2H week 46 les 2 (21 nov)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2H week 47 les 2 (20. November)

Willkommen! 

Heute

• 5 Minuten Studygo: 4.1 t/m 4.5
• Uitleg Lektion 4.5 opdracht 5 t/m 8 (komt bij HW voor dinsdag 26 nov)
• Flotte Frage: Nilpferdbaby!

HW di 26 nov: Lektion 4.5 opdracht 1 t/m 8

Studieren

5 Minuten studieren: Lernbox 4.4 (beide kanten op)

Fertig? Ga alvast naar Lektion 4.4 opdracht 7 > gaan we straks bespreken

Grammatik

Leerdoelen grammatica deze week:

• Je kunt de werkwoorden met –a en –e in de stam vervoegen.

• Je kent het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden.

Zwakke en sterke werkwoorden

Een zwak werkwoord is te zwak om te veranderen:

Ich lache, du lachst, er/sie/es lacht

Een sterk werkwoord is sterk genoeg om te veranderen:

Ich fahre, du fährst, er/sie/es fährt

Ich esse, du isst, er/sie/es isst

Ich lese, du liest, er/sie/es liest

Werkwoorden met a/e in de stam

Bij sterke werkwoorden met een a of e in de stam:

Klinkerverandering in de du en er/sie/es vorm

a = ä (ich fahre, du fährst)

e = i of ie (ich gebe, du gibst en ich sehe, du siehst)

Niet bij gehen (gaan) en stehen (staan)! 

Ich gehe, du gehst, ich stehe, du stehst etc

du (helfen)

1. helfst
2. hilfst
3. hilft
4. helfest

er (schlafen)

1. schlaft
2. schlift
3. schläft
4. schläfest

er (fahren)

1. fahrt
2. fihrt
3. fähret
4. fährt

ihr (fahren)

1. fahrt
2. fihrt
3. fähret
4. fährt

du (sehen)

1. sehst
2. seht
3. siehst
4. sieht

sie (geben) e.v

1. gebt
2. gibst
3. gibt
4. giebst

Hoe zou jij aan een ander uitleggen hoe de sterke werkwoorden met een a of e in de stam werken? Leg het in hele zinnen uit.

Begrijp je het?

Meer dan 5 goed? Geh' weiter so!

3 of 4 goed? Maak thuis de versterk jezelf over dit onderwerp (sterke werkwoorden met a of e in de stam)

Minder dan 3 goed? Maak thuis de versterk jezelf over dit onderwerp (sterke werkwoorden met a of e in de stam) en ga naar https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica.htm : 

bekijk uitlegvideo (7.26 en 7.27) en maak oefeningen (7.28 t/m 7.33)

Hausaufgaben

Maken: test jezelf Lektion 4.4 

Bis Morgen!