This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Tussen koning en kiezer
1815 - 2022
Slide 1 - Slide
Voor elk wat wils 1848-919
hoofdstuk 2 paragraaf 4
Slide 2 - Slide
"Vrijheid en inspraak voor iedere burger willen"
A
Liberaal
B
Socialistisch
C
Confessioneel
D
Conservatief
Slide 3 - Quiz
In 1848 kreeg de Tweede kamer het recht nieuwe wetten te maken
A
Recht van initiatief
B
Recht van amendement
C
Ministeriële verantwoordelijkheid
Slide 4 - Quiz
In 1848 kreeg de Tweede kamer het recht wetten van de regering aan te vullen
A
Recht van initiatief
B
Recht van amendement
C
Ministeriële verantwoordelijkheid
Slide 5 - Quiz
De koning is onschendbaar, ministers zijn aansprakelijk
A
Recht van initiatief
B
Recht van amendement
C
Ministeriële verantwoordelijkheid
Slide 6 - Quiz
Na 1848 was de Tweede kamer een volksvertegenwoordiging
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Na 1848...
hadden liberalen de macht in het parlement
betaalde de overheid voor niet-gelovige scholen
GEVOLG: Abraham Kuyper wil ook gelovige scholen bekostigen
Slide 8 - Slide
Na 1848...
GEVOLG: Abraham Kuyper richt eigen partij op voor protestanten = ARP
Gelovige partij = confessionele partij
Slide 9 - Slide
Na 1848...
Na een protestantse partij verenigen ook de katholieken zich
Rooms-Katholieke Staatspartij
= een confessionele partij
Slide 10 - Slide
Na 1848...
Na de katholieken verenigen de liberalen zich (met tegenzin) in de Liberale unie
Door de sociale kwestie ontstaat een arbeiderspartij = de SDAP
Slide 11 - Slide
Wat heeft Abraham Kuyper opgericht?
A
De RKSP, een eigen krant, een katholieke kerk.
B
De RKSP, een eigen krant, de Gereformeerde kerk.
C
de ARP, een eigen krant, de Gereformeerde kerk.
D
De ARP, een eigen krant, de Nederlands-Hervormde kerk.
Slide 12 - Quiz
Wie bedoelde Kuyper met de 'kleine luyden'?
A
Arbeiders
B
Jonge kinderen
C
Gewone gelovigen
D
Rijke burgers
Slide 13 - Quiz
Welke uitspraak past het beste bij de Abraham Kuyper, de leider van de antirevolutionairen?
A
'' De koning moet veel meer macht hebben''
B
'' De mens is belangrijker dan God''
C
'' Bij het maken van wetten moet je niet uitgaan van het geloof''
D
'' Alle politici moeten gehoorzamen aan de bijbel''
Slide 14 - Quiz
Deze groep wil algemeen kiesrecht
A
Socialisten
B
Liberalen
C
Feministen
D
Confessionelen
Slide 15 - Quiz
De tekenaar laat Kuyper tegen zijn zin meelopen in een demonstratie. Toch loopt Kuyper mee, want hij hoopt hiervoor in ruil iets terug te krijgen. Aan wie geeft Kuyper steun en in ruil waarvoor?
A
Hij geeft steun aan de protestanten in ruil voor het passief vrouwenkiesrecht.
B
Hij geeft steun aan de protestanten in ruil voor het systeem van evenredige vertegenwoordiging.
C
Hij geeft steun aan de socialisten in ruil voor volledige financiering van het bijzonder onderwijs.
D
Hij geeft steun aan de socialisten in ruil voor het algemeen kiesrecht.
Slide 16 - Quiz
Het Algemeen kiesrecht werd ingevoerd in...
A
1848
B
1917
C
1874
D
1919
Slide 17 - Quiz
Schaepman was de leider van:
A
de liberale unie
B
de SDAP
C
de ARP
D
de RKSP
Slide 18 - Quiz
Is de tekenaar voor of tegen het algemeen kiesrecht?
A
Voor
B
Tegen
Slide 19 - Quiz
Wat is de sociale kwestie?
A
Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
B
Het probleem van slechte vriendschappen in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
C
Het probleem van slechte politieke leiders in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
D
Het probleem van slechte scholen in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
Slide 20 - Quiz
de pacificatie is de grondwetswijziging uit:
A
1815
B
1848
C
1917
D
1983
Slide 21 - Quiz
Wie zal er niet tevreden zijn met de Pacificatie van 1917?