Révise Grandes Lignes Chapitre 2 4h

Révise
Chapitre 1
Grandes Lignes 
4 havo
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Révise
Chapitre 1
Grandes Lignes 
4 havo

Slide 1 - Slide

Onderdelen
Vocabulaire A, B, C
Grammaire A, C

Bonne chance!

Slide 2 - Slide

En France, on mange un repas chaud à midi.
Un repas =
A
een bord
B
een gerecht
C
een maaltijd
D
een pauze

Slide 3 - Quiz

Est-ce que les coutumes chez vous sont très diffférentes?
les coutumes =
A
de avonden
B
het gedrag
C
het voedsel
D
het gebruik

Slide 4 - Quiz

Traduis:
1 de aankomst
2 vaak

Slide 5 - Open question

Welke woorden passen bij elkaar? 
dehors
le plat
foncé
le prix élevé

clair

en plein air

les moyens
la  nourri-ture

Slide 6 - Drag question

Traduis:
Het schilderij vertegenwoordigt de grootsheid.

Slide 7 - Open question

Nous vivons dans l'époque numérique.
Numérique
A
getals-
B
modern
C
digitaal
D
veel

Slide 8 - Quiz

Traduis:
1 de redenen; 2 hij begint; 3 van glas

Slide 9 - Open question

Welke zin is correct?
A
Cette voiture roule très rapide.
B
Cette voiture roule très rapidement.

Slide 10 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Je travaille bien.
B
Je travaille bon.

Slide 11 - Quiz

Nous avons .... attendu.
A
patient
B
patients
C
patientement
D
patiemment

Slide 12 - Quiz

Mon frère est parfois trop ...
A
gentil
B
gentille
C
gentillement
D
gentiment

Slide 13 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord? Vul de goede vorm in:
(long) Il a donné une ... explication.

Slide 14 - Open question

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord? Vul de goede vorm in:
(long) Il a ... regardé la scène bizarre.

Slide 15 - Open question

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord? Vul de goede vorm in (2x):
(mauvais) Tu es un ... élève? Mais non. Par contre, tu travailles ...

Slide 16 - Open question

faire - nous - imparfait
A
faisons
B
faisions
C
avons fait
D
fairons

Slide 17 - Quiz

aller - elle- passé composé
A
elle allait
B
elle est allé
C
elle est allée
D
elle est allait

Slide 18 - Quiz

Imparfait: vervoeg
1) parler - je
2) finir - vous
3) être - ils

Slide 19 - Open question

Passé composé - vervoeg:
1) faire - il
2) écouter - nous
3) choisir - ils

Slide 20 - Open question

Imparfait of passé composé?
1 En 2013 Iris (avoir) ... un accident. 2 C'(être)... vraiment un accident horrible.

Slide 21 - Open question

Imparfait of passé composé?
1 Autrefois, j'(habiter) ... à Gouda.
2 Ensuite, ma famille (déménager) ... à Rijssen.

Slide 22 - Open question

Imparfait of passé composé?
1 Ce weekend, nous (aller) ... au restaurant.
2 Nous (manger) ... des pizzas.

Slide 23 - Open question

Verdere voorbereidingstips 
- Vocabulaire: oefenen online (wrts, slim stampen)
Schrijf de Franse woorden op!
- Grammaire A + C: oefenen in Boîte à Gram (imparfait, passé composé, adjectif, adverbe)
- extra oefening passé composé - imparfait op Magister
- extra oefening bijwoord - bijvoeglijk naamwoord op bord. 
- Uitleg en oefeningen nalezen/nog een keer maken in de Studiewijzer

Slide 24 - Slide