Week 26 - Reading

Readtheory
  • I can see how much you have been practising (Quizzes taken). Conclusion: most of you - not much. Some have not even taken the pre-test.



  • what is your current lexile level? Log on to Readtheory and check.
    (aim for 1000-1250). I have no data from: Jade, Elske, Merijn, Emar, Carmen, Job, Laurens, Ramon
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Readtheory
  • I can see how much you have been practising (Quizzes taken). Conclusion: most of you - not much. Some have not even taken the pre-test.



  • what is your current lexile level? Log on to Readtheory and check.
    (aim for 1000-1250). I have no data from: Jade, Elske, Merijn, Emar, Carmen, Job, Laurens, Ramon

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Reading Test
  • no trouble reading? Continue readtheory + browse ELO
  • want some tips? Stay tuned in 
  • ELO - materials focus on: "Veelgebruiktevraagstellingen" & signaalwoorden (Quizlet)
Bring your dictionary

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1. Always start with title + picture
2. Find signal words
What is the goal of  paragraph 2?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


A
to add new argument for the theory introduced in paragraph 1
B
to challenge the theory introduced in paragraph 1
C
to support the theory introduced in paragraph 1

Slide 4 - Quiz

What is the goal of paragraph two?
Answers are presented in alphabetical order.
  • to add
  • to challenge
  • to support
Tips - meerkeuze
  • kijk altijd eerst naar plaatje en titel: wat kun je verwachten
  • streep signaalwoorden aan terwijl je de tekst doorleest
  • antwoorden
    1. haal onzin-antwoorden eruit
    2. kloppen alle elementen? (deel fout = FOUT!!!)
    3. past het in de grote lijn
    4. staan in alfabetische volgorde (dus 5x A achter elkaar KAN)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

What to expect when you see a heading and picture like this?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

What becomes clear about the H1N1 virus in paragraph 1?
1. It spread further than SARS and H5N1
2. It was a comparatively innocent virus

A. only 1 is correct
B. only 2 is correct
C. both 1 and 2 are correct
D. neither 1 nor 2 are correct

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tips - meerkeuze
  • als de vraag verwijst naar 1 of meer paragrafen, dan staat het antwoord ook in die paragrafen.
  • als de vraag verwijst naar 1 zin, dan staat het antwoord ook in die zin
  • let op de grote lijn in het verhaal

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

What becomes clear about the H1N1 virus in paragraph 1?
1. It spread further than SARS and H5N1
2. It was a comparatively innocent virus
A
only 1 is correct
B
only 2 is correct
C
both 1 and 2 are correct
D
neither 1 nor 2 are correct

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Signal words
What is the main problem with flu epidemics according to the writer, judging from paragraphs 1 and 2?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

What is the main problem with flu epidemics according to the writer, judging from paragraphs 1 and 2?
A
Health authorities are hardly better prepared to deal with them.
B
Health authorities issue warnings about them without consulting the pharmaceutical industry.
C
Health authorities tend to send out reassuring messages about them.
D
Health authorities unnecessarily spend a lot of money on battling them.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Gatentekst - tips
  • lees tot het "gat" + 1 zin
  • signaalwoorden?
    - so (dus) > conclusie
    - yet (toch), however (echter), but (maar) > tegenstelling
    - because (omdat), for (want) > reden
    - ________: (na dubbele punt) > inhoud, uitleg
  • let op tegenstelling in het antwoord: A. groot B. leuk C. klein D. koud 
  • no clue? Wat past het best in de grote lijn? (plaatje, titel)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Choose
A. and
B. for
C. so
D. yet

Slide 13 - Slide

The first sentence: positive or negative about friendship?
Second sentence: positive or negative about friendship?

A
And
B
For
C
So
D
Yet

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Tekst Scannen
Recensie
  • als de vraag is: wie is positief / negatief?
    Lees dan van ELKE RECENSIE de laatste zin.
  • als de vraag is: wie is alleen maar positief (of negatief)?
    Lees dan de laatste zin om positief en negatief te scheiden
    Resterende teksten: let op tegenstellingswoorden. Er mag geen 'maar' in staan.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Tekst Scannen
Hele pagina tekst met maar 1 vraag
  • Lees eerst alle tekst die vet, schuin, of in HOOFDLETTERS is
  • als de vraag is: wie is alleen maar positief (of negatief)?
    Staat hier het antwoord al? (als niet, dan doorlezen)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Achtergrondartikel
Argumenten

Welke argumenten worden er gebruikt?
argumenten voor
argumenten tegen
Let op: but, however, yet > tegenargument.

Pizzas taste lovely, but they are bad for your health.
(voor pizza)                           (tegen pizza)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Achtergrondartikel
Begin, 1e alinea: introductie van het onderwerp

Vraag: wat is de kern van alinea 1?
Antwoord: heeft een link met titel en plaatje

Vraag is een open vraag (want de titel is te lastig)
Antwoord: heeft een link met titel, plaatje en info uit de vraag

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Achtergrondartikel
Worden er experts geinterviewd? 
  • Wat zeggen zij?
  • Aan welke kant staan zij?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Achtergrondartikel
  • Voorbeelden: er wordt zelden gevraagd naar
    namen, plaatsen, getallen, percentages
    , data
  • Hoe herken je een voorbeeld?
    - Met welk woord begint de zin? (for instance, for example, e.g., it illustrates)
  • What summarises...
    Vraagt naar de kern, hoofdgedachte, samenvatting (ZONDER VOORBEELDEN)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Is Britain doing well or not? How can you tell?
Any idea what "shale" might be?
The 1) means that an explanation is provided. So scroll down to the end of the text!
noot 1 
shale = schalie, een gesteente waaruit gas gewonnen kan worden 

noot 2
fracking = methode om schaliegas vrij te maken door scheurtjes te maken in het
gesteente waar het gas in opgesloten zit 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Question
What becomes clear about Britain in paragraph 1?

A. It has made little progress in finding and extracting shale gas.
B. It has tried to suppress safety concerns about shale gas projects.
C. It is being accused of hindering commercial shale gas mining.
D. It prefers offshore shale gas activities over initiatives on land.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

What becomes clear about Britain in paragraph 1?
A
It has made little progress in finding and extracting shale gas.
B
It has tried to suppress safety concerns about shale gas projects.
C
It is being accused of hindering commercial shale gas mining.
D
It prefers offshore shale gas activities over initiatives on land.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions