H6 - Les 3

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een kostprijsberekening ziet er bij een productiebedrijf anders uit dan bij een handelsbedrijf?
A
Dit Klopt!
B
Dit klopt NIET!

Slide 2 - Quiz

De fabricagekostprijs bereken je met de volgende formule:
A
c/w + v/n
B
c/n + v/n
C
c/n + v/w
D
c/w + v/w

Slide 3 - Quiz

Bij een bedrijf zijn de constante fabricagekosten € 100.000,- en de variabele fabricagekosten € 150.000,-. Verder is bekend dat de normale productie 10.000 stuks bedraagt en dat de werkelijke productie ook 10.000 stuks bedraagt. Wat is nu de fabricagekostprijs?
A
€ 10
B
€ 15
C
€25

Slide 4 - Quiz

Bij een bedrijf zijn de constante fabricagekosten € 100.000,- en de variabele fabricagekosten € 150.000,-. Verder is bekend dat de normale productie 10.000 stuks bedraagt en dat de werkelijke productie ook 10.000 stuks bedraagt. Is er bij dit bedrijf sprake van een bezettingsresultaat en is dit een winst of een verlies?
A
Bezettingsresultaat - winst
B
Bezettingsresultaat - verlies
C
Er is geen bezettingsresultaat

Slide 5 - Quiz

De formule om het bezettingsresultaat te berekenen ziet er als volgt uit:
A
(W-N) x C/N
B
(N-W) x C/N
C
(W-N) x V/W
D
(N-W) x V/W

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide