What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
haben und sein, ott - ovt
Lernziele- Leerdoelen
1. Je kunt
HABEN
en
SEIN
vervoegen in de tegenwoordige en verleden tijd
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lernziele- Leerdoelen
1. Je kunt
HABEN
en
SEIN
vervoegen in de tegenwoordige en verleden tijd
Slide 1 - Slide
tegenwoordige tijd
haben & sein
Slide 2 - Slide
'haben' en 'sein'
Dat zijn de werkwoorden hebben en zijn. Deze heb je in bijna iedere zin nodig.
Zeker voor zinnen met een voltooid deelwoord.
Slide 3 - Slide
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 4 - Drag question
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 5 - Drag question
Haben oder sein?
kies het werkwoord maar let op, je moet het nog wel vervoegen
Slide 6 - Slide
............... du Zeit für mich?
Slide 7 - Open question
Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .
Slide 8 - Open question
.................. du müde?
Slide 9 - Open question
Es hat geregnet. Die Straße ........ nass.
Slide 10 - Open question
(Heb jij) Lust zu grillen?
(Ik ben) gern am Strand.
Im Dezember (is het) kalt.
Julius (heeft) nur abends Zeit.
(Zijn) die Straßen heute glatt?
(Hebben) deine Eltern die Reise schon gebucht?
ist es
Ich bin
hat
Sind
Hast du
Haben
Slide 11 - Drag question
verleden tijd haben & sein
Slide 12 - Slide
-
-
-
-
ik was
jij was
hij was
zij was
het was
-
-
-
-
-
wij waren
jullie waren
zij waren
u was
Enkelvoud
Meervoud
Het werkwoord sein (zijn) in de v.t.
Onregelmatig werkwoord uit hoofd leren
ich war
du warst
er war
sie war
es war
wir waren
ihr wart
sie waren
Sie waren
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
-
-
-
-
ik had
jij had
hij had
zij had
het had
-
-
-
-
-
wij hadden
jullie hadden
zij hadden
u had
Enkelvoud
Meervoud
Het werkwoord haben (hebben) in de v.t.
Onregelmatig werkwoord uit hoofd leren
ich hatte
du hattest
er hatte
sie hatte
es hatte
wir hatten
ihr hattet
sie hatten
Sie hatten
Slide 15 - Slide
Gestern ... (was) ein guter Tag.
A
war
B
wart
C
hattet
D
hatten
Slide 16 - Quiz
Du ... (had) schlechte Laune (humeur).
A
hattest
B
warst
C
war
D
hatte
Slide 17 - Quiz
Es regnete und es ... (was) kalt.
A
hatte
B
war
C
waren
D
wart
Slide 18 - Quiz
Du ... (had) Kopfschmerzen.
A
warst
B
hatte
C
war
D
hattest
Slide 19 - Quiz
Meine Brüder ... (hadden) ein Auto.
A
hatten
B
war
C
hattet
D
wart
Slide 20 - Quiz
Mein Handy ... (was) kaputt.
A
war
B
hattest
C
hatte
D
wart
Slide 21 - Quiz
Außerdem ... (waren) meine Eltern auch da.
A
war
B
warst
C
waren
D
wart
Slide 22 - Quiz
Voltooid deelwoord
De regel is normaal sproken:
ge + stam + t
HABEN gehabt
Let op:
SEIN gewesen
Slide 23 - Slide
Hier haben wir viel Spaß ..... .
A
gehaben
B
habt
C
gehattet
D
gehabt
Slide 24 - Quiz
Bist du lange böse .... ?
A
gewest
B
gesein
C
gewesen
D
geweest
Slide 25 - Quiz
Kortom:
Slide 26 - Slide
verleden tijd haben & sein
Slide 27 - Slide
-
-
-
-
ik had
jij had
hij had
zij had
het had
-
-
-
-
-
wij hadden
jullie hadden
zij hadden
u had
Enkelvoud
Meervoud
Het werkwoord haben (hebben) in de v.t.
Onregelmatig werkwoord uit hoofd leren
ich hatte
du hattest
er hatte
sie hatte
es hatte
wir hatten
ihr hattet
sie hatten
Sie hatten
Slide 28 - Slide
-
-
-
-
ik was
jij was
hij was
zij was
het was
-
-
-
-
-
wij waren
jullie waren
zij waren
u was
Enkelvoud
Meervoud
Het werkwoord sein (zijn) in de v.t.
Onregelmatig werkwoord uit hoofd leren
ich war
du warst
er war
sie war
es war
wir waren
ihr wart
sie waren
Sie waren
Slide 29 - Slide
Welke 3 dingen heb je
geleerd vandaag?
Slide 30 - Mind map
Snap je nu de verleden tijdvormen van
HABEN en SEIN?
Slide 31 - Poll
An die Arbeit!
We gaan nu verder in de les.
Slide 32 - Slide
More lessons like this
haben und sein, ott - ovt
January 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
haben, sein, werden in de t.t. & v.t.
July 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
Verleden- en tegenwoordige tijd haben en sein
October 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
sein haben t.t. v.t. werden t.t.
September 2024
- Lesson with
14 slides
1 Di 5-09-22 K1 L1 haben/sein/werden
September 2023
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Verleden tijd haben en sein
September 2023
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3ma grammatik quiz
October 2023
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Verleden- en tegenwoordige tijd haben en sein
January 2022
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3