Week 39 Ne 4B/K Leesdoelen - Leesmanieren - Leesstrategieën

Leesdoelen en leesstrategieën
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Leesdoelen en leesstrategieën

Slide 1 - Slide

Leesdoelen en leesstrategieën

Leesdoel                                                        Leesstrategie

Informatie zoeken -------------------------------> Zoekend lezen
Eerste indruk van een tekst krijgen -------> Oriënterend lezen
Hoofdzaken uit tekst halen -------------------> Globaal lezen
Tekst begrijpen -----------------------------------> Intensief lezen
Tekst leren -----------------------------------------> Studerend lezen
Tekst beoordelen --------------------------------> Kritisch lezen

Slide 2 - Slide

Leesdoelen en leesstrategieën
LEESDOEL = Waarom lees je iets?
LEESSTRATEGIE = Hoe lees je iets?


Doelen van de les: 
- Je weet welke leesstrategieën er zijn en wanneer je die gebruikt.
- Je kunt een leesdoel bepalen en daarna de juiste leesstrategie.
 

Slide 3 - Slide

Leesdoelen en leesstrategieën
Er zijn vijf leesstrategieën. Iedere strategie gebruik je om een doel te bereiken:
1. Verkennend lezen
2. Globaal lezen
3. Precies lezen
4. Zoekend lezen
5. Kritisch lezen 

Slide 4 - Slide

Leesdoelen en leesstrategieën
Er zijn verschillende leesdoelen die je hebben kunt: een onderwerp vaststellen, deelonderwerpen vinden, informatie opzoeken, enz.
De manier van lezen die je gebruikt om je doel te bereiken, noem je de leesstrategie. Een synoniem voor strategie is manier. Een leesstrategie is dus een manier van lezen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welk leesdoel hoort bij welke strategie?
Snel vaststellen of een tekst bruikbaar is.
Beoordelen of de informatie juist/betrouwbaar is
Het vinden van bruikbare informatie
 De tekst goed begrijpen
Vinden van hoofdzaken
oriënterend lezen
globaal lezen
precies lezen
zoekend lezen
kritisch lezen

Slide 8 - Drag question

H4 Lezen
Leesdoel
Leesstrategie
Aandachtspunten
Onderwerp vaststellen.
Snel weten of een tekst bruikbaar/interessant is.
Oriënterend lezen
Bekijk de titel, tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden, de bron.
Lees de inleiding.
Deelonderwerpen vinden.
Globaal lezen
Lees de tussenkopjes.
Lees de eerste en laatste alinea.
Lees de eerste en laatste zin van alle alinea's. 
De tekst helemaal lezen en begrijpen.
Precies lezen
Lees de tekst helemaal.
Gebruik woordraadstrategieën.
Zoek naar belangrijke zinnen en signaalwoorden.
Bedenk wat de hoofdgedachte is.
Informatie zoeken.
Het antwoord op een vraag zoeken.
Zoekend lezen
Kijk naar de tussenkopjes en de anders gedrukte woorden.
Als je weet waar de informatie is, ga je precies lezen.
Betrouwbaarheid beoordelen.
Kritisch lezen
Beoordeel of:
- bron actueel of betrouwbaar is.
- schrijver deskundig en onpartijdig is.

Slide 9 - Slide

Oefenen
In tweetallen.

Stel elkaar om de beurt een vraag. Help elkaar als je er niet uit komt. 

De vragen waar jullie niet uitkomen die bespreken we klassikaal.


timer
4:00

Slide 10 - Slide

H4 Lezen
Opdracht keuze:
  • maak opdracht 3
  • blz. 

Leesdoel
Leesstrategie
Aandachtspunten
Onderwerp vaststellen.
Snel weten of een tekst bruikbaar/interessant is.
Oriënterend lezen
Bekijk de titel, tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden, de bron.
Lees de inleiding.
Deelonderwerpen vinden.
Globaal lezen
Lees de tussenkopjes.
Lees de eerste en laatste alinea.
Lees de eerste en laatste zin van alle alinea's. 
De tekst helemaal lezen en begrijpen.
Precies lezen
Lees de tekst helemaal.
Gebruik woordraadstrategieën.
Zoek naar belangrijke zinnen en signaalwoorden.
Bedenk wat de hoofdgedachte is.
Informatie zoeken.
Het antwoord op een vraag zoeken.
Zoekend lezen
Kijk naar de tussenkopjes en de anders gedrukte woorden.
Als je weet waar de informatie is, ga je precies lezen.
Betrouwbaarheid beoordelen.
Kritisch lezen
Beoordeel of:
- bron actueel of betrouwbaar is.
- schrijver deskundig en onpartijdig is.

Slide 11 - Slide

Welke leesstrategieën heb je deze les gebruikt? Noem er 2.
Benoem bij elke leesstrategie wat het leesdoel was en hoe je het hebt aangepakt.

Slide 12 - Open question

Welke leesstrategie past bij dit leesdoel?
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen

Slide 13 - Drag question

Welke leesstrategie past bij dit leesdoel?
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen

Slide 14 - Drag question

Welke leesstrategie past bij dit leesdoel?
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen

Slide 15 - Drag question

Je wil de tekst goed lezen en begrijpen en de hoofdzaken weten. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Zoekend lezen
D
Kritisch lezen

Slide 16 - Quiz

Je wil de betrouwbaarheid van een tekst beoordelen. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Zoekend lezen
D
Kritisch lezen

Slide 17 - Quiz

Je wil informatie opzoeken in een tekst of een antwoord op een vraag weten. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Zoekend lezen
D
Kritisch lezen

Slide 18 - Quiz

Je wil het onderwerp van een tekst weten en bepalen of de tekst iets voor jou is. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Zoekend lezen
D
Kritisch lezen

Slide 19 - Quiz

H4 Lezen
Opdracht keuze:
  • maak opdracht 3
  • blz. 

Leesdoel
Leesstrategie
Aandachtspunten
Onderwerp vaststellen.
Snel weten of een tekst bruikbaar/interessant is.
Oriënterend lezen
Bekijk de titel, tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden, de bron.
Lees de inleiding.
Deelonderwerpen vinden.
Globaal lezen
Lees de tussenkopjes.
Lees de eerste en laatste alinea.
Lees de eerste en laatste zin van alle alinea's. 
De tekst helemaal lezen en begrijpen.
Precies lezen
Lees de tekst helemaal.
Gebruik woordraadstrategieën.
Zoek naar belangrijke zinnen en signaalwoorden.
Bedenk wat de hoofdgedachte is.
Informatie zoeken.
Het antwoord op een vraag zoeken.
Zoekend lezen
Kijk naar de tussenkopjes en de anders gedrukte woorden.
Als je weet waar de informatie is, ga je precies lezen.
Betrouwbaarheid beoordelen.
Kritisch lezen
Beoordeel of:
- bron actueel of betrouwbaar is.
- schrijver deskundig en onpartijdig is.

Slide 20 - Slide

H4 Lezen
Leesdoel
Leesstrategie
Aandachtspunten
Onderwerp vaststellen.
Snel weten of een tekst bruikbaar/interessant is.
Oriënterend lezen
Bekijk de titel, tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden, de bron.
Lees de inleiding.
Deelonderwerpen vinden.
Globaal lezen
Lees de tussenkopjes.
Lees de eerste en laatste alinea.
Lees de eerste en laatste zin van alle alinea's. 
De tekst helemaal lezen en begrijpen.
Precies lezen
Lees de tekst helemaal.
Gebruik woordraadstrategieën.
Zoek naar belangrijke zinnen en signaalwoorden.
Bedenk wat de hoofdgedachte is.
Informatie zoeken.
Het antwoord op een vraag zoeken.
Zoekend lezen
Kijk naar de tussenkopjes en de anders gedrukte woorden.
Als je weet waar de informatie is, ga je precies lezen.
Betrouwbaarheid beoordelen.
Kritisch lezen
Beoordeel of:
- bron actueel of betrouwbaar is.
- schrijver deskundig en onpartijdig is.

Slide 21 - Slide

Een leesdoel is een reden om te lezen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Noem een voorbeeld van een leesdoel

Slide 23 - Open question

Wat is géén leesmanier?
A
Scannend lezen
B
Grondig lezen
C
Ingespannen lezen
D
Kritisch lezen

Slide 24 - Quiz

Je wilt echt snappen wat je leest en je wilt het onthouden. Dit is leesmanier:
A
Scannend lezen
B
Zoekend lezen
C
Grondig lezen
D
Kritisch lezen

Slide 25 - Quiz

Wanneer pas je de leesmanier 'zoekend lezen' toe?
A
Als je nog niet weet wat wat je wilt lezen
B
Als je op zoek bent naar bepaalde informatie

Slide 26 - Quiz

Welke leesmanier kies je als je snel wilt weten waar een tekst over gaat?
A
Scannend lezen
B
Ontspannend lezen
C
Grondig lezen
D
Kritisch lezen

Slide 27 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je een tekst wilt beoordelen?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 28 - Quiz

Als je leert voor een toets, welke leesmanier kun je dan het best toepassen?
A
Ontspannend lezen
B
Zoekend lezen
C
Grondig lezen
D
Kritisch lezen

Slide 29 - Quiz

Bij welke twee leesmanieren kun je het tekstgeraamte het best gebruiken?
A
Ontspannend lezen
B
Zoekend lezen
C
Kritisch lezen
D
Scannend lezen

Slide 30 - Quiz

Wat is geen leesstrategie vóórdat je begint met lezen?
A
Voorkennis opschrijven
B
Leesdoel bepalen
C
Samenvatten
D
Tekstgeraamte bekijken

Slide 31 - Quiz

De belangrijkste leesstrategie is: begin niet zomaar te lezen, maar voorspel eerst waar de tekst over gaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll