past continuous en past simple leerjaar 2 file 6

hoe maak je de past continuous 
  • Weet je nog hoe je de Present continuous moest maken?
  • Vorm van 'to be' + verb + ing 
  • (hier gebruik je de tegenwoordige tijd van to be)
  •           voorbeeld: he    is       smiling 

  • De past continuous maak je bijna net zo
  • Vorm van 'to be' + verb + ing 
  •           voorbeeld: he   was  smiling 
  • (hier gebruik je de verleden tijd van to be)

1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

hoe maak je de past continuous 
  • Weet je nog hoe je de Present continuous moest maken?
  • Vorm van 'to be' + verb + ing 
  • (hier gebruik je de tegenwoordige tijd van to be)
  •           voorbeeld: he    is       smiling 

  • De past continuous maak je bijna net zo
  • Vorm van 'to be' + verb + ing 
  •           voorbeeld: he   was  smiling 
  • (hier gebruik je de verleden tijd van to be)

Slide 1 - Slide

hoe gebruik je Past continuous 
  • Geeft aan dat je iets aan het doen was op een specifiek moment
  • We were eating dinner last night. 
  • waarschijnlijk was je aan het eten ergens tussen 18u en 19u.



Slide 2 - Slide

Hoe maak je de past simple ?
  • * regelmatig: 
  • het woord regelmatig betekent dat je een regel moet volgen
  • De regel is:  stam + ed           to work      worked
  • * onregelmatig:
  • on=niet  -- dus je kunt geen regel volgen en je moet het uit je hoofd leren 
  • Bijv. to eat     ate

Slide 3 - Slide

Hoe gebruik je past simple 
  • geeft aan dat je iets deed in het verleden.
  • meestal geef je ook een tijd aan in het verleden. 
  • bijv.  I read a book last night



Slide 4 - Slide

Past continuous en Past simple samen gebruiken 
  • Soms gebeuren er twee dingen tegelijk 
  • Bijv: je was aan het eten toen je vader belde
  • Dan gebruik je de past continuous en de past simple 
  • I was eating when my father called 
  • Je kunt ook zeggen 
  • My father called when I was eating.

Slide 5 - Slide

Past continuous en Past simple samen gebruiken 
  • I was eating when my father called 
  • Je kunt ook zeggen: My father called when I was eating.

  • Nog een voorbeeld: 
  • While we were cycling to school, we listened to spotify
  • of : We listened to spotify while we were cycling to school


Slide 6 - Slide

while en when
  • While en when zijn voegwoorden.
  • Ze voegen twee zinnen aan elkaar
  • Ze worden ook wel signaalwoorden genoemd.
  • in dit geval geeft het aan dat er twee dingen tegelijkertijd aan de gang zijn. 
  • Het ene duurt wat langer dan de andere.
  • We gaan eens even oefenen

Slide 7 - Slide

Vul aan , Welke is correct ?
He ........ his lunch when his father ....... in.
A
ate, was walking
B
was eating, walked

Slide 8 - Quiz

Vul aan, welke is correct?
John ....... while we ....... a cake.
A
called, were baking
B
was calling, baked

Slide 9 - Quiz

Vul aan welke is correct?
Her boyfriend ........ her, when she ....... het homework
A
was visiting, did
B
visited, was doing

Slide 10 - Quiz