1. Welke offers waren er nodig om het Tata Steel Schaaktoernooi door te laten gaan (regel 11)?
A
Alleen Europese schakers mogen meedoen aan het toernooi.
B
Publiek en spelers moeten elke dag een coronatest ondergaan.
C
Publiek en amateurschakers zijn niet welkom.
D
Alleen spelers die een zware selectie hebben doorstaan, mogen meedoen.
Slide 4 - Quiz
2. Lees regel 18-19 nogmaals. Wat wordt bedoeld met ‘Doebov kan de stukken laten dansen’?
Slide 5 - Open question
3. In regel 25-26 staat dat ‘Magnus Carlsen materiaal offerde voor kansen’. Met welke term wordt deze tactiek verderop in de tekst omschreven?
Slide 6 - Open question
4. Waarom is schaken volgens Martina Aranella goed voor je brein?
A
Bij schaken leer je beter visualiseren en rekensommen oplossen
B
Bij schaken leer je anticiperen en mensen inschatten
C
Bij schaken combineer je verschillende processen en train je je brein
D
Bij schaken moet je onverwachte dingen doen en train je je brein
Slide 7 - Quiz
Eline Roebers zegt in regel 64: ‘Als schaakstukken alleen maar op een vlak staan, zonder functie zijn ze zinloos.’ Wat bedoelt ze hiermee?
Slide 8 - Open question
6. In regel 70 zegt Eline Roebers ‘Je hoeft er niet slim voor te zijn.’ Soms nuanceert iemand een uitspraak die hij of zij eerder heeft gedaan: hij voegt meer details toe waardoor de uitspraak preciezer wordt. Op welke plek nuanceert Eline haar uitspraak over slimheid en schaken? Citeer dit stukje tekst.
Slide 9 - Open question
7. Wat is een overeenkomst tussen alle goede schakers als je let op de uitspraken van de deskundigen in deze tekst?
A
Goede schakers trainen veel op verschillende schaaksituaties
B
Goede schakers reflecteren vaak op hun schaakprestaties
C
Goede schakers maken een mentaal beeld van schaaksituaties
D
Goede schakers anticiperen op hun tegenstander
Slide 10 - Quiz
8. In regel 97 staat het signaalwoord ‘daarvoor’. Door welk signaalwoord/welke signaalwoordgroep zou je dit kunnen vervangen?
A
Bovendien
B
Met dat doel
C
Echter
D
Op die voorwaarde
Slide 11 - Quiz
9. Waarom denkt Carlsen dat vrouwen nog geen grote rol spelen in de schaakwereld?
A
Vrouwen komen niet makkelijk binnen in de schaakwereld.
B
Vrouwen vinden schaken niet interessant genoeg.
C
De schaakwereld is niet motiverend genoeg voor vrouwen.
D
Er is te weinig competitie voor vrouwen.
Slide 12 - Quiz
10. Een schrijver kan een tekst op verschillende manieren afsluiten. Hoe wordt deze tekst afgesloten?