This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Bonjour tout le monde! & bienvenue
Slide 2 - Slide
Le programme d'aujourd'hui
Le programme: 1) Qu'est-ce que tu as appris du dernier cours? 1) Les verbes réguliers en -ER
2) La négation
Le but: à la fin de ce cours:
1) Je peux conjuguer ( vervoegen) les verbes réguliers en -ER 2) Je peux reconnaître ( herkennen) la négation dans une phrase et l'utiliser correctement.
Slide 3 - Slide
Wat heb je de vorige les geleerd?
Slide 4 - Mind map
Qu'est-ce que c'est?
Slide 5 - Slide
Les verbes réguliers en -er
Regardez la vidéo
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Quels verbes réguliers en -ER tu connais?
Slide 8 - Slide
verbes réguliers en -ER+
Slide 9 - Mind map
Les verbes rég. en -ER
Hoe vervoeg je die ook al weer?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Exercice
Vous avez 5 minutes Après on va en parler en classe
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Les réponses
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Pratiquer un peu
Prenez vos portables ( pak je telefoon)
Slide 16 - Slide
ik vind
A
je donne
B
je trouves
C
je trouve
D
tu trouves
Slide 17 - Quiz
wij praten
A
nous parlons
B
nous parlez
C
vous parlons
D
ils parlent
Slide 18 - Quiz
zij werkt
A
tu travailles
B
elle travaille
C
elle travailles
D
elles travaillent
Slide 19 - Quiz
Vul het werkwoord in:
Ma copine (cherche) un plat végétarien
timer
0:30
Slide 20 - Open question
Vul het werkwoord in: Mes parents, ils (travailler) dans un café
timer
0:30
Slide 21 - Open question
Vertaal de hele zin: (Luc en ik, wij werken) à Paris
timer
1:00
Slide 22 - Open question
Quel sujet de chap. 2 tu trouves encore difficile?
Slide 23 - Mind map
Jeudi, le 14 janvier 2021
Slide 24 - Slide
La négation
Qu'est-ce que c'est?
Slide 25 - Slide
timer
1:00
Wat weet je nog over de ontkenning?
Slide 26 - Mind map
Wat betekent ontkenning? Wanneer gebruik je een ontkenning?
ne .....pas
n'.....pas
Om de PERSOONSVORM heen ( bril)
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
De HAMBURGER heeft dezelfde functie als de BRIL.
De PERSOONSVORM staat tussen NE en PAS in
Slide 29 - Slide
Exemple
Je mange le pomme
Je ne mange pas le pomme
Slide 30 - Slide
Je chantela chanson
Slide 31 - Slide
Je ne chante pasla chanson
Slide 32 - Slide
Pratiquer un peu
Prenez vos portables (Pak je telefoon)
Slide 33 - Slide
Wat betekent de ontkenning ne...pas?
A
geen
B
niet
C
nooit
D
niet meer
Slide 34 - Quiz
Wat is de plaats van de ontkenning?
A
om het werkwoord
B
voor het werkwoord
C
om de persoonsvorm
D
achter het werkwoord
Slide 35 - Quiz
Maak ontkennend. Je travaille.
A
Je ne travaille pas.
B
Je travaille ne pas.
C
Je ne pas travaille.
D
Je pas ne travaille.
Slide 36 - Quiz
Vertaal de hele zin: jij helpt de vriend niet
timer
1:00
Slide 37 - Open question
Le contraire de: Il n'aime pas le pain (het tegenovergestelde)
timer
0:30
Slide 38 - Open question
Le contraire de: Tu n'aimes pas la plage
timer
0:30
Slide 39 - Open question
Exercice
ATTENTION: Zet een PUNT achter elke zin Druk op CONTROLEER na elke zin Vous aves 5 minutes Après on va en parler en classe