6.2 Utrecht in de Late Middeleeuwen

6.2 Utrecht in de Late Middeleeuwen


6.2 Utrecht in de Late Middeleeuwen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

6.2 Utrecht in de Late Middeleeuwen


6.2 Utrecht in de Late Middeleeuwen

Slide 1 - Slide

Lesprogramma:
1) Quizvragen paragraaf 6.1, stukje herhaling
2) Uitleg paragraaf 6.2
3) Opdrachten maken uit het werkboek
4) Afsluiting van de les

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat ontginningen, ambacht&nijverheid en gilden zijn.



Slide 2 - Slide

Wat is een bisdom?
A
De plaats waar een bisschop woont
B
Het gebied dat de bisschop bestuurt
C
De kerk van een bisschop
D
De macht die een bisschop heeft

Slide 3 - Quiz

Als een priester een kerkdienst in zijn gemeente houdt spreken we van:
A
Wereldlijke macht
B
Geestelijke macht

Slide 4 - Quiz

Waarom geven de Frankische keizers leengebieden aan bisschoppen?

Slide 5 - Open question

Waarom verhuist de bisschop naar Deventer?
A
Utrecht raakt in verval
B
Deventer wordt machtiger dan Utrecht
C
De vikingen plunderen Utrecht
D
In Deventer wordt een nieuwe kerk gebouwd

Slide 6 - Quiz

Wie was er de baas over het Sticht?
A
De paus
B
De Frankische keizer
C
De graven van Gelre en Holland
D
De bisschop

Slide 7 - Quiz

Als een bisschop een leen bestuurt spreken we van:
A
Wereldlijke macht
B
Geestelijke macht

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen een gebeurtenis en een verschijnsel?

Slide 9 - Open question

Utrecht bloeit weer op



  • In 920 keert de bisschop terug naar Utrecht
  • Stad moet opnieuw opgebouwd worden
  • Veel werkgelegenheid, nieuwe kloosters en kerken

Utrecht bloeit
weer op

Slide 10 - Slide

Ontginningen
  • Bossen kappen, moerassen droogleggen. Daardoor:
  • Stijgt de voedselproductie en komen er overschotten
  • Kan de bevolking verder groeien
  • Keert de handel terug

  • Verbeterde landbouwtechnieken

Slide 11 - Slide

Handel
  • Als gevolg van de aanvallen van de Vikingen verplaatste de handel zich naar Kampen, Zwolle en Deventer -->  Hanzehandel


  • Na het jaar 1000 kwamen de handelaren terug naar Utrecht

  • Goede ligging zorgt ervoor dat Utrecht een handelscentrum wordt

Slide 12 - Slide

Nijverheid
  • Aantal ambachtslieden in de stad neemt toe

  • Bakkers, slagers, aardewerknijverheid, leernijverheid, dakpannenbakkers

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Opleidingen toen en nu
Wie van jullie weet al wat je later wilt worden?
Hoe gaat dat in Nederland als je een beroep wilt uitoefenen?
Hoe zou dat vroeger in de Middeleeuwen gegaan zijn?

Slide 15 - Slide

Gilden
  • Gilde: vereniging van mensen met hetzelfde beroep.
  • Gilden zorgden voor opleiding, controleerden de kwaliteit en schakelden concurrentie uit --> maximumprijzen.
  • Leden van het gilde zorgden voor elkaar bij ziekte of overlijden

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Bakkers horen bij
A
Handel
B
Landbouw
C
Ambacht
D
Soldaten

Slide 18 - Quiz

Leg uit wat ontginningen zijn en waarom ontginningen zo belangrijk waren

Slide 19 - Open question

Waar zorgde het gilde in de Middeleeuwen NIET voor?
A
Kwaliteitscontrole
B
Opleiding
C
Straffen misdadigers
D
Dezelfde prijzen

Slide 20 - Quiz

Welk beroep is nijverheid
A
Ambtenaar
B
Timmerman
C
Boer
D
Priester

Slide 21 - Quiz

Handelaren uit verschillende steden die zaken met elkaar deden richtten de ... op.
A
Compagnie
B
Gilde
C
Vakbond
D
Hanze

Slide 22 - Quiz

Als je goed genoeg was, moest je de ....... afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 23 - Quiz

Als een gilde lid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Aan de slag:


Lees voor jezelf en in stilte paragraaf 6.2 goed door.


Maak in het werkboek opdracht 2, 7 en 10


Heb je dit af in de les, dan heb je geen huiswerk :)

Slide 25 - Slide