herkansing 3 en 4

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welk middel past niet bij de 3 functies van geld?
A
Rekenmiddel
B
Betaalmiddel
C
Ruilmiddel
D
Spaarmiddel

Slide 3 - Quiz

Welk spaarmotief?
A
Rente
B
Voorzorg
C
Doel

Slide 4 - Quiz

Wat is géén leenmotief?
A
Tijdelijk geldtekort
B
Onverwacht geldtekort
C
Voor de rente
D
Voor een huis

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Als ik geld pin dan
A
Stijgt chartaal geld
B
Stijgt giraal geld
C
Stijgt chartaal geld en daalt giraal geld
D
Stijgt giraal geld en daalt chartaal geld

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

4000 euro terugbetalen in 2 jaar, bereken hoeveel procent rente hij betaalt.

in de tabel: 215,- per maand
24 maal 215 = 5160,- totaal.
kredietkosten zijn 5160,- - 4000 = 1160

Slide 10 - Slide

4.000 euro terugbetalen in 2 jaar, bereken hoeveel procent rente hij betaalt.

kredietkosten zijn 1.160,-
geleende bedrag is 4.000
Formule deel/geheel X 100%
1160/4000 X 100% = 29%

Slide 11 - Slide

4.000 euro terugbetalen in 2 jaar, bereken hoeveel procent rente hij betaalt.

kredietkosten zijn 1.160,-
geleende bedrag is 4.000
Formule deel/geheel X 100%

Slide 12 - Slide

Theorie verzekeringen
- Wat is een verzekering (premie, risico, onzeker voorval, polis)
- Welke verzekeringen zijn er (en wat zijn de verschillen)
- Hoe werkt een zorgverzekering
- Hoe lees je tabellen af

Slide 13 - Slide

    ●    Er waren 12.000 verzekerden die gemiddeld € 60 aan premie betaalden.
    ●    15% van de premieopbrengst was nodig om de kosten te betalen van o.a. personeel, gebouw en reclame.
    ●    De winst van de verzekeraar bedroeg € 312.000.
    De verzekering heeft vorig jaar 500 keer schade uitgekeerd.     Bereken het gemiddelde bedrag per keer.

Slide 14 - Slide

    ●    12.000 x € 60 aan premie = 720.000
    ●    15% van de premieopbrengst is kosten: 720.000/100x15 = 108.000
    ●    De winst van de verzekeraar bedroeg € 312.000.
    De rest is gebruikt voor schadeuitkering namelijk 300.000
300.000/500 = 600,-

Slide 15 - Slide

Stel je rijdt 6 jaar schadevrij en maakt daarna 1 botsing. Hoe hoog wordt dan je korting?

Je zit nu in trede 10

Slide 16 - Slide

Stel je rijdt 6 jaar schadevrij en maakt daarna 1 botsing. Hoe hoog wordt dan je korting?

Je valt terug van trede 10 naar trede 5

Slide 17 - Slide

Je korting in trede 10 was 77%
in trede 5 is je korting 65%

korting wordt berekent over brutopremie.
Bijvoorbeeld € 1850,-
hoeveel betaal je dan meer?

Slide 18 - Slide