihenhaus 
Ich habe ein eigenes Zimmer. 
Es gibt eine Pflanze. 

Slide 32 - Drag question

Het is een 
mavoschool
Ik zit in 
de vierde
Ik doe 
dit jaar
eindexamen
Mijn lievelingsvak is Duits, 
maar wiskunde vind ik stom.
Ich mache dieses Jahr meine Abschlussprüfung
Es ist eine Hauptschule
Mein Lieblingsfach ist Deutsch, aber Mathe finde ich doof.
Ich gehe in der vierten Klasse. 

Slide 33 - Drag question

EIN schema 
M
V
O
MV
1e 
ein
eine
ein
(k)eine
3e
einem
einer
einem
(k)einen
4e
einen
eine
ein
(k)eine
4e naamval: 
durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 
3e naamval: 
aus,bei,mit,nach,seit,von, zu 

Slide 34 - Slide

DER schema 
M
V
O
MV
1e 
der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den
4e
den
die
das
die
4e naamval: 
durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 
3e naamval: 
aus,bei,mit,nach,seit,von, zu 

Slide 35 - Slide

Rückblick
Filmpje 
Examen woordenschat 
Leestraining  
Examenwoordenschat  2 
Briefconventies 
4 nieuwe zinnen geleerd + 10 herhaald
DER + EIN schema

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide