Robotica

Robotica
Les 4 in de serie over procesautomatisering
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ProcestechnologieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Robotica
Les 4 in de serie over procesautomatisering

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les ken je de rol en toepassingen van robotica in verschillende sectoren.
  • Aan het einde van de les weet je wat robotsturing, robotplanning en robotarchitectuur betekenen.
  • Aan het einde van de les begrijp je de betekenis en het belang van sensoren in robotica.
  • Aan het einde van de les begrijp je de invloed van robotica op de proces industrie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waaraan denk je bij het woord robotica?

- mag heel algemeen zijn, dus ook uit het dagelijks leven
- meerdere antwoorden geven mag
- maar gebruik maximaal 5 woorden per antwoord!

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

En als je nu kijkt naar jouw stage-/procesbedrijf,
wat gebeurt daar op het gebied van robotica?

- kijk naar je eigen werkplek
- maar ook naar alle andere activiteiten binnen het bedrijf
- ook hier: gebruik steekwoorden, hou het kort!

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Waarom worden robots ingezet in een bedrijf?

- gebruik weer steekwoorden!

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met Robotica?
  • Robotica is een vakgebied dat zich bezighoudt met het ontwerpen, bouwen, programmeren en gebruiken van robots.
     
  • Onderdeel van de mechatronica.

  • Een robot is een programmeerbare, multifunctionele machine die in staat is om taken uit te voeren of te manipuleren zonder directe menselijke tussenkomst. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waar houdt robotica zich mee bezig?
  • Fysieke constructie van robots (bouwen van robots).
  • Ontwikkelen van software en algoritmen voor de aansturing.

    Doel: het creëren van intelligente machines, die in staat zijn om autonoom of semi-autonoom taken uit te voeren.
    Vaak in omgevingen die moeilijk toegankelijk of gevaarlijk zijn voor mensen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een robot?
A
Een menselijke tussenkomst
B
Een gevaarlijke machine
C
Een autonome machine
D
Een programmeerbare, multifunctionele machine

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de taken van robotica?
A
Toepassingen van robotica
B
Onderzoek naar robotica
C
Fysieke constructie van robots
D
Ontwikkelen van software en algoritmen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van robotica?
A
Het programmeren van robots
B
Het ontwerpen van robots
C
Het creëren van intelligente machines
D
Het bouwen van robots

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Onderzoeksrichtingen binnen de Robotica
  • Sensing: ontwerp en werking van sensoren.
  • Robotsturing: besturing van robots.
  • Robotplanning: plannen van taken voor robots.
  • Kinematica: wiskundige modellen van robotbewegingen.
  • Robotarchitectuur: efficiënte en betere robots voor specifieke taken.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Waar kom je robots tegen?
  • Industrie
  • Ruimtevaart
  • Geneeskunde
  • Leger
  • Huishouden
  • Revalidatie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Historie van de robot
  • Eerste vermelding door Karel Čapek in 1920 (betekenis: "werker").
  • Eerste ontwerp midden jaren 50 door Joseph Engelberger en George Devol ("een mechanische arm").
  • Eerste industriële robot in 1961, door General Motors in de autofabriek in New Jersey.
  • In 1970 een "humanoide" robot gemaakt door de Universiteit van Tokio ("lijkt op een mens").


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
  • Sensing: het ontwerp en de werking van sensoren.
  • Robotsturing:  het besturen van robots.
  • Robotplanning: het plannen van taken voor robots.
  • Kinematica: de wiskundige modellen van robotbewegingen.
  • Robotarchitectuur: architecturen uitdenken en bestuderen om robots efficiënter en beter te maken voor specifieke taken.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.