01 - v2 -Ch3 - intro + A écouter

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

bonjour, comment ça va?

avez-vous:

-> vos livres?

-> vos cahiers?

-> vos trousses / stylos?

aujourd'hui nous sommes le                                     2024

qu'est-ce-qu'on va faire aujourd'hui?

• évaluation poster -> semaine prochaine
• activité vocabulaire A
• introduction et écouter - chapitre 3

nouveau chapitre

🤔 waarover gaat chapitre 3?

🤓 wat ga je leren? 

🧐 zoek het op (waar staat deze info in jouw boek?)

👉🏻neem twee minuten de tijd om erachter te komen👈🏻

chapitre 3 = iets kopen

pages 4 et 5

Fous de shopping

BUTS ->

VOCABULAIRE ->

PRONONCIATION -> 

TUYAUX->

GRAMMAIRE ->

PARLER -> 

• iets kopen, kleding kopen, iemand beschrijven
• kleding, getallen -> 1000, vrije tijd, winkelen
• (e)au(x) en ou
• zoekend luisteren & kijken| aanpak schrijfopdracht
• aanwijzend vrnmw | ww pouvoir + vouloir
• een modeshow presenteren

activités vocabulaire A

1. groepen van 3 vormen
2. twee blijven in het lokaal, 1 gaat 5 minuten eruit
3. in die 5 minuten gaan de twee vocabulaire A heel erg goed leren
4. dan komen de buitenzitters naar binnen en zijn de boeken dicht
5. de buitenzitters krijgen een dictee, de twee anderen helpen

apprends vocabulaire A - page 128

boeken dicht - vertaal 16 woorden

vous êtes prêts?

On va au [1 markt]? Non, j'[2 hésite]. Allez, [3 viens!] on va [4 d'abord] [5 essayer] des [6 schoenen]. [7 daarna] on va acheter des [8 vêtements]. J'ai besoin d'un [9 broek] et d'un [10 pull]. J'adore ta [11 jupe], elle est [12 vraiment] belle. Elle ressemble [13 een beetje] à ma [14 jurk]. Pour cette boutique [15 branchée], il faut [16 prendre rendez-vous]. 

1. marché
2. twijfel
3. kom!
4. eerst
5. passen, proberen
6. chaussures
7. ensuite
8. kleding

• 9. pantalon
• 10. trui
• 11. rok
• 12. echt, werkelijk
• 13. un peu
• 14. robe
• 15. hip, in de mode
• 16. afspreken

nu dat je de vocabulaire hebt geleerd

----> is het veel makkelijker <--

de opdrachten te maken✅

&

de woorden te herhalen ✅

va à la page 96, regarde le film, fais l'exercice 2a 

prenez vos livres à la page quatre-vingt-dix-huit

exercices 4 -> tu aimes faire quoi?        

exercices 5a  -> ✅ les bonnes réponses           

👍🏼    👎🏻

exercice 5cd - page quatre-vingt-dix-neuf

devoirs

Faire (maken)

exercices 2ab, 3, 5abcd, 6, 7a, 8ab - pages 96-101

Apprendre (leren)

vocabulaire A page 128

CHECK voor jezelf:
1. kan ik een gesprek begrijpen over winkelen?
2. ken je woorden die te maken hebben met winkelen en kleding?
3. weet je hoe je gericht kunt luisteren?
4. weet je hoe jee kunt leren aan de hand van ezelsbruggetjes?

1. ja, alle 4 BUTS in orde
2. nee
3. +/- Ik weet dat ik deze BUTS moet beheersen
4. nee, ik heb extra uitleg nodig

À jeudi

🍀