H4 vendredi, le 29 janvier

objectifs
À la fin du cours...
- kun je verschillende vraagwoorden herkennen en begrijpen;
- ken je een aantal woorden die te maken hebben met eten op school;
- kun je een beetje over jezelf praten in Frans.

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

objectifs
À la fin du cours...
- kun je verschillende vraagwoorden herkennen en begrijpen;
- ken je een aantal woorden die te maken hebben met eten op school;
- kun je een beetje over jezelf praten in Frans.

Slide 1 - Slide

programme
Préparation: apprendre voca PPT Ordre des mots
Aujourd'hui:
- petit test sur le vocabulaire
- correction ww.oefje + des devinettes
- grammaire III, het vragend voornaamwoord + ex.24b
- écrire tâche 3 
- parler sur toi et ta vie



Slide 2 - Slide

petit test sur le vocabulaire
Cliquez sur le lien (het linkje) dans Teams. 

Slide 3 - Slide

correction ww.oefje 

1. hij heeft gewerkt = il a travaillé
2. ik zal gaan = j'irai
3. hij praat = il parle
4. jullie dansten = vous dansiez
5. wij zullen schrijven = nous écrirons
6. jij hebt gekozen = tu as choisi
7. zij is vertrokken = elle est partie
8. zij zullen verkopen = ils vendront
9. ik wachtte = j'attendais
10. zij zijn geweest = ils/elles ont été 
   ?   ?   ?   ?   des devinettes   ?   ?   ?   ?

J'existe seulement quand il y a de la lumière mais la lumière directe me tue. Qui suis-je?

Je voyage autour du monde, mais je reste toujours au même endroit. 
Qui suis-je?

?   ?   ?   ?   ?   ?   ?   ?   ?   ?   ?   ?   ?   ?   ?


Slide 4 - Slide

grammaire III, het vragend voornaamwoord
Menu au choix:
1. zelf uitleg lezen (par.11 Manuel) + ex.24b maken én nakijken met het nakijkstencil op Itslearning
2. meedoen met de uitleg 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is jouw naam?

Slide 12 - Open question

Welke kleur vind je leuk?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

(Wat) ... est intéressant pour les jeunes?
A
quoi
B
que
C
qu'est-ce que
D
qu'est-ce qui

Slide 17 - Quiz

(Wat) ... roule à 300 km/h?
A
quoi
B
que
C
qu'est-ce que
D
qu'est-ce qui

Slide 18 - Quiz

(Wat) ... fais-tu ici?
A
quoi
B
que
C
qu'est-ce que
D
qu'est-ce qui

Slide 19 - Quiz

(Wat) ... tu penses de cette idée?
A
quoi
B
que
C
qu'est-ce que
D
qu'est-ce qui

Slide 20 - Quiz

Sur (wat) ... tu te bases?
A
quoi
B
que
C
qu'est-ce que
D
qu'est-ce qui

Slide 21 - Quiz

(Wie) ... is het knapst?
A
qui
B
qui est-ce qui
C
qui est-ce que

Slide 22 - Quiz

(Wie) ... as-tu vu?
A
qui
B
qui est-ce qui
C
qui est-ce que

Slide 23 - Quiz

Avec (wie) ... as-tu dansé?
A
qui
B
qui est-ce qui
C
qui est-ce que

Slide 24 - Quiz

tâche d'écriture 3
- écrire tâche 3 en couples
- la tâche se trouve (bevindt zich) sur Itslearning
- on se revoit à 9:50 heures.

Slide 25 - Slide

devoirs
- faire ex.24c
- tâche d'écriture 3 inleveren (vandaag nog)
- apprendre voca/gram Unité 3

Slide 26 - Slide