This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Camilo
Martes, 21 de 2023
Slide 1 - Slide
Las reglas de salón de clases
Huisregels
Bij binnenkomst spullen op tafel: Boeken, pen en schrift.
Geen mobieltjes in de klas
Als ik praat, zijn jullie stil
Steek je hand op als je iets wilt zeggen
Niet aan elkaar of elkaars spullen zitten
Slide 2 - Slide
¿Qué vamos a hacer hoy?
(Wat gaan we vandaag doen?)
HERHALING HOOFDSTUK 2
- Vraagwoorden - BRON D
- Frases Clave - BRON E
- Los demostrativos
(aanwijzende voornaamwoorden) - BRON I
- frases clave de Bron J
Slide 3 - Slide
Objetivos (Leerdoelen)
Na deze les kun/ken je...
aanwijzende voornaamwoorden herkennen en verbuigen
een bestelling doen in een restaurant
Slide 4 - Slide
¿Te acuerdas? Weet je nog?
Zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk of vrouwelijk
Bij een mannelijk zelfstandig naamwoord hoort eenmannelijk lidwoord.
Bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord hoort een vrouwelijk lidwoord.
Zet je het woord in meervoud, dan verandert het lidwoord mee.
Bepaald (de / het)
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
el
la
meervoud
los
las
Slide 5 - Slide
Los demostrativos
De aanwijzende voornaamwoorden
Het aanwijzend voornaamwoord wijst iets of iemand aan. Het laat ook zien hoe ver weg of dichtbij de spreker is.
Slide 6 - Slide
Los demostrativos
Iets dat zich dicht bij de spreker bevindt:
masculino femenino
enkelvoud este esta
meervoud estos estas
Iets dat zich dicht bij de luisteraar bevindt:
masculino femenino
enkelvoud ese esa
meervoud esos esas
Iets onbekends: esto y eso
Slide 7 - Slide
Pronombres demostrativos
Het aanwijzend voornaamwoord richt zich naar het zelfstandig naamwoord wat erachter staat. Voorbeelden: este libro, esta casa, estos libros, estas casas
Let goed op of de volgende woorden in de zin staan: aquí (hier), ahí (daar). Hieraan kan je zien welk aanwijzend vnw. je moet gebruiken.
esto/eso gebruik je als je niet naar een specifiek zelfstandig naamwoord verwijst. Het wordt dus algemeen gebruikt. Voorbeeld: ¿Qué es eso? Wat is dat?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
LET OP
De aanwijzende voornaamwoorden
esto / eso
worden gebruikt om naar iets te verwijzen wat niet bekend is
óf waarover in algemene zin wordt gesproken.
MAAR: nooit om naar personen te verwijzen!
'ik houd hier niet van' => no me gusta esto
¡OJO!
Slide 10 - Slide
Maak je klaar voor...
de mini quiz!
Entiendes todo? Begrijp je alles?
Vamos a ver!
Slide 11 - Slide
Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord. ... mochila es roja.
timer
0:20
A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos
Slide 12 - Quiz
... teléfono móvil es azul.
timer
0:20
A
Esta
B
Este
C
Estas
D
Estos
Slide 13 - Quiz
¿Qué significa 'esto' ?
timer
0:20
A
Dit (als het niet duidelijk is wat precies je bedoelt)
B
Dat
C
Esto is de mannelijke vorm van 'esta'
D
Hetzelfde als 'este'
Slide 14 - Quiz
Vul in .... es difícil
timer
0:20
A
Esto
B
Este
C
Estos
D
Esta
Slide 15 - Quiz
¿Cómo se dice 'deze film'?
timer
0:20
A
esta película
B
esa película
C
esto película
D
esas películas
Slide 16 - Quiz
¿Cómo se dice 'die film'?
timer
0:20
A
esta película
B
esa película
C
esto película
D
esas películas
Slide 17 - Quiz
... chicas son de Cuba.
timer
0:20
A
Esta
B
Este
C
Estas
D
Estos
Slide 18 - Quiz
... ordenadores son grandes.
timer
0:20
A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos
Slide 19 - Quiz
Vul de juiste aanwijzende voornaamwoorden in:
……… bolígrafo (dichtbij)
……… profesoras (dichtbij)
……… chicas (ver weg)
……… lapices (ver weg)
……… armario (ver weg)
……… libro (dichtbij)
……… alumno (ver weg)
timer
2:00
Slide 20 - Slide
Frases clave - Bron J
Leámos juntos
¿Para qué sirven estas frases?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Wat bestel de vrouw de primero? (voorgerecht)
A
ensalada
B
melón con jamón
C
pescado
D
carne
Slide 23 - Quiz
Wat bestel de vrouw de segundo? (hoofdgerecht)
A
carne
B
tapas
C
paella
D
pescado
Slide 24 - Quiz
Wat bestel de vrouw de postre? (nagerecht - toetje)
A
No postre
B
tarta de manzanas
C
Stroopwafels
D
Fresas
Slide 25 - Quiz
Wat bestel de vrouw para beber? (drinken)
A
Té
B
Coca cola sin hielo
C
Fanta
D
Cerveza
Slide 26 - Quiz
Als je wilt betalen (rekening) , in het Spaans is:
A
El menú del día, por favor.
B
No quiero postre.
C
Yo quiero pescado.
D
La cuenta, por favor.
Slide 27 - Quiz
OEFENEN
H2, libro de ejercicios:
Ej. 29
Slide 28 - Slide
Praktische informatie
Week 11: Proefwerk H3 op dinsdag14 maart
Datum + wat je precies moet leren komt op Magister.
Slide 29 - Slide
¿Te acuerdas? Weet je nog?
Iets dat zich dicht bij de spreker bevindt:
masculino femenino
enkelvoud este esta
meervoud estos estas
Iets dat zich verder van de spreker bevindt:
masculino femenino
enkelvoud ese esa
meervoud esos esas
Iets onbekends: esto y eso
Slide 30 - Slide
Frases clave - Bron J
Con tu vecino:
H3, libro de ejercicios: Ej. 31bc (pág. 73)
timer
5:00
Slide 31 - Slide
Maak je klaar voor...
de mini quiz!
Entiendes todo? Begrijp je alles?
Vamos a ver!
timer
1:00
Slide 32 - Slide
Zet de woorden op de juiste volgorde en maak de vraag kloppend:
¿gustado - tapas - han - os - estas?
timer
0:45
Slide 33 - Slide
Zet de woorden op de juiste volgorde en maak de vraag kloppend:
¿elegido - ya - habéis?
timer
0:45
Slide 34 - Slide
Zet de woorden op de juiste volgorde en maak de vraag kloppend:
¿ti - y - para?
timer
0:45
Slide 35 - Slide
Zet de woorden op de juiste volgorde en maak de vraag kloppend:
De segundo, ¿pescado - carne - o - quieres?
timer
0:45
Slide 36 - Slide
Zet de woorden op de juiste volgorde en maak de vraag kloppend:
¿qué - postre - de - queréis?
timer
0:45
Slide 37 - Slide
Zet de woorden op de juiste volgorde en maak de zin kloppend:
pescado - yo - quiero
timer
0:45
Slide 38 - Slide
Zet de woorden op de juiste volgorde en maak de zin kloppend:
no - té - quiero - prefiero - yo - un - postre
timer
0:45
Slide 39 - Slide
Zet de woorden op de juiste volgorde en maak de zin kloppend:
soy - plato - quiero - porque - sin - este - vegetariano - carne